Oproer in Pakistan: anti-Ahmadi pogroms nemen toe op straat

9 oktober 2024

In Pakistan neemt de dreiging tegen de Ahmadiyya-gemeenschap drastisch toe. Extremistische geestelijken zetten gewelddadige menigten aan om Ahmadi-moslims openlijk te vervolgen. In een alarmerende trend gaan groepen door buurten met foto’s van Ahmadiyya-moslims, waarbij ze de inwoners aansporen om alle banden met hen te verbreken. In een recent incident werd op video vastgelegd hoe een geestelijke, samen met honderden volgelingen, leuzen scandeerde waarin Ahmadis werden uitgemaakt voor ongelovigen. Het gebruik van grove beledigingen jegens de Ahmadi-moslims werd gefilmd, maar de inhoud is te choquerend om te herhalen.

Religieuze haat aanwakkeren met politieke steun

Religieuze leiders in Pakistan hebben aanzienlijke invloed op de politiek en maken daar misbruik van om de Ahmadi-gemeenschap te onderdrukken. Onlangs dwongen geestelijken de autoriteiten in Jahanian om minaretten en bogen van een Ahmadi-moskee te slopen, wat ook gebeurde. Dit soort geweld en haatspraak gaat in tegen zowel Pakistaanse als internationale wetten, maar de autoriteiten blijven nalatig in het aanpakken van deze bedreigingen.

Oproep tot internationale actie

De Internationale Mensenrechtencommissie (IHRC) roept de internationale gemeenschap op om deze haatdragende retoriek te veroordelen. Zonder snelle actie kan deze haat overslaan naar andere landen, zoals al het geval is in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De IHRC benadrukt dat stilte in deze kwestie suggereert dat geweld tegen Ahmadiyya-moslims moreel en wettelijk acceptabel zou zijn.

Overtredingen van internationale mensenrechtennormen

Het oproepen tot geweld is in strijd met artikel 18 en 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, evenals het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (ICCPR), dat Pakistan in 2008 ratificeerde. Ondanks deze verplichtingen gaan extremisten ongestraft door met het verspreiden van haat, terwijl onschuldige Ahmadi-moslims systematisch worden vervolgd.