Schaduwkanalen in de algoritmes: Hoe RT Deutsch EU-sancties omzeilt met geautomatiseerde netwerken

21 februari 2025

Automatische herhaling houdt Russische propaganda levend

Sinds begin 2024 opereren tientallen websites die artikelen van RT Deutsch, een door het Kremlin gecontroleerd medium, automatisch herpubliceren. Onderzoek van Larissa Doroshenko, Peter Benzoni en Bret Schafer van het German Marshall Fund (GMF) toont aan dat minstens vier domeinen met “pravda” in de naam en ruim tien aggregators RSS-feeds inzetten om verboden content te verspreiden. Deze sites, actief op platforms als VK, Telegram en X, categoriseren de inhoud vaak slechts als “nieuws”, zonder vermelding van de Russische staatslink.

Contentlaundering via zoekmachines

De strategie past binnen zogeheten DISARM-tactieken, waarbij geautomatiseerde tools RT Deutsch-artikelen massaal herposten op nieuwe domeinen. Hierdoor verschijnt de content in Duitstalige zoekresultaten, ondanks EU-sancties uit 2022. Sommige websites verwijderen bewust auteursvermeldingen, wat de herkomst voor lezers verhult. Het GMF-rapport, opgesteld met de Alliance for Securing Democracy (ASD), benadrukt dat deze methode gericht is op het omzeilen van blokkades en het vergroten van zichtbaarheid.

Miljoenen paginaweergaven ondanks lokaal bereik

Wereldwijd bereiken de geïdentificeerde domeinen gezamenlijk naar schatting enkele miljoenen bezoekers per maand. In Duitsland richten de narratieven zich op thema’s als vermeende censuur door de overheid en de stelling dat steun aan Oekraïne het nationale belang schaadt. Hoewel individuele sites vaak beperkt verkeer genereren, zorgen aggregators zoals Portal Kombat voor een constante aanvoer van RT-inhoud in online discussies.

Aanbevelingen: transparantie en samenwerking

Het rapport dringt aan op heldere labeling van content afkomstig uit staatsmedia en intensievere samenwerking tussen EU-lidstaten om nieuwe domeinen sneller op te sporen. Hostingproviders moeten volgens de onderzoekers eigenaarschap van verdachte sites actiever onderzoeken. Daarnaast pleiten ze voor betere informatie-uitwisseling tussen zoekmachtespecialisten en toezichthouders.