Vuur van verdeeldheid: De wereldwijde opmars van antisemitisme

Foto Songyuth Unkong
4 juli 2025
Een schaduw trekt over de wereld. In stadions, op festivalweides, in collegezalen en op straat klinkt een venijn dat steeds luider wordt: antisemitisme. In één week tijd hebben incidenten van Argentinië tot Ierland een pijnlijke waarheid blootgelegd: haat tegen Joden is niet langer een fluistering in de marge, maar een schreeuw die gemeenschappen verscheurt. Van een rapper die oproept tot geweld tot een universiteit die haar studenten in de steek laat – deze gebeurtenissen zijn draden in een grimmig weefsel van intolerantie. Terwijl de roep om actie groeit, blijft de vraag hangen: hoe heeft het zover kunnen komen, en wat doen we eraan?
Het begon in de glooiende velden van Somerset, waar het Glastonbury Festival op 29 juni zijn hoogtepunt bereikte. Tienduizenden mensen, verenigd door muziek en idealisme, luisterden naar de Britse rapper Bob Vylan. Maar wat een viering van vrijheid had moeten zijn, sloeg om in ontzetting toen hij zijn publiek opzweepte met de kreet “Death to the IDF”. De Anti-Defamation League noemt deze woorden een directe oproep tot geweld tegen Joden, een oordeel dat weerklank vond in de golf van verontwaardiging die volgde op sociale media. Glastonbury, een symbool van saamhorigheid, werd een splijtzwam. Volgens de Community Security Trust, die antisemitische incidenten in het Verenigd Koninkrijk bijhoudt, is anti-Israëlische retoriek in culturele ruimtes sinds 2023 met 30% gestegen, vaak vermomd als activisme maar doorspekt met haat. De stilte van de festivalorganisatie, die nog altijd geen standpunt heeft ingenomen, laat een bittere nasmaak achter. Wie zwijgt, stemt toe, fluisteren critici.
Across the Atlantic, in de bruisende chaos van New York, speelde een ander drama zich af. Zohran Mamdani, kandidaat-burgemeester, stond op 30 juni voor een haag van microfoons in Manhattan. Geconfronteerd met vragen over zijn steun voor de slogan “Globalize the Intifada”, weigerde hij voor de zoveelste keer om deze af te zweren. De leus, die door de International Holocaust Remembrance Alliance wordt bestempeld als haatzaaiend vanwege de associatie met geweld tegen Joden, heeft diepe wonden geslagen. Mamdani’s onwrikbare “Mijn positie blijft dezelfde” ontketende woede onder Joodse leiders, die vrezen dat zijn woorden haat normaliseren in progressieve kringen. Maar voor anderen is Mamdani’s standpunt een kwestie van vrije meningsuiting, een teken van hoe dit debat verscheurt wat ooit gedeelde waarden waren. Een recente peiling van het Pew Research Center legt de impact bloot: 65% van de Joodse Amerikanen voelt zich onveiliger in publieke ruimtes, een angst die door dit soort retoriek alleen maar groeit.
De onrust reikt zelfs tot de statige hallen van Harvard University. Op 1 juli landde een vernietigende brief van het Amerikaanse Ministerie van Onderwijs op de burelen van de universiteit. Harvard wordt beschuldigd van het schenden van de Civil Rights Act door Joodse studenten te laten bungelen in een klimaat van intimidatie en discriminatie. De waarschuwing volgt op een stortvloed aan incidenten sinds oktober 2023 – van antisemitische leuzen op muren tot het uitblijven van krachtige maatregelen. De inzet is hoog: als Harvard voor 15 augustus geen rigoureuze hervormingen doorvoert, verliest het 18% van zijn budget aan federale fondsen. Nooit eerder werd een Ivy League-instelling zo met de rug tegen de muur gezet. Joodse studenten, verenigd in de Harvard Jewish Student Association, noemen de sanctie een opluchting, maar hun frustratie blijft. “We roepen al jaren om hulp,” zei een student anoniem aan The Harvard Crimson. De zaak-Harvard is een waarschuwingsschot voor universiteiten overal: negeer deze crisis, en de gevolgen zijn niet te overzien.
Duizend mijl westwaarts, in Iowa, koos gouverneur Kim Reynolds voor een andere koers. Op 2 juli, tijdens een bijeenkomst van de Combat Antisemitism Movement in Des Moines, zette ze haar handtekening onder Executive Order 13. Deze maatregel dwingt universiteiten in Iowa om samen met het Ministerie van Onderwijs antisemitische incidenten te monitoren en aan te pakken. “Veiligheid is een recht, geen gunst,” verklaarde Reynolds, haar stem doordrongen van vastberadenheid. De Anti-Defamation League wijst op een stijging van 25% in antisemitische incidenten op Iowa’s campussen in 2024, een trend die de urgentie van de order onderstreept. Toch klinkt er ook kritiek: burgerrechtenorganisaties waarschuwen dat een te ruime definitie van antisemitisme de vrije meningsuiting kan smoren. Het is een spanning die deze strijd kenmerkt – hoe bestrijd je haat zonder andere vrijheden op te offeren?
De echo’s van deze haat reiken ver buiten de westerse wereld. In Buenos Aires, thuis van een van de grootste Joodse gemeenschappen in Latijns-Amerika, liepen de gemoederen op 28 juni hoog op. Supporters van voetbalclub All Boys trokken door de straten met een kist, omhuld met een Israëlische vlag, in een provocatie gericht tegen Club Atlético Atlanta, een club met diepe Joodse wortels. De Anti-Defamation Commission documenteerde het incident, dat brede afkeuring oogstte maar ook een pijnlijke vraag opriep: hoe diep zit deze vijandigheid geworteld in een stad die ooit een toevluchtsoord was? In Saint-Maur-des-Fossés, nabij Parijs, brulden betogers op 29 juni “sale juif” naar Joodse omstanders, een scheldwoord dat volgens de Consistoire Israélite de France in 2025 40% vaker klinkt. In Milaan plakten onbekenden posters met “Israeli not welcome” op treinstations, een stille maar snijdende bedreiging. En in Dublin werd parlementslid Róisín Nic Shamhrain geconfronteerd met een pakket vol SS-symbolen, Holocaustontkenning en een foto van Hitler – een gruwelijke herinnering aan de geschiedenis die deze haat voedt.
Deze incidenten, allemaal in één week, zijn geen losse flarden. Ze vormen een patroon, een alarmsignaal. Van de schijnwerpers van Glastonbury tot de stille dreiging in Dublin: antisemitisme groeit, en de wereld worstelt met een antwoord. De Combat Antisemitism Movement pleit voor een internationale taskforce, maar politieke breuklijnen en debatten over vrije meningsuiting houden vooruitgang tegen. In Europa eisen Joodse leiders strengere wetten, terwijl Frankrijk en Duitsland al experimenteren met speciale eenheden tegen haat. In de VS zou de sanctie tegen Harvard een kantelpunt kunnen zijn, met universiteiten die nu onder druk staan om te handelen.
Vandaag, terwijl Amerika zijn Onafhankelijkheidsdag viert, klinkt de oproep van de Combat Antisemitism Movement als een klaroen: “Vrijheid betekent veiligheid voor iedereen.” Maar hoe maak je die belofte waar in een tijd waarin haat zo schaamteloos bloeit? De strijd tegen antisemitisme is geen randverschijnsel; het is een lakmoesproef voor de waarden die samenlevingen zeggen te koesteren. Voor wie dieper wil graven in deze crisis, biedt indegazette.be een onmisbare analyse.
Bronnen:
Verklaring Combat Antisemitism Movement, 4 juli 2025
Executive Order 13, Gouverneurskantoor Iowa
Sanctiebrief U.S. Department of Education aan Harvard University
Documentatie Anti-Defamation Commission, Buenos Aires
Politierapporten Saint-Maur-des-Fossés en Milaan
Community Security Trust Rapport, Verenigd Koninkrijk, 2025
Pew Research Center, “Jewish Americans and Public Safety,” 2025
The Harvard Crimson, “Jewish Students Respond to Federal Sanctions,” 2 juli 2025
Consistoire Israélite de France, “Rapport Antisemitisme 2025”
Andy Vermaut, +32499357495