Baku: Rustige geloofsoefening eindigt in politiegeweld
Op 20 juli 2024 werden elf Azerbeidzjaanse leden van de Ahmadi Religion of Peace and Light (AROPL) hardhandig onderbroken tijdens een vreedzame missionaire activiteit op Fountain Square, Baku. De groep, bestaande uit Jalal Hajiyev, Ramil Ahmadov, Tural Veliyev, Ali Yasar Jafarov, Nijat Gahramanov, Rustam Gasimli, Fegan Rahimov, Kamil Qafarli, Taleh İmanov Ali Oglu, Elnur Mammadov, en Neriman Shabanzade, werd abrupt omsingeld door politieagenten en militairen.
Ongegronde arrestaties en veroordelingen
Binnen tien minuten werden de missionarissen onder dwang in politiewagens gezet en naar het Sabayil District Police Department No. 9 gebracht. Ze werden aangeklaagd voor “weerstand tegen de politie” en “verstoring van de openbare orde”, artikelen die vaak worden ingezet tegen dissidenten in Azerbeidzjan. Ondanks hun vrijlating op 22 juli 2024 blijven ze onder toezicht van het Staatscomité voor Religieuze Verenigingen.
Opnieuw opgepakt tijdens vreedzaam protest
Kort na hun vrijlating gingen Rustam Gasimli en Neriman Shabanzade terug naar Fountain Square om flyers uit te delen over hun geloof. Hun telefoons werden in beslag genomen en ze werden direct gearresteerd. Hun acties en arrestatie werden live uitgezonden op TikTok, maar na hun detentie werd elk contact met hen verbroken. Na 24 uur werden ze voorgeleid aan de Sabail District Court en veroordeeld tot minimaal 30 dagen gevangenisstraf voor “hooliganisme” en “ongehoorzaamheid aan een politieagent”.
Mensonterende behandeling in detentie
Prominent mensenrechtenadvocaat Zibeyda Sadigova, verbonden aan het European Human Rights Advocacy Center, verdedigt Gasimli en Shabanzade. Ze meldde dat beide individuen tijdens hun detentie ernstig mishandeld zijn. Sadigova is vastbesloten in beroep te gaan tegen de beslissing van de rechtbank, die volgens haar bedoeld is om AROPL-leden te intimideren.
Dreigementen en intimidatie gaan door
Op 25 juli werden de vijf overgebleven leden opnieuw opgeroepen naar het politiebureau. Tijdens het verhoor werden ze bedreigd met hetzelfde lot als Gasimli en Shabanzade als ze hun missionaire werk voortzetten. Ze werden ondervraagd over hun geloof, de geschiedenis ervan in Azerbeidzjan, en hun activiteiten.