Een keerpunt voor vrede tussen Turkije en de Koerden?

Door Jürgen Klute
Eind januari van dit jaar was ik in Zuid-Koerdistan (Noord-Irak) met Zainab Murad Sahrab, de co-voorzitter van het KNK, en de voormalige IJslandse minister van Binnenlandse Zaken en Justitie Ögmundur Jónasson. We spraken met de leiders van alle Koerdische partijen in de Koerdische autonome regio in Noord-Irak over de mogelijkheid om de vredesonderhandelingen, die in 2015 door Turkije werden afgebroken, te heropenen. Een tweede belangrijk punt was de vraag naar de rol van Abdullah Öcalan in mogelijke vredesonderhandelingen. Dit veronderstelt natuurlijk dat Abdullah Öcalan wordt vrijgelaten door de Turkse regering. Maar in januari 2024 leek de vrijlating van Öcalan, die al jaren wordt geëist door Koerdische groepen en solidariteitsgroepen, nog steeds een illusie. (Zie ons artikel “Een complex conflict en hoe de complexiteit zou kunnen worden opgelost” op Medynews).
Plotseling lijkt het tij echter te keren. De leider van de rechts-nationalistische Turkse partij MHP, Devlet Bahçeli, verraste het publiek een paar dagen geleden door amnestie voor te stellen voor Abdullah Öcalan op voorwaarde dat de PKK de wapens neerlegt. Öcalan zit sinds 1999 in een isoleercel op het gevangeniseiland Imrali en heeft al jaren geen contact meer met zijn advocaten en familie.
De door Bahçeli genoemde voorwaarde om de wapens neer te leggen zou geen onoverkomelijke hindernis moeten zijn voor de PKK. In principe had de PKK dit al in het vooruitzicht gesteld tijdens het vredesproces ruim tien jaar geleden. Als eerste stap trok de PKK zich terug uit Turkije. De PKK zou destijds bereid zijn geweest om de wapens neer te leggen als het vredesproces gelegitimeerd was geweest en beveiligd door passende wetgeving van het Turkse parlement. Zoals we weten, is dat niet gebeurd. En in 2015 maakte Erdogan zonder omhaal een einde aan het vredesproces en trad hij opnieuw hardhandig op tegen de Koerden. Het resultaat was niet alleen verwoeste Koerdische steden, maar ook veel gewonden en doden.
Als Bahçeli zijn voorstel serieus neemt, dan moet hij rekening houden met de gevolgen van deze mislukte vredespoging. In duidelijke taal betekent dit dat hij de Koerden garanties moet bieden dat wat er in 2015 is gebeurd niet opnieuw zal gebeuren. Hij zou de Koerden dus parlementaire steun moeten bieden voor een hernieuwd vredesproces. En hij moet ervoor zorgen dat de VN – in samenwerking met de Europese Unie – betrokken wordt bij een toekomstig vredesproces als externe moderator en garant. Alleen dan zal de PKK kunnen toestemmen in de voorwaarde om de wapens neer te leggen.
Aan de ene kant is het goed dat Bahçeli dit voorstel heeft gedaan. Zijn partij, de MHP, is tot nu toe een compromisloze tegenstander geweest van een overeenkomst met de Koerden en de Koerdische eisen voor autonomie. Als de MHP daadwerkelijk van koers zou veranderen ten opzichte van de Koerden en Abdullah Öcalan, zou dat een belangrijke bijdrage zijn aan een politieke oplossing van het conflict. Dit zou een parlementaire waarborging van het vredesproces binnen handbereik brengen.
Het is echter nog onduidelijk waar Erdogan, de Turkse regering en het Turkse parlement staan ten opzichte van Bahçeli’s voorstel en welke belangen erachter zitten. In een interview met het Duitse tijdschrift “Der Spiegel” benadrukte de rechtsgeleerde Vahap Coşkun van de Dicle Universiteit in Diyarbakır, die tot 2015 lid was van de Raad van Wijzen die het vredesproces begeleidde, dat hij Bahçeli’s initiatief zeer serieus neemt. Bahçeli nam uiteindelijk een groot risico met zijn voorstel om Öcalan vrij te laten.
Voor Coşkun zal Syrië bepalen of er vrede komt tussen de Turkse staat en de Koerden. Zoals hij uitlegt in het Spiegel-interview. Aan de ene kant, aldus Coşkun, wil Erdogan dat de PKK de wapens neerlegt. Aan de andere kant wil hij ervoor zorgen dat er geen bedreiging voor Turkije is vanuit Syrië – de Koerdische nederzettingsgebieden in Syrië (Rojava) grenzen aan Turkije.
De oorlog van Israël tegen de door Iran gesteunde Hezbollah heeft de situatie in het Midden-Oosten verder laten verslechteren. De reden hiervoor is dat Hezbollah en Iran door deze oorlog enorm verzwakt zijn. Dit heeft op zijn beurt weer gevolgen gehad voor Syrië, waar Assad sinds het begin van de Arabische Lente niet alleen door Rusland maar ook door Teheran wordt gesteund en aan de macht gehouden. De afgelopen dagen hebben rebelleneenheden de controle over de tweede grootste stad van Syrië, Aleppo, en een aantal naburige steden en dorpen bijna bij toverslag kunnen overnemen. Uiteraard zijn Hezbollah en Iran nu te verzwakt om Assad op korte termijn te hulp te schieten. En ook Rusland kan Assad maar in beperkte mate steunen vanwege de middelenverslindende oorlog tegen Oekraïne. De langetermijneffecten van de oorlog tussen Israël en Hamas in Gaza zijn momenteel moeilijk in te schatten. Tot slot moet ook rekening worden gehouden met de effecten van de geleidelijke stopzetting van het gebruik van fossiele brandstoffen. De uitfasering heeft namelijk verstrekkende gevolgen voor de economieën van de landen in het Midden-Oosten, die decennialang vooral leefden van de export van olie en gas.
Tegen deze achtergrond lijkt de druk steeds groter te worden op Turkije om het conflict met de Koerden, dat al ongeveer een eeuw duurt, te sussen of zelfs een duurzame politieke oplossing te vinden.
Dit biedt een kans voor de Europese Unie. De Koerdische kant wil het conflict al lang politiek beëindigen. Maar zonder de bereidheid van de Turkse regering kan het conflict tussen de Turkse staat en de Koerden niet beëindigd worden. Als de Turkse regering, om de hierboven genoemde redenen, daadwerkelijk haar eigen belang ontwikkelt om het conflict op te lossen, dan heeft de EU de mogelijkheid om dit proces te ondersteunen en te bevorderen door geschikte stimulansen te bieden. Dit omvat onder andere de verwijdering van de PKK van de EU-terreurlijst. Als Öcalan wordt vrijgelaten en de PKK bereid is de wapens neer te leggen, is er geen reden meer om de PKK op de EU-terreurlijst te plaatsen. In ruil daarvoor kan de EU de Turkse regering verplichten het vredesproces met passende wetgeving veilig te stellen en op een solide basis te plaatsen. Dergelijke wetgeving moet politieke kopstukken in Turkije binden aan het vredesproces, moet leiden tot de vrijlating van veroordeelde en gevangen Koerdische politici en moet straffeloosheid garanderen voor iedereen die betrokken is bij vredesonderhandelingen met de PKK en voor journalisten die berichten over het vredesproces en de PKK en over Koerdische eisen voor autonomie.
Met het oog op de uitdaging van de opwarming van de aarde, de Russische oorlog tegen Oekraïne en de militaire conflicten in het Midden-Oosten, is het in het allerbeste belang van de Europese Unie, die ooit is opgericht als een Europees vredesproject, om alles te doen wat in haar vermogen ligt om bij te dragen aan deëscalatie en politieke oplossing van de conflicten in het Midden-Oosten.