Ex-agente stapt uit het leven: haar afscheidsvideo wijst naar politie van Oostende Ex-agente stapt uit het leven: haar afscheidsvideo wijst naar politie van Oostende

06 oktober 2024
Onderzoek naar mogelijk misbruik binnen Oostendse politie
Een afscheidsvideo en brief van een 29-jarige ex-agente zorgen voor een storm van vragen over het interne functioneren van de lokale politie van Oostende. In haar laatste woorden wijst K. naar ex-collega’s die haar naar eigen zeggen zowel fysiek als mentaal pestten. Het arbeidsauditoraat onderzoekt nu wat er misging binnen de politiezone. Het gaat hier niet enkel om een tragisch incident, maar ook om een systemisch probleem binnen de organisatie, waarbij het functioneren van de politie in Oostende kritisch onder de loep wordt genomen. De kwestie roept fundamentele vragen op over de cultuur binnen de organisatie en de wijze waarop signalen van misstanden worden opgepakt.
K. werkte tussen eind 2018 en januari 2020 als agente bij de dienst interventie van de lokale politie van Oostende. Haar eerste job, na het afronden van de politieschool, leek een droom die uitkwam. Maar al snel sloeg deze droom om in een nachtmerrie toen ze geconfronteerd werd met buitensporig geweld door collega’s. Ze merkte al vroeg op dat bepaalde collega’s zich schuldig maakten aan gewelddadig gedrag dat ver buiten de normen van professioneel handelen viel. Toen ze dit gedrag probeerde aan te kaarten, werd ze het mikpunt van pesterijen en werd ze weggezet als ‘klikspaan’. De werkcultuur leek een giftige dynamiek te kennen waarin kritiek niet werd geduld en mensen die ethisch gedrag nastreefden geïsoleerd raakten. Voor K. betekende dit dat haar droomjob langzaam veranderde in een omgeving van angst en intimidatie.
Het arbeidsauditoraat wil niet alleen onderzoeken wat er precies is gebeurd, maar ook of er sprake is van bredere tekortkomingen in de cultuur van de politiezone. Dit betekent dat niet alleen de directe betrokkenen, maar ook leidinggevenden en toezichthouders onder de loep zullen worden genomen. De zaak legt een pijnlijk gebrek aan bescherming van klokkenluiders bloot, wat essentieel is in elke organisatie die haar eigen integriteit serieus neemt. Het onderzoek zal daarom ook moeten ingaan op de vraag hoe er in de toekomst een cultuur kan worden bevorderd waarin misstanden veilig kunnen worden gemeld.
Pesterijen en geweld: van combi tot douche
Volgens advocaat Pieterjan Dens, die de familie van K. vertegenwoordigt, gingen de pesterijen zeer ver. De ex-agente zou tijdens haar tijd bij de politie fysiek mishandeld zijn, bijvoorbeeld door te worden geslagen met een matrak tijdens het douchen op het commissariaat, en opgesloten te worden in een combi. Het fysiek geweld was niet alleen pijnlijk en traumatisch, maar diende ook om haar te vernederen en te intimideren. Deze acties waren erop gericht haar te isoleren van haar collega’s en haar het gevoel te geven dat er geen uitweg was. Zelfs de basale hygiëneruimte, die normaal gesproken een plek van privacy en rust zou moeten zijn, werd voor K. een plek van angst. Dit toont aan hoe diepgeworteld de pesterijen waren en hoezeer ze verweven waren met haar dagelijkse routine.
Maar het hield niet op bij fysiek geweld. Ook na haar ontslag hielden de pesterijen niet op. Zo werd ze op 31 augustus jongstleden tijdens een autorit door een politiewagen aan de kant gezet en opnieuw geïntimideerd. Dit incident toont aan dat de pesterijen een systematisch karakter hadden en niet alleen beperkt bleven tot de periode dat ze werkzaam was bij de politie. De voortdurende intimidatie wees op een duidelijke intentie om haar volledig te breken, zelfs nadat ze de organisatie had verlaten. De boodschap was helder: ook buiten het korps zou ze niet met rust gelaten worden. Dit maakte haar situatie uitzichtloos en droeg er uiteindelijk aan bij dat ze geen andere uitweg meer zag dan het beëindigen van haar leven.
De familie van K. blijft niet bij de pakken neerzitten. Er is een klacht ingediend met burgerlijke partijstelling. De advocaat stelt dat het duidelijk is dat de pesterijen de enige oorzaak waren van de zelfdoding van K. Het is voor de nabestaanden van K. belangrijk dat er gerechtigheid komt en dat de personen die verantwoordelijk zijn voor het lijden van hun dochter en zus ter verantwoording worden geroepen. Dit is niet alleen belangrijk voor de verwerking van hun verlies, maar ook om te voorkomen dat iets dergelijks in de toekomst nog eens gebeurt. Het indienen van een klacht is dan ook een eerste stap richting gerechtigheid, maar ook een oproep aan de samenleving om beter op te komen voor slachtoffers van misstanden binnen overheidsdiensten.
Dagboek vol bewijzen
Op haar uitdrukkelijke vraag werd het onderzoek niet door de politie van Oostende, maar door een andere politiezone opgestart. Dit verzoek onderstreept het gebrek aan vertrouwen dat K. had in haar voormalige collega’s en leidinggevenden. Het feit dat zij expliciet vroeg om een onafhankelijk onderzoek toont hoe diep het wantrouwen zat. In haar appartement werden haar laptop, USB-sticks en een soort dagboek aangetroffen waarin K. alle incidenten nauwgezet beschreef. Dit dagboek was een belangrijke getuige van de voortdurende pesterijen en intimidaties die zij moest doorstaan. K. hield gedetailleerde aantekeningen bij van de gebeurtenissen, niet alleen om haar eigen ervaringen te verwerken, maar ook als bewijs voor de structurele misstanden binnen de politie. Het dagboek beschrijft hoe haar aanvankelijke hoop op een verandering langzaam plaatsmaakte voor wanhoop en onmacht.
Ondanks intensieve therapie en een nieuwe baan bij het OCMW in Oudenburg, vond ze uiteindelijk geen uitweg meer. Het was een schrijnende strijd om terug grip op haar leven te krijgen, maar de littekens van haar ervaringen bleken te diep. De job bij het OCMW leek aanvankelijk een nieuwe start te bieden, een kans om haar leven opnieuw op te bouwen en een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de gemeenschap. Maar de trauma’s die ze had opgelopen, bleken uiteindelijk te groot. Haar nieuwe collega’s merkten dat ze weliswaar haar uiterste best deed om haar werk goed te doen, maar dat ze emotioneel zwaar belast was. De constante angst en de herbeleving van de pesterijen maakten dat ze geen rust kon vinden.
Het parket van West-Vlaanderen bevestigt dat er een onderzoek loopt en benadrukt dat de waarheid boven tafel moet komen. Ook de Algemene Inspectie, het onafhankelijk controleorgaan van de politie, onderzoekt de zaak. Dit is van cruciaal belang, aangezien het niet alleen gaat om de directe daders van de pesterijen, maar ook om het falen van het systeem dat deze misstanden heeft toegestaan. De vraag die beantwoord moet worden, is niet alleen wie verantwoordelijk is voor het directe leed van K., maar ook hoe het mogelijk is dat er geen enkel mechanisme was dat haar in bescherming kon nemen. De zaak van K. wijst op ernstige tekortkomingen in het toezicht en de verantwoordelijkheid van leidinggevenden binnen de politiezone.
Korpschef Philip Caestecker spreekt van een “dramatische zaak” en belooft volledige medewerking aan het onderzoek. Mocht blijken dat er fouten zijn gemaakt, dan worden passende maatregelen genomen. De uitspraak van de korpschef laat zien dat er op zijn minst een mate van erkenning is voor de ernst van de situatie. Echter, voor veel mensen zal dit te laat komen. Het is nu van belang dat deze beloften ook daadwerkelijk worden nagekomen en dat er transparantie is over de stappen die worden gezet om soortgelijke situaties in de toekomst te voorkomen. Het vertrouwen in de politie is ernstig beschadigd, en het herstel daarvan vraagt om meer dan alleen woorden.
Afgelopen maandag namen familie en vrienden afscheid van K. tijdens een emotionele plechtigheid. Haar Facebook-pagina is gevuld met steunbetuigingen van vrienden die het nieuws niet kunnen bevatten. Dit laat zien hoeveel impact haar dood heeft op de mensen die haar kenden en hoeveel pijn en vragen er nog steeds leven. De steunbetuigingen zijn een weerspiegeling van de verslagenheid en het ongeloof dat velen voelen. Mensen vragen zich af hoe het mogelijk is dat iemand die ooit zo gedreven en vol passie aan haar carrière begon, door haar eigen collega’s zodanig kapotgemaakt kon worden.
Een spiegel voor het systeem
Deze trieste gebeurtenis werpt een schaduw over het functioneren van de lokale politie van Oostende. Het roept de vraag op hoe effectief het interne toezicht is en hoe het komt dat signalen over grensoverschrijdend gedrag onvoldoende serieus werden genomen. Het is aan het arbeidsauditoraat en de Algemene Inspectie om de onderste steen boven te krijgen en te bepalen welke lessen hieruit getrokken moeten worden. Het feit dat K. herhaaldelijk meldingen maakte van het gedrag van haar collega’s, zonder dat hier effectief op werd gereageerd, wijst op ernstige tekortkomingen binnen het interne toezicht en de meldcultuur. Dit gebrek aan reactie heeft niet alleen het leven van K. verwoest, maar werpt ook een schaduw over het vertrouwen dat de samenleving in haar politie zou moeten hebben.
Een belangrijke les die we hieruit moeten trekken, is dat er meer aandacht moet zijn voor de cultuur binnen politiezones. Het lijkt erop dat er sprake was van een groepsdynamiek waarin afwijkend gedrag niet werd getolereerd en waarin mensen die problemen aankaartten, het slachtoffer werden van stigmatisering en pesterijen. Een dergelijke cultuur kan alleen gedijen wanneer er geen ruimte is voor dialoog en wanneer kritiek wordt gezien als een bedreiging in plaats van een kans op verbetering. Het is essentieel dat er een veilige omgeving is waarin medewerkers problemen kunnen aankaarten zonder angst voor represailles. Dit kan bijvoorbeeld door het instellen van een onafhankelijk meldpunt waar agenten terechtkunnen met klachten over hun collega’s of leidinggevenden. Alleen wanneer medewerkers de zekerheid hebben dat hun klachten serieus worden genomen, kan een cultuurverandering plaatsvinden.
Daarnaast moet er meer aandacht komen voor de mentale gezondheid van politieagenten. De druk waaronder agenten staan, kan leiden tot grensoverschrijdend gedrag, zowel jegens collega’s als burgers. De constante confrontatie met geweld, stress en moeilijke situaties kan een negatieve invloed hebben op het welzijn van de agenten. Door hier tijdig op in te spelen met preventieve maatregelen, zoals trainingen in stressmanagement, het aanbieden van psychologische ondersteuning, en het bevorderen van een cultuur van wederzijds respect en ondersteuning, kan veel leed worden voorkomen. Het welzijn van agenten moet prioriteit krijgen, omdat alleen gezonde en stabiele medewerkers in staat zijn om op een professionele manier met burgers om te gaan.
Ook moet er binnen politiezones strenger toezicht zijn op het gedrag van agenten, zowel onderling als tegenover burgers. De rol van leidinggevenden hierin is cruciaal. Zij moeten niet alleen signalen van grensoverschrijdend gedrag opvangen, maar ook actief ingrijpen wanneer er aanwijzingen zijn dat er iets misgaat. Het feit dat K. ondanks haar meldingen geen gehoor vond, wijst erop dat er tekortkomingen zijn in de manier waarop leidinggevenden hun verantwoordelijkheid nemen. Leidinggevenden moeten niet alleen als voorbeeld dienen, maar ook als beschermers van hun medewerkers. Dit betekent dat ze hun verantwoordelijkheid moeten nemen wanneer er problemen zijn en dat ze moeten ingrijpen om misstanden te voorkomen.
Verder moeten we ons realiseren dat pesterijen op de werkvloer verstrekkende gevolgen kunnen hebben. In dit geval heeft het geleid tot de zelfdoding van een jonge vrouw die ooit vol enthousiasme begon aan haar loopbaan bij de politie. Het is een tragisch voorbeeld van hoe destructief pestgedrag kan zijn. Werkgevers, en zeker publieke instellingen zoals de politie, moeten daarom zorgen voor een werkomgeving waarin respect en integriteit centraal staan. Dit vraagt om duidelijke gedragsregels, maar ook om een cultuur waarin deze regels worden nageleefd en waarin mensen elkaar aanspreken op ongepast gedrag. Pesterijen mogen nooit worden gebagatelliseerd of afgedaan als ‘plagerijtjes’. De gevolgen zijn te groot en te ernstig.
De zaak van K. is een harde les voor de politie van Oostende, maar ook voor andere politiezones en werkgevers in het algemeen. Het benadrukt het belang van een cultuur waarin mensen elkaar ondersteunen in plaats van tegenwerken. Alleen zo kunnen we voorkomen dat tragedies zoals deze zich in de toekomst herhalen. Het is belangrijk dat we als samenleving niet wegkijken wanneer mensen lijden onder misstanden, maar dat we ons actief inzetten voor verandering. Het creëren van een veilige en ondersteunende werkomgeving is niet alleen een verantwoordelijkheid van de politie, maar van ons allemaal.
Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op www.zelfmoord1813.be.
Bron: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20241004_96211500
Foto bron: Antoine Boudon Volkswagen Transporter T5 bus – Politie (Belgian police) Oostende, 2020