Haatspraak aanpakken: tijd voor een eerlijke Grondwet

Woensdag 30 april 2025

Op 25 april 2024 klonk in Brussel een krachtige oproep van Unia, het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM) en 38 andere organisaties. Zij pleiten voor een grondige herziening van artikel 150 van de Belgische Grondwet. De huidige regels maken het moeilijk om haatspraak effectief te vervolgen, waardoor slachtoffers vaak zonder erkenning of gerechtigheid achterblijven. Hoe kan België als rechtsstaat deze ongelijkheid aanpakken? Een aanpassing van de wet is dringend nodig om alle vormen van haatspraak gelijk te behandelen.

Vrijheid met grenzen

Vrijheid van meningsuiting vormt de kern van de Belgische democratie. Toch kent deze vrijheid grenzen, vooral als het gaat om haatboodschappen. Artikel 150 van de Grondwet bepaalt dat strafbare uitspraken via de pers, zoals haatspraak, voor een hof van assisen moeten worden gebracht. Deze procedure, met een jury, is tijdrovend en kostbaar. In de praktijk leidt dit ertoe dat zulke zaken zelden worden vervolgd. Slachtoffers van haatspraak blijven hierdoor vaak in de kou staan, terwijl daders straffeloos blijven.

Een ongelijke behandeling

Sinds 1999 biedt de wet een uitzondering: haatspraak met een racistisch, xenofoob of negationistisch karakter kan wél door een correctionele rechtbank worden behandeld. Dit maakt snellere vervolging mogelijk. Maar andere vormen van haatspraak, zoals die gebaseerd op seksuele oriëntatie, gender, geloof, handicap of genderidentiteit, vallen nog steeds onder de zware assisenprocedure. Hierdoor ontstaat een ongelijke situatie. Een rechter kan bijvoorbeeld iemand veroordelen voor racistische uitspraken, maar zich onbevoegd verklaren als het gaat om homofobe of transfobe boodschappen. Deze tegenstelling vraagt om een snelle oplossing.

Sociale media als uitdaging

De opkomst van sociale media heeft de verspreiding van haatspraak versneld. In 1999, toen de huidige regels werden aangepast, bestonden platforms zoals Facebook of X nog niet. Tegenwoordig kan iedereen met een smartphone een haatboodschap de wereld insturen. Berichten die oproepen tot geweld tegen groepen zoals moslims, vrouwen of mensen met een handicap verschijnen regelmatig online. Als zo’n boodschap schriftelijk is, geldt het als een drukpersmisdrijf en moet het voor een assisenjury. Een video met dezelfde inhoud kan echter wél door een correctionele rechtbank worden behandeld. Dit verschil in behandeling is niet langer houdbaar.

Bescherming van minderheden

Mensenrechtenorganisaties wijzen al jaren op de noodzaak van een grondwetswijziging. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens benadrukt dat landen verplicht zijn minderheden te beschermen tegen oproepen tot discriminatie of geweld. Als België hier niet in slaagt, schendt het internationale verplichtingen. Het doel is niet om meningen te censureren. Kwetsende of schokkende uitspraken vallen onder de vrijheid van meningsuiting. Maar boodschappen die aanzetten tot haat, geweld of uitsluiting moeten consequent worden aangepakt, ongeacht het medium of het doelwit.

Een brede coalitie voor verandering

De oproep voor een herziening komt van een diverse groep organisaties. Çavaria, Belgian Disability Forum, BePax, Casa Rosa, CBAI, Collectif pour l’Inclusion et contre l’Islamophobie en Belgique, Conseil Supérieur National des Personnes Handicapées, Délégué général aux droits de l’enfant, Ella, Esenca, Fédération Francophone des Sourds, Fédération Prisme, Furia, Hand in Hand tegen Racisme, Hand-in-Hand Gent, Hart boven Hard, Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, Inclusion, Internationaal Comité, Kif Kif, Le Monde des Possibles, LEVL, Liga voor Mensenrechten, Ligue des droits humains, Limburg Pride, Merhaba, Mouvement Ouvrier Chrétien, MRAX, NAPAR Coalitie, Onafhankelijk Leven, Ook Genks Wel Anders, ORBIT, RainbowHouse, Regenbooghuis Limburg, SAAMO, Union des Progressistes Juifs de Belgique, Universiteit voor het Maatschappelijk Belang en Vie Féminine steunen allemaal deze oproep. Samen vragen zij de federale regering om nu actie te ondernemen en artikel 150 open te stellen voor herziening.

Een kans voor gerechtigheid

Een herziening van artikel 150 kan ervoor zorgen dat alle vormen van haatspraak gelijk worden behandeld. Door ook niet-raciale haatspraak voor de correctionele rechtbank te brengen, wordt vervolging eenvoudiger en sneller. Dit geeft slachtoffers de erkenning die zij verdienen en versterkt het vertrouwen in de rechtsstaat. De tijd om te handelen is nu, zodat België een duidelijke boodschap stuurt: haat heeft geen plaats in onze samenleving.

Bronnen

  • Bericht Unia
  • Informatie Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens

Andy Vermaut