Japanse Senior Researcher Shunichi Fujiki slaat alarm over vervolging in Pakistan

4 oktober 2024

Tijdens de 57e zitting van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in Genève, werd op 4 oktober 2024 een zijevent georganiseerd door de TUMUKU Development & Cultural Union. Dit event richtte zich op de aanhoudende vervolging van Pashtuns en Baloch door de Pakistaanse overheid.

Aanhoudende repressie van Pashtuns en Baloch

Dr. Fazal-ur Rehman Afridi, een vertegenwoordiger van de organisatoren, legde de focus op de zware onderdrukking van de Pashtuns door het Pakistaanse leger en de inlichtingendiensten. Afridi beschreef hoe deze gemeenschap al jarenlang geconfronteerd wordt met gedwongen verdwijningen, arrestaties en moorden. Deze acties richten zich niet alleen op de Pashtuns, maar ook op de Baloch, een etnische minderheid die in het hart van de China-Pakistan Economic Corridor (CPEC) woont. De regio, rijk aan minerale bronnen en olie, wordt volgens Afridi systematisch ontruimd ten voordele van Chinese mijnbouwbedrijven.

Bangladesh en mensenrechtenschendingen

Een andere spreker, Rahman uit Bangladesh, verwees naar de onrust in zijn land. Hij benadrukte de rol van studenten en andere activisten die drie maanden geleden het parlement bezetten en het groeiende verzet tegen de onderdrukkende maatregelen van de overheid.

Japanse ODA-fondsen en schendingen van mensenrechten

Shunichi Fujiki uit Japan bekritiseerde de Official Development Assistance (ODA) die de Japanse overheid al 30 jaar aan Pakistan verleent. Volgens Fujiki is het onduidelijk hoe deze fondsen worden besteed, en hij vreest dat ze direct of indirect worden ingezet om de etnische minderheden te onderdrukken. De Japanse regering gaf aan dat het niet mogelijk is om de besteding van de fondsen te controleren vanwege diplomatieke protocollen. Fujiki drong er echter op aan dat Japan meer verantwoordelijkheid neemt en de situatie nauwgezet volgt.

Toekomstige conferentie in Japan

Fujiki sloot af met de aankondiging van een internationale conferentie over vrede en mensenrechten in Azië, die in december plaatsvindt in het Japanse parlement. Hij deed een oproep voor brede deelname aan dit belangrijke evenement.

Shunichi Fujiki is een Japanse mensenrechtenactivist, academicus en commentator die zich actief inzet voor kwesties van democratie, mensenrechten en internationale relaties in Azië, met name met betrekking tot Japanse buitenlandse hulp en diplomatieke betrekkingen. Hij heeft zich in het bijzonder uitgesproken over de rol van Japan in internationale ontwikkelingshulp, waarbij hij kritische vragen stelt over hoe Japanse fondsen worden besteed, met name in landen zoals Pakistan waar er zorgen zijn over mensenrechtenschendingen.

Fujiki staat bekend om zijn standpunt dat Japan meer verantwoordelijkheid moet nemen bij de toewijzing van zijn officiële ontwikkelingshulp (ODA). Hij benadrukt de noodzaak van strikte monitoring en transparantie om te garanderen dat de fondsen niet worden gebruikt om repressieve regimes te ondersteunen of om mensenrechten te schenden. Een van zijn belangrijkste zorgen is dat de ontwikkelingshulp die Japan verstrekt aan landen zoals Pakistan, in plaats van te worden gebruikt voor economische ontwikkeling of humanitaire doeleinden, mogelijk wordt misbruikt om de onderdrukking van etnische minderheden zoals de Pashtuns en de Baloch te financieren.

In zijn toespraken en publicaties uit Fujiki kritiek op de Japanse regering, omdat het volgens hem niet voldoende aandacht besteedt aan de daadwerkelijke bestemming van de verstrekte fondsen. Hij stelt dat diplomatieke protocollen vaak in de weg staan van effectieve controlemechanismen, wat leidt tot situaties waarin ontwikkelingshulp wordt misbruikt. Fujiki roept de Japanse overheid regelmatig op om haar beleid te herzien en om zich actiever in te zetten voor de bescherming van mensenrechten wereldwijd.

Naast zijn werk rond ontwikkelingshulp is Fujiki ook betrokken bij het organiseren van internationale conferenties en evenementen over mensenrechten en vrede in Azië. Hij ziet internationale samenwerking als een essentiële stap in de aanpak van mensenrechtenschendingen en heeft dan ook een platform gecreëerd om deze problemen onder de aandacht te brengen. Shunichi Fujiki’s werk benadrukt een belangrijk aspect van Japanse buitenlandse politiek, waarbij hij pleit voor een ethisch en verantwoord beleid dat bijdraagt aan de verbetering van mensenrechten in ontwikkelingslanden. Zijn kritische houding ten opzichte van zijn eigen regering toont zijn toewijding aan transparantie en verantwoording in internationale relaties, waarbij hij wil voorkomen dat ontwikkelingshulp misbruikt wordt voor politieke onderdrukking of mensenrechtenschendingen.