‘Nooit meer’ is nu: Europese top in Krakau koppelt herdenken aan harde keuzes tegen Jodenhaat

3 november 2025

Herdenking wordt verantwoordelijkheid

In Krakau boog een brede delegatie van Europese parlementsleden, ministers, diplomaten, veiligheidsdiensten, academici en Joodse organisaties zich vandaag over één urgente vraag: hoe Jodenhaat in Europa terugdringen zodra die zich in de samenleving, op universiteiten en online manifesteert. De bijeenkomst, georganiseerd door de European Jewish Association (EJA), zette de stap van plechtige woorden naar uitvoerbare maatregelen. De setting was niet toevallig: een stad die ooit bruiste van Joods leven en morgen de stille getuigenis van Auschwitz-Birkenau confronterend dichtbij laat zien.

De toon van de dag

De openingsboodschap was onomwonden: ‘Nooit meer’ is geen zin uit het verleden, maar een opdracht voor nu. Dat klonk in videoboodschappen en speeches waarin recente grafschendingen, bedreigingen en aanvallen in Europese steden werden genoemd. Sprekers spraken niet alleen over gevoelens van onveiligheid, maar over structurele gevolgen: synagogen en scholen achter hekken, kinderen die hun ketting weghangen, rabbijnen en leerkrachten die beveiliging nodig hebben. De rode draad doorheen de dag: herinnering zonder verantwoordelijkheid helpt de verkeerde kant.

Onderzoek naar taal en framing

Een onderzoeksteam presenteerde een grootschalig experiment in Zweden, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten met samen negenduizend deelnemers. De methode was eenvoudig en veelzeggend: twee groepen kregen identieke stellingen, maar in de ene stond ‘Joden’, in de andere ‘zionisten’. Bij ‘Joden’ wezen respondenten de beweringen over ‘macht’, ‘kwaad’ en ‘bedrog’ sterk af; bij ‘zionisten’ schoof de gemiddelde respons richting instemming of neutraliteit. De onderzoekers gebruikten daarnaast zogeheten lijst-experimenten om sociaal wenselijke antwoorden te omzeilen. Conclusie: het vocabularium is veranderd, de negatieve kern niet. Dat verklaart waarom cijfers na schokkende gebeurtenissen pijlsnel stijgen, terwijl de voedingsbodem al aanwezig is.

Wat telt als vrij debat en waar begint haat

Een terugkerend thema was de grens tussen stevig politiek debat en taal die ontmenselijkt. Meerdere parlementsleden riepen op tot heldere criteria op campussen en in de media. Ze verwezen naar bestaande werkdefinities die veel Europese instanties al hanteren en vroegen om consequente toepassing op universiteiten, in rechtbanken, bij overheden én op straat. Daarbij klonk kritiek op demonstratieroutes die doelbewust langs Joodse buurten lopen, en op het ontbreken van duidelijke online drempels voor het aanzetten tot vijandigheid.

Beleid op straatniveau

Wat betekent dat concreet? Politiële zichtbaarheid rond gebedshuizen en Joodse scholen, voorafgaande toetsing van marsroutes op risico’s, en kordate handhaving bij haatincidenten. In deze lijn werd gepleit voor snelle, herkenbare juridische afhandeling van haatmisdrijven, zodat burgers het vertrouwen in aangifte en vervolging niet verliezen. Tegelijk werd gewaarschuwd: beveiliging redt levens, maar mag geen permanente vervanging worden voor breed gedragen veiligheid in de samenleving.

Sociale media als frontlinie

Een panel over digitale platformen schetste hoe een losgelaten slagzin in minuten miljoenen mensen bereikt. De sprekers stelden dat regels in de online ruimte gelijkwaardig moeten zijn aan de straat; wat men offline niet kan roepen, hoort online dezelfde gevolgen te hebben. Daarbij passeerden concrete suggesties: transparante moderatie, snelle meldkanalen voor haat en consequente sancties voor aanstokers, zonder het wettelijk beschermde meningsverschil te schaden.

Casus Manchester: wat procedures kunnen betekenen

Een Britse rabbijn vertelde hoe training, protocollen en samenwerking met politie het verschil maakten toen een gewapende aanvaller toesloeg bij een synagoge in Manchester. De instelling heropende snel — een teken van veerkracht — maar de onderliggende onveiligheid blijft voelbaar. Zijn punt was helder: zonder stevige preventie en heldere taal tegen demoniserende framing blijft ieder incident één vonk verwijderd.

Wat onderwijs kan doen

Onderwijs kwam keer op keer naar voren: lessen over geschiedenis, burgerschap, mediawijsheid en het herkennen van hedendaagse codes waarmee oude vooroordelen worden verpakt. Leerplannen kunnen verduidelijken wat antisemitisme vandaag betekent, hoe het verschilt van legitieme kritiek op beleid, en welke effecten ontmenselijking heeft. Opleidingen voor leerkrachten, magistraten, politie en publieke ambtenaren moeten daarin meegaan.

Stemmen uit de Arabische wereld

Sprekers uit de Verenigde Arabische Emiraten en de bredere regio beschreven persoonlijke trajecten: van jeugd in scholen waar Joden afwezig waren, via confrontatie met feitelijke bronnen, naar pleidooien voor uitwisseling en taalonderwijs. Antinormalisatie heeft volgens hen generaties lang menselijk contact bemoeilijkt. Hun boodschap was praktisch: conditioneer buitenlandse hulp op onderwijs dat haat verwerpt, maak burgercontacten mogelijk, volg dubieuze financiering, en laat sociale media niet de enige leraar zijn.

Duitsland en deelstaatpraktijk

Ervaringen uit Hessen toonden hoe structurele samenwerking tussen deelstaat, politie, inlichtingendiensten, universiteiten en Joodse gemeenschappen kan werken: systematische monitoring van incidenten, training voor sleutelberoepen en aandacht voor nieuwe allianties op straat, waar linkse actiegroepen en islamistische organisaties elkaars taal en beelden overnemen. Dat vraagt om beleid dat de realiteit benoemt en niet terugschrikt voor ongemakkelijke bevindingen.

Hongarije over Europese coördinatie

Vanuit Boedapest klonk de oproep om nationale maatregelen aan Europese instrumenten te koppelen: gedeelde regels tegen online haat, consequenties voor studenten die herhaaldelijk de grens overschrijden, en meer middelen voor projecten die Joods leven zichtbaar houden. Daarbij werd gewezen op het belang van vertrouwen: dubbele standaarden richting Israël hebben volgens betrokkenen onvermijdelijk effect op Joden hier, en holten de geloofwaardigheid van antihaatbeleid uit.

Noodmaatregelen en rechtsstaat

Een toonaangevende Joodse koepelorganisatie herhaalde haar eerdere vraag voor een tijdelijke noodperiode waarin extra beveiliging, voorafgaande toetsing van risicovolle betogingen en een versnelde justitiële aanpak worden ingevoerd. Niet als standaard, maar als signaal dat normalisering van dreiging geen optie is. De pointe: stilte wordt gelezen als toestemming; duidelijkheid redt levens.

Voorstel voor beschermde status

In zijn slotrede deed de EJA een concreet, politiek voorstel: erken Joods leven in Europa met een beschermde status. Dat omvat door de staat gegarandeerde beveiliging van scholen, synagogen en culturele instellingen, respect voor religieuze praktijken, robuuste financiering voor onderwijs en cultuur, en een proactieve aanpak voor erfgoed in de publieke ruimte. Niet als gunst, maar als recht voor burgers die onlosmakelijk deel uitmaken van het Europese verhaal.

De rol van universiteiten

Meerdere sprekers beschreven hoe campusdebatten ontsporen wanneer morele labels de plaats innemen van argumenten. Oplossingen variëren van heldere campuscodes en training van docenten tot gastcolleges met verschillende perspectieven, mits deze het onderscheid tussen feit en laster bewaken. Universiteiten blijven plekken voor scherp debat; ze mogen geen oefenterrein voor intimidatie zijn.

Media en internationale zenders

In een discussie over internationale zenders werd het verschil aangehaald tussen taalversies van hetzelfde kanaal en de impact daarvan op Europese woonkamers. Sommige landen kiezen voor een verbod; elders pleiten sprekers voor transparantie-eisen, weerwoord en toezicht op haatdragende inhoud. Wat overal geldt: wie desinformatie en ontmenselijking aanjaagt, beïnvloedt direct wat zich op straat afspeelt.

Overlevenden als moreel kompas

Een getuigenis uit België raakte de zaal: een kleuter die tijdens de oorlog honger had en stiekem het kattenvoer van de buurvrouw wilde pakken; precies dat detail leidde tot hulp, en tot verzet tegen onverschilligheid. Een tweede verhaal, uit een Poolse familie die Auschwitz overleefde, maakt het tastbaar: een meegebrachte tandenborstel als houvast voor menswaardigheid. Deze getuigenissen dienen vandaag als maatstaf: de samenleving wordt beoordeeld op hoe zij kleine, concrete menselijkheid mogelijk maakt.

Waarom Krakau ertoe doet

Krakau staat symbool voor wat Europa verloor en opnieuw moet koesteren: levend Joods leven, zichtbaar in straatbeeld, onderwijs, cultuur en geloof. De wandel door Kazimierz en het bezoek aan Auschwitz zijn geen sluitstuk, maar context voor beleid. De vraag die overblijft: welke keuzes volgen er woensdag in parlementen, colleges en rectoraten?

Wat morgen kan beginnen

De conferentie eindigde niet met applaus maar met werkpunten: betere meting en rapportage, recht dat werkt, onderwijs dat ontmythologiseert, politiewerk dat beschermt zonder te verstikken, en online regels die niet wegkijken. Het is precies die mix van nuchterheid en realisme die het verschil maakt tussen wachten op de volgende escalatie of ze voorkomen.

Andy Vermaut +32499357495