Pakistan in crisis: escalatie van geweld tegen Ahmadis terwijl autoriteiten toekijken

28 oktober 2024
Extremistische bedreigingen leiden tot angstaanjagende escalatie
In een verontrustende reeks ontwikkelingen in Pakistan wordt de Ahmadi-gemeenschap steeds meer geconfronteerd met gruwelijke bedreigingen en aanvallen. Naeem Chatta Qadri, een extremistische geestelijke, heeft in recente video’s zijn oproepen tot geweld vergroot en richt zich nu op het “volledig uitroeien” van de Ahmadi-gemeenschap. Volgens de International Human Rights Committee (IHRC) noemt Qadri de Ahmadis “vijanden van de Heilige Profeet” en dringt hij aan op verregaande acties tegen hen. De oproepen tot vernietiging treffen de gemeenschap hard, terwijl de autoriteiten volgens de IHRC weinig tot geen maatregelen nemen om deze bedreigingen tegen te gaan.
Ontheiliging van graven en gebedshuizen in volle gang
Incidenten van vandalisme tegen Ahmadiya-heiligdommen hebben in oktober een schokkende piek bereikt. Op 17 oktober werden twee graven vernield in het Ahmadiyya-kerkhof in Barali, district Kotli. Daarbij werden de grafstenen meegenomen en op brutale wijze vernietigd. Op 23 oktober werd de Ahmadiya-gemeenschap in Goi, Azad Jammu & Kashmir, geconfronteerd met de vernietiging van maar liefst 50 graven in de nachtelijke uren. Deze graven, een deel van een begraafplaats die dateert van voor de onafhankelijkheid van Pakistan, werden door onbekende aanvallers onteerd, waarbij ook niet-Ahmadi-graven in de begraafplaats ongemoeid bleven. De schok en het verdriet binnen de gemeenschap nemen verder toe, vooral omdat deze aanvallen plaatsvinden met minimale reactie van de autoriteiten.
Politie gedwongen tot meewerken aan vandalisme
Naast de aanvallen door extremisten, wordt de politie vaak onder druk gezet door extremistische groepen om te participeren in de vernieling. Zo werd op 29 en 30 september gemeld dat de politie in het district Dugri Ghumna onder druk werd gezet om Ahmadiyya-graven te vernietigen, waarbij de tegenstanders van de gemeenschap hen hiertoe dwongen. Op 19 oktober sloegen agenten en arbeiders de handen ineen om delen van een Ahmadiyya-gebedshuis in Chak WB 163 in district Vehari te slopen. De politie arriveerde die ochtend en bracht een arbeider mee om het gebedshuis te beschadigen en de opzienbarende bouwelementen te verwijderen, zoals de minaretten en de nis.
Groeiende ongerustheid bij internationale waarnemers
De Verenigde Naties en andere prominente mensenrechtenorganisaties volgen deze ontwikkelingen met toenemende zorg. VN-mensenrechtendeskundigen hebben in juli 2024 een dringend beroep gedaan op Pakistan om een einde te maken aan de aanhoudende vervolging en discriminatie van de Ahmadiyya-gemeenschap. De VN-speciale rapporteurs beschreven gedocumenteerd bewijs van buitenrechtelijke moorden, willekeurige arrestaties en detenties, aanvallen op gebedshuizen en beperking van de vrijheid van meningsuiting en vergadering. Deze krachtige oproepen lijken echter onbeantwoord, nu de Pakistaanse autoriteiten kennelijk onvoldoende ingrijpen.
Noodkreet aan de internationale gemeenschap
De IHRC vraagt de wereldwijde gemeenschap om Pakistan ter verantwoording te roepen. Het stelt dat Pakistan niet alleen verantwoordelijk is voor de bescherming van de Ahmadiyya-gemeenschap, maar ook voor het eerbiedigen van internationale mensenrechtenstandaarden, zoals vastgelegd in het Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De vraag rijst hoe lang de wereldgemeenschap zal toekijken zonder in te grijpen, terwijl de situatie van de Ahmadi’s steeds uitzichtlozer wordt.