Poging moord Theodorou: Rechtszaak valt stil na 25 jaar

Dossier in erbarmelijke staat zorgt voor stopzetting vervolging

Mons, 4 september 2024 – De rechtbank van assisen in Henegouwen heeft de vervolging tegen N. Theodorou, die werd beschuldigd van poging tot moord in 1999, stopgezet. Tijdens de zitting op 4 september verklaarde de rechtbank dat het proces niet kan doorgaan door ernstige fouten in het dossierbeheer en het verlies van cruciale bewijsmaterialen.

N. Theodorou werd aangeklaagd voor een poging tot moord op D.V. en G.L. op 15 november 1999 in Hensies. Hoewel hij in 2005 werd veroordeeld tot 25 jaar celstraf, was hij gevlucht en bleef jarenlang voortvluchtig. Pas in juni 2022 werd hij in Griekenland gearresteerd op basis van een Europees arrestatiebevel.

Verlies van bewijsmateriaal en gebrekkige getuigenissen

In de loop der jaren zijn tal van bewijsmaterialen verloren gegaan of beschadigd. De rechtbank beschreef het dossier als “in een staat die onwaardig is voor een rechtsstaat”. Een belangrijk onderdeel van het bewijs, zoals kruitsporen, kon door slechte opslag niet worden hergebruikt voor nieuwe expertises, waardoor een eerlijk proces onmogelijk werd. Ook de getuigenverklaringen zijn door de verstreken tijd ernstig verzwakt, met veel getuigen die inmiddels overleden of onvindbaar zijn.

Schending van het recht op een eerlijk proces

De rechtbank wees op schendingen van het recht op een eerlijk proces, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Theodorou had bijvoorbeeld geen toegang tot een advocaat tijdens meerdere verhoren, en cruciale getuigen konden niet worden gehoord door de verstreken tijd en het overlijden van betrokkenen.

De staat waarin het dossier verkeerde, zowel fysiek als juridisch, maakte het onmogelijk om de beschuldigingen tegen Theodorou in stand te houden zonder zijn recht op een eerlijk proces te schenden. De rechtbank was genoodzaakt de vervolging onontvankelijk te verklaren.

De juridische gevolgen van tijdsverloop

De rechtbank benadrukte dat het lange tijdsverloop sinds de feiten deels te wijten is aan de vlucht van de beschuldigde, maar de rechtbank heeft toch besloten dat de gevolgen voor het bewijs zwaarder wogen. De juridische en technologische ontwikkelingen van de afgelopen jaren hadden een nieuwe analyse van het bewijsmateriaal vereist, maar die kans ging verloren door de slechte staat van het dossier.

Hoewel het OM alles in het werk heeft gesteld om de stukken alsnog beschikbaar te maken, waren veel documenten onleesbaar of onvolledig. Uiteindelijk kon niet worden gegarandeerd dat het hele dossier correct werd voorgelegd aan de rechtbank.

Rechtbank kan niet verder

Onder leiding van voorzitter Philippe Morandini, eerste voorzitter van het hof van beroep, en procureur-generaal Ingrid Godart, werd geconcludeerd dat het proces tegen Theodorou niet eerlijk kon verlopen. “De omstandigheden waarin dit dossier zich bevindt, laten geen mogelijkheid open voor een eerlijke beoordeling,” verklaarde Morandini. Hierdoor werd de zaak tegen N. Theodorou stopgezet.