Van sigarenkistje tot slagveld: het onversaagde leven van dokter Roger Lambrechts

4 april 2025
Een roestig sigarenkistje, verscholen in een oude eiken kast, bracht Hubert Paulissen onverwachts oog in oog met een vergeten held. Binnenin lag het oorlogsdagboek van zijn grootvader, dokter Roger Lambrechts, een man wiens leven zich afspeelde te midden van de gruwelen van twee wereldoorlogen. Geboren in 1892, gestorven onder de hakbijl van de nazi’s in 1943, liet Lambrechts een erfenis na die zijn kleinzoon, samen met historicus André Gysel, zorgvuldig reconstrueerde. Dit verhaal, vastgelegd in een boek uitgegeven door De Schorre, voert je mee van de modderige loopgraven aan de IJzer naar de kille gevangeniscellen in Keulen. Het is een relaas van plicht, moed en menselijkheid dat nog lang nazindert.
Een onverwachte schat in Lanaken
Het begon allemaal in 2009, toen een ongeval Hubert Paulissen, een 65-jarige oud-apotheker-assistent uit Lanaken, aan huis kluisterde. Zijn rusteloze aard dreef hem naar een geërfde eiken kast, een erfstuk van zijn overleden ouders dat hij na hun dood in 1980 had gekregen. In zijn woning aan de Wijngaardstraat 16 begon hij te snuffelen, zonder te vermoeden wat hij zou vinden. Tussen stoffige planken stuitte hij op een ijzeren sigarenkistje, klein maar zwaar van betekenis. Toen hij het opende, trof hij een boekje met een stoffen kaft, geschreven in een handschrift zo elegant dat het hem de adem benam. Het was het dagboek van zijn grootvader, Roger Lambrechts, daterend uit de Eerste Wereldoorlog.
Het Frans waarin het geschreven was, vormde geen obstakel. Met hulp van Franstalige familieleden vertaalde Paulissen de notities, die hem meevoerden naar de chaos van 1914. Maar de vondst hield daar niet op. Later ontdekte hij brieven, geschreven door Lambrechts vanuit de Sint-Gillisgevangenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze documenten waren meer dan familie-erfgoed; ze waren historische getuigenissen. Paulissen voelde de urgentie om dit verhaal te delen. Hij nam contact op met het archief van Diksmuide, dat hem in verbinding bracht met André Gysel, een oud-leraar en gids in de IJzervallei en Westhoek. Samen begonnen ze aan een minutieuze reconstructie, bladzijde na bladzijde, om het leven van Lambrechts in al zijn facetten te begrijpen.


Een jonge dokter in oorlogstijd
Roger Lambrechts werd geboren in 1892 in Kessel-Lo, een rustige plek die weinig deed vermoeden van de stormen die zouden komen. Hij volgde zijn opleiding aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege in Tienen en begon in 1910 aan geneeskundestudies aan de Universiteit van Leuven. Na zijn eerste doctoraat ontmoette hij Marguerite Praet, de vrouw die later zijn echtgenote zou worden. Maar de Eerste Wereldoorlog gooide alles overhoop. In maart 1914, nog voor de Duitse inval in augustus dat jaar, meldde hij zich als vrijwilliger bij het Belgische leger. Hij was vastbesloten zijn laatste jaar geneeskunde af te ronden in militaire dienst, bij de 3de Legerdivisie, Regiment 4de Jagers te Voet.
Begin augustus 1914 raakte België in de greep van de oorlog. Het kleine Belgische leger bood felle weerstand in Luik, Namen en Antwerpen, maar werd uiteindelijk teruggedrongen naar de IJzer. Lambrechts was erbij, nog geen volwaardig arts, maar al belast met de zorg voor zo’n 1.000 soldaten onder leiding van dr. Irénée Vanderginst. Ondanks zijn onvoltooide opleiding kreeg hij een geweer in handen, net als de rest. Het Belgische leger vocht met verouderde uniformen en zonder helmen, een detail dat Paulissen nog steeds frappeert. Lambrechts nam deel aan veldslagen zoals de Slag om Luik en de verdediging van Leuven en Antwerpen, tot aan de Slag om Diksmuide.
Een bijzonder moment speelde zich af in die vroege oorlogsjaren. Tijdens een gevecht verzorgde hij een gewonde Duitse soldaat, die hem aanvankelijk aanviel. Lambrechts kalmeerde hem en redde zijn leven, waarop de Duitser hem zijn zwaard schonk als dank. Hoewel hij de Eed van Hippocrates nog niet had afgelegd, voelde hij een diepe plicht om te helpen, ongeacht de zijde van de gewonde.
De akelige nacht van 25 oktober 1914
Die plicht kwam scherp in beeld tijdens de nacht van 25 op 26 oktober 1914, een episode die onderpastoor Jozef Van Ryckeghem in zijn dagboek vastlegde. In Kaaskerke en Diksmuide heerste chaos. Duitse gevangenen werden bij het station gesorteerd: de besten, die Belgische levens hadden gered, bleven gespaard; de slechtsten, waaronder een klaroenblazer en een onderofficier, werden gefusilleerd. Lambrechts, waarschijnlijk een van de twee Belgische dokters die Van Ryckeghem noemt onder ‘Le Helloco’, werd ingeschakeld om gewonden te verzorgen. Samen met een Franse officier droeg hij een gewonde, mogelijk dr. Duguet of aalmoezenier Le Helloco, naar een ambulance. Maar na amper 200 meter werden ze overvallen door Duitsers en gevangengenomen.
André Gysel, die ook het dagboek van admiraal Ronarc’h vertaalde, beschreef deze nacht op pagina 77 als een van de gruwelijkste episodes rond Diksmuide. Franse en Belgische soldaten wreekten hun kameraden, doodden Duitse aanvoerders en namen anderen gevangen. Lambrechts overleefde, maar de gebeurtenissen bleven hem bij, vastgelegd in zijn eigen woorden.


Een nieuw begin en een nieuwe strijd
Na de oorlog, in 1918, behaalde Lambrechts zijn doktersdiploma, een formaliteit na jaren praktijk in de loopgraven. Hij trouwde Marguerite Praet, van wie hij vier jaar gescheiden was geweest door de oorlog, en vestigde zich in Dilbeek. Zijn praktijk in Sint-Jans-Molenbeek groeide snel tot een succes. Als vurig patriot probeerde hij in 1939 de Senaat te bereiken via een Rex-lijst, maar keerde zich al gauw af van de nazigezinde Léon Degrelle.
De Tweede Wereldoorlog bracht hem opnieuw in de vuurlinie. Vanuit zijn praktijk verzamelde hij inlichtingen over Duitse vliegvelden, de Atlantikwall en spoorlijnen, cruciale informatie voor het verzet. Op 14 april 1942 sloeg de Gestapo toe. Lambrechts werd gearresteerd en anderhalf jaar lang van gevangenis naar gevangenis gesleept in Duitsland. Zijn gezondheid takelde af, maar een natuurlijke dood werd hem niet gegund. Op 22 november 1943, na openlijke minachting voor de nazi’s tijdens zijn verhoor, eindigde zijn leven onder de hakbijl in Keulen.
Een nalatenschap in boekvorm
Hubert Paulissen liet dit verhaal niet verloren gaan. Met André Gysel als compagnon bracht hij het leven van zijn grootvader tot in detail in kaart. Op 21 maart 2025 stuurde hij, vlak voor een fietstocht, een mail met documenten vanuit Lanaken: een PDF van Van Ryckeghems dagboek, een Word-bestand van 14 KB met de tekst, en een ander met Gysels uitleg. Hij voegde foto’s toe van de kaft en rug van het boek, uitgegeven door De Schorre, en een artikel uit de Artsenkrant dat het werk prees. Paulissen is bereikbaar via hpaulissen@skynet.be (mailto:hpaulissen@skynet.be), 089 71 57 61 of 0473 51 52 83, en actief op https://www.facebook.com/hubert.paulissen.
Een stem uit het verleden
Het leven van Roger Lambrechts, van de IJzer tot Keulen, is een testament van onverzettelijkheid. Zijn dagboek en brieven, aangevuld met de historische precisie van Paulissen en Gysel, maken de oorlog tastbaar. Dit is geen stoffig relaas, maar een levend portret van een arts die zijn plicht boven alles stelde, zelfs toen het hem zijn leven kostte. Het boek blijft een blijvende herinnering aan een man die zowel vriend als vijand verzorgde, en die tot het einde zijn waardigheid behield.
Bronnen:
- Dagboek Roger Lambrechts, Eerste Wereldoorlog
- Brieven Roger Lambrechts, Tweede Wereldoorlog
- “Roger Lambrechts, arts tussen Hippocrates en Hitler” door Hubert Paulissen en André Gysel
- Dagboek onderpastoor Jozef Van Ryckeghem, 25-26 oktober 1914
- Vertaling dagboek admiraal Ronarc’h door André Gysel
- E-mail Hubert Paulissen, 21 maart 2025
- Artikel Artsenkrant over het boek
- “Dixmude en omstreken,” mei 1918