Architecturaal geschil in Gent: Hof van beroep deed uitspraak in zaak Anja Nutten versus Demeyere architectenbureau

Gent, 19 januari 2024 – Het Hof van Beroep in Gent heeft op 19 januari 2024 een belangrijke uitspraak gedaan in een juridische strijd die al geruime tijd de gemoederen bezighoudt. De zaak tussen Anja Nutten, een particuliere opdrachtgever, en het Demeyere Architectenbureau draaide om geschillen met betrekking tot een architectenopdracht en de bijbehorende financiële afwikkeling. Deze zaak biedt inzicht in de complexe juridische en financiële vraagstukken die kunnen ontstaan in de bouwsector.

Achtergrond van de zaak

Het conflict ontstond nadat Anja Nutten bezwaar maakte tegen de hoogte van het door Demeyere Architectenbureau berekende ereloon voor hun werkzaamheden. Demeyere, gevestigd in Ieper, had de opdracht om een ruwbouwproject te realiseren, maar de exacte vergoeding voor deze diensten bleek later onderwerp van discussie. Nutten betwistte de berekening van het ereloon, evenals de toepassing van kortingen en vergoedingen voor EPB (Energieprestatie en Binnenklimaat) en ventilatie.

Eerdere rechtszaken en het tussenvonnis

De zaak kwam aanvankelijk voor bij de Rechtbank van Eerste Aanleg in West-Vlaanderen, afdeling Ieper, waar op 19 oktober 2021 een vonnis werd uitgesproken. Dit vonnis werd echter door Nutten aangevochten, waarna het dossier werd voorgelegd aan het Hof van Beroep in Gent. Het Hof wees op 2 juni 2023 al een tussenvonnis, waarin werd vastgesteld dat de architectenopdracht van Demeyere beperkt was tot 5% van de uitgevoerde ruwbouwwerken. Het tussenvonnis legde ook vast dat de kortingen voor EPB en ventilatie moesten worden verminderd, wat de complexiteit van de zaak verder benadrukte.

De uitspraak van het Hof van Beroep

Op 19 januari 2024 oordeelde het Hof van Beroep dat de door Anja Nutten voorgelegde berekening van het verschuldigde ereloon onvoldoende duidelijk was. Het Hof bepaalde dat Demeyere Architectenbureau een herberekening diende te maken van het ereloon op basis van de gesloten ruwbouwovereenkomst.

Daarnaast wees het Hof de vordering van Demeyere om Nutten te veroordelen tot betaling van een hoofdsom van 3.960,15 EUR en bijkomende schadevergoedingen af. Het Hof oordeelde dat Nutten enkel schuldig was aan een betaling van 2.113,70 EUR, vermeerderd met de wettelijke en gerechtelijke rente vanaf 25 januari 2021.

Kostenverdeling en verdere consequenties

Een ander belangrijk aspect van de uitspraak was de verdeling van de proceskosten. Het Hof oordeelde dat Anja Nutten en Demeyere Architectenbureau elk een deel van de kosten moesten dragen. Nutten werd veroordeeld tot het betalen van 1.170,00 EUR aan basisrechtsplegingsvergoeding voor de eerste aanleg en 1.350,00 EUR voor het hoger beroep. Aan de zijde van Demeyere Architectenbureau werden vergelijkbare vergoedingen opgelegd. Verder werd Demeyere veroordeeld tot het betalen van 400,00 EUR aan de Belgische Staat voor de kosten van het hoger beroep.

Implicaties voor de bouwsector

De uitspraak van het Hof van Beroep in Gent is niet alleen van belang voor de betrokken partijen, maar ook voor de bredere bouwsector. Het onderstreept de noodzaak van duidelijke overeenkomsten en heldere communicatie tussen opdrachtgevers en architecten. Daarnaast toont het de juridische uitdagingen aan die kunnen ontstaan wanneer er onduidelijkheden zijn over financiële verplichtingen en de uitvoering van bouwwerkzaamheden. Voor zowel architecten als opdrachtgevers benadrukt deze zaak het belang van het nauwkeurig documenteren van afspraken en het vooraf helder vastleggen van financiële afspraken om toekomstige geschillen te voorkomen. Met deze uitspraak komt er een einde aan een lange juridische strijd, waarbij beide partijen deels in het gelijk werden gesteld. De zaak vormt een precedent voor toekomstige geschillen in de bouwsector, waar transparantie en precisie essentieel blijven voor succesvolle samenwerkingen.