Auschwitz blijft spreken: Bart De Wever vraagt om herinnering én waakzaamheid

4 november 2025
Afzegging met boodschap aan Krakau
De Belgische eerste minister Bart De Wever liet zich maandagavond via een videoboodschap horen op een internationale conferentie in Krakau. Hij moest zijn komst op het laatste moment afzeggen, maar gebruikte het podium om te pleiten voor blijvende herinnering aan de Holocaust en alertheid tegenover hedendaags antisemitisme.

Herdenking en cijfers
Dit jaar staat in het teken van tachtig jaar bevrijding van Auschwitz. In die context haalde De Wever de Belgische geschiedenis aan: op 31 juli 1944 vertrok vanuit Mechelen de 26ste en laatste trein naar Auschwitz met 563 Joodse mannen, vrouwen en kinderen. Van hen kwamen 374 niet terug; 189 overleefden. Die aantallen kaderen zijn oproep om het abstracte verleden te blijven koppelen aan concrete levens.
Een persoonlijke herinnering
De premier verwees naar een ontmoeting jaren geleden met de Antwerpse overlevende Herschel Fink. Bij aankomst in Auschwitz stuurde diens moeder hem naar de groep waar zijn broer stond. Later hoorde hij dat iedereen in de groep waaraan hij eerst was toegewezen, onmiddellijk naar de gaskamers werd gestuurd, onder wie zijn moeder. Bart De Wever omschreef dat overleven geen geluk was in de gewone betekenis van het woord, omdat de lichamelijke en psychische gevolgen bleven.
Stilte is niet genoeg
De Wever verwees naar schrijver Harry Mulisch, die Auschwitz omschreef als een plaats die alleen door stilte te benaderen lijkt. Hij koppelde dit aan het werk van oorlogsfotografe Lee Miller, die na het betreden van Dachau haar redactie verzocht haar beelden te geloven en nadien zelf zweeg over wat ze zag. Volgens Bart De Wever volstaat zwijgen niet: herinneren, onderzoeken, getuigen en onderwijzen blijven noodzakelijk.
Namen geven
De premier zei dat in Antwerpen extra wordt ingezet op herinneringsbeleid. Via het Namenproject en het nieuwe monument in opbouw wil de stad zoveel mogelijk namen en levensverhalen bewaren. Slachtoffers opnieuw bij naam noemen, maakt hun menselijkheid zichtbaar.
Waakzaamheid tegen antisemitisme
Bart De Wever waarschuwde voor de recente toename van antisemitische incidenten in Europa. Geweld en terreur in onder meer Manchester, Rouen en Berlijn werden genoemd, evenals een incident in Londen waarbij een student opriep om “zionisten in de grond te stoppen”. Hij stelde dat geen enkele toegeving mogelijk is aan dit soort haat. Als eerste minister neemt hij, zo zei hij, de verantwoordelijkheid om de veiligheid en het welzijn van Joodse inwoners te beschermen, in Antwerpen, in België en in Europa.
Plaatsen van herinnering
Bart De Wever bezocht de voorbije jaren met zijn familie Auschwitz, Buchenwald en Terezín. Zulke plekken dwingen tot stilte, maar geven tegelijk de moed om het verhaal te blijven doorgeven aan volgende generaties.
Waarom deze conferentie telt
De premier prees de bijeenkomst van de European Jewish Association (Europese Joodse Associatie) in Krakau, omdat die inzet op herinnering, alertheid en overdracht van kennis aan jongeren. Zo, besloot hij, kan Europa kiezen voor het goede en bouwen aan een veiligere toekomst. Hij verontschuldigde zich nogmaals voor zijn afwezigheid en sprak de hoop uit later wel aanwezig te kunnen zijn.
Hieronder tref je de letterlijke vertaling van de speech van Bart De Wever
Dames en heren,
Het spijt me ten zeerste, maar ik moet mijn bezoek op het allerlaatste moment annuleren. Gelieve mijn oprechte verontschuldigingen te aanvaarden. Ik wil echter graag van deze gelegenheid gebruikmaken om toch enkele woorden te zeggen. Eerder dit jaar herdachten we de 80ste verjaardag van de bevrijding van Auschwitz.
Het woord “bevrijding” klinkt in deze context bijna wrang, zeker voor wie de gruwel van de kampen heeft overleefd. Op 31 juli 1944, enkele weken vóór de bevrijding van België, vertrok het 26ste en laatste transport vanuit Mechelen naar Auschwitz. Aan boord waren 563 Joodse mannen, vrouwen en kinderen. 374 van hen keerden nooit terug. Ik kan me nauwelijks voorstellen wat “bevrijding” betekende voor de 189 die dat wel deden. Het doet me denken aan vele jaren geleden, toen ik de eer had Herschel Fink te ontmoeten, een Holocaustoverlevende uit Antwerpen die een gerespecteerd zakenman was geworden. Hij vertelde me over zijn aankomst in Auschwitz. Herschel werd ingedeeld in een groep met zijn moeder, maar zij duwde hem naar een andere groep, waar zijn broer stond, zodat hij bij hem kon blijven. Herschel deed wat zij zei. Later vernam hij dat iedereen in de groep waaraan hij aanvankelijk was toegewezen, rechtstreeks naar de gaskamers was gestuurd, onder wie ook zijn moeder. Zij had zijn leven gered.
Het verhaal van Herschel Fink heeft me nooit losgelaten. Dat hij het kamp overleefde, zou ons kunnen doen zeggen dat hij “geluk” heeft gehad. Dat zij “de geluksvogels” waren, zoals in de titel van de indrukwekkende roman van Georgia Hunter, later ook verfilmd als serie. Maar het zogenaamde geluk van de overlevenden is de donkerste vorm van geluk die men zich kan voorstellen. Voor de meesten betekende de bevrijding van Auschwitz geenszins het einde van hun lichamelijke, laat staan psychische lijden. Hele generaties waren weggerukt.
De oneindige pijn van de Holocaust blijft daarom voortleven in ons collectieve geheugen. Deze donkerste bladzijden uit de Europese geschiedenis staan in ons geweten gegrift. In 1961 zei de Nederlandse schrijver Harry Mulisch dat “Auschwitz de eenzaamste plek op aarde is, een plaats die slechts door stilte kan worden beschreven.” En we begrijpen allemaal wat hij daarmee bedoelde. Maar stilte alleen is niet genoeg.
Eerder dit jaar was er in Antwerpen een tentoonstelling van Lee Miller, de beroemde Amerikaanse fotografe die tot de eerste journalisten behoorde die het concentratiekamp Dachau binnengingen. Toen zij haar huiveringwekkende beelden naar haar redactie stuurde, voegde ze één wanhopige zin toe: “Ik smeek u te geloven dat dit waar is.” Ze heeft er hard voor gevochten om die foto’s gepubliceerd te krijgen, en uiteindelijk is dat gelukt. Maar hoe diep ze er ook door geraakt was, daarna sprak ze er nooit meer over. Na haar overlijden vond haar zoon de foto’s op zolder. Hij wist niet eens dat zijn moeder oorlogsfotografe in Europa was geweest. Stilte is niet genoeg. Daarom moeten we blijven herinneren, bestuderen, getuigen en onderwijzen. In België, en zeker in Antwerpen, waar de Joodse gemeenschap en haar geschiedenis diep in het stadsweefsel verankerd zijn, blijven we ons herdenkings- en educatiebeleid versterken. Met het Antwerpse Namenproject en het gedenkteken dat momenteel wordt gebouwd, willen we de namen en levensverhalen van zoveel mogelijk slachtoffers verzamelen en bewaren.
Want wanneer slachtoffers weer een naam krijgen, worden zij opnieuw als mensen gezien.
Dames en heren, herdenken is slechts één deel van het verhaal. We moeten ook waakzaam blijven. In de voorbije jaren is het aantal incidenten van antisemitisme dramatisch toegenomen. Haat slaat opnieuw om in geweld en terreur, zoals we zagen in Manchester, Rouen, Berlijn en daarbuiten. Nog maar enkele weken geleden riep een student op straat in Londen: “Leg de ‘Zio’s’ (zionisten) onder de grond.” Dit schaamteloze antisemitisme is overal in Europa zichtbaar en we mogen er nooit, maar dan ook nooit, aan toegeven—geen millimeter. Daarom is waakzaamheid essentieel. Als eerste minister zal ik altijd de volle verantwoordelijkheid nemen om de veiligheid en het welzijn van onze Joodse gemeenschap te beschermen, in Antwerpen, in België en in Europa.
Dames en heren, we zijn het aan alle slachtoffers en overlevenden verplicht om hun verhalen te blijven doorgeven aan onze kinderen en aan toekomstige generaties. De voorbije jaren heb ik met mijn eigen familie Auschwitz, Buchenwald en Theresienstadt bezocht. Het zijn gedenkplaatsen die ons tot nederige stilte brengen. Maar ze geven ons ook moed—de moed om te blijven spreken en de geschiedenis van de Holocaust telkens opnieuw te onderwijzen.
Daarom zijn samenkomsten zoals deze conferentie van de European Jewish Association zo belangrijk. Ze herinneren ons eraan te blijven herdenken, waakzaam te blijven en deze verhalen door te geven aan onze kinderen. Zo zorgen we ervoor dat we op het pad van het goede blijven, het pad van de rechtvaardigheid, zodat we een veiligere en betere wereld kunnen doorgeven aan de generaties die volgen.
Dames en heren, nogmaals mijn oprechte verontschuldigingen voor mijn afwezigheid, maar ik hoop en geloof echt dat ik u op een volgende conferentie zal kunnen ontmoeten. Ik wens u een zinvolle, bezinnende en inspirerende bijeenkomst. Dank u.
Bronnen
Videoboodschap van de Belgische eerste minister Bart De Wever aan een internationale conferentie in Krakau, volledige tekst bezorgd door Yossi Lempcowicz
Andy Vermaut +32499357495


