Examenfraude in Brugge: hoe een schandaal het vertrouwen in Belgische justitie sloopt (opinie)

13 april 2025

De recente zaak rond examenfraude bij het magistratenexamen in Brugge heeft mij diep geschokt. Wat aanvankelijk leek op een geïsoleerd incident, groeide uit tot een pijnlijke illustratie van structurele problemen binnen de Belgische justitie. Als burger verwacht je dat magistraten, de hoeders van recht en waarheid, boven elke twijfel verheven staan. Maar deze zaak, waarin parketjuriste V.B. en andere magistraten betrokken zijn, trekt een sluier van wantrouwen over een systeem dat juist vertrouwen moet uitstralen. Laat mij uitleggen waarom dit schandaal veel verder reikt dan een individuele misstap en hoe het de geloofwaardigheid van onze rechtsstaat ondermijnt.

Een pijnlijke onthulling

In januari 2024 slaagde V.B., een 33-jarige juriste bij het parket van West-Vlaanderen, voor het toelatingsexamen voor de gerechtelijke stage. Haar score van 14,89 op 20 was indrukwekkend, zeker omdat ze eerder niet verder kwam dan een magere 9 op 20. Maar al snel rezen er vragen. Op 3 maart 2024 bevestigde de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) dat V.B. voorkennis had gekregen van advocaat-generaal C.B., een lid van de examencommissie. Tijdens een bijeenkomst op 3 januari 2024, weken voor het examen, kreeg ze gedetailleerde informatie over de casus. Dit was geen onschuldige tip, maar een bewuste poging om het systeem te omzeilen.

Alsof dat niet erg genoeg was, bleek C.B. ook andere kandidaten te hebben bevoordeeld. De zoon van een bevriend magistratenkoppel, afdelingsprocureur Y.S.-V. uit Brugge en rechter E.W. uit Ieper, kreeg eveneens een oneerlijk voordeel. Zelfs de dochter van J.L., afdelingsprocureur in Ieper, profiteerde van deze praktijken. Een advocatenkantoor in Brugge ontdekte verdachte gegevens op hun servers, wat de zaak aan het licht bracht. Het onderzoek toonde aan dat C.B. jarenlang in examencommissies zat, wat de vraag oproept hoe wijdverbreid deze praktijken waren.

Een straf die vragen oproept

Op 20 februari 2025 besliste de tuchtrechtbank in Gent over het lot van V.B. Het openbaar ministerie eiste haar ontslag, maar de rechtbank koos voor een lichtere straf: een schorsing van twaalf maanden met behoud van 80 procent van haar loon. Verzachtende omstandigheden, zoals de machtsverhouding met C.B., speelden een rol. Haar advocate, Julie Vandenbogaerde, stelde dat V.B. geen fraude had gepland en enkel vage tips verwachtte. Toch blijft het wrang dat iemand die bewust het systeem ondermijnde, nog steeds een royaal inkomen behoudt.

Andere betrokkenen kregen ook sancties. C.B. werd op 8 maart 2024 voor drie maanden geschorst zonder loon en nam ontslag uit de HRJ. Y.S.-V. en E.W. kregen een tijdelijke schorsing, terwijl J.L. twee graden werd teruggezet in ambt. Het parket van West-Vlaanderen ging op 11 maart 2025 in beroep tegen de straffen van V.B. en J.L., omdat ze te mild werden gevonden. Maar zelfs deze sancties voelen als een druppel op een gloeiende plaat. Hoe kan een systeem dat integriteit moet uitstralen, zo laks omgaan met dergelijke overtredingen?

Een strafrechtelijke zoektocht

Parallel aan de tuchtrechtelijke procedure loopt een strafrechtelijk onderzoek, sinds 4 maart 2024 in handen van het parket-generaal in Brussel om neutraliteit te waarborgen. Dit onderzoek moet de volledige omvang van de fraude blootleggen. De HRJ dringt aan op een grondige aanpak, gezien C.B.’s lange betrokkenheid bij examens. Het examen van januari 2024 werd ongeldig verklaard, tot grote frustratie van 22 eerlijke kandidaten. In een open brief uitten zij hun teleurstelling, maar de HRJ hield voet bij stuk: een herexamen was nodig om elke zweem van twijfel weg te nemen.

Toch blijft het pijnlijk. Deze eerlijke kandidaten, die jarenlang studeerden en zich eerlijk door het proces sloegen, betalen de prijs voor de fouten van anderen. Dit voedt het gevoel dat het systeem niet alleen faalt in het bestraffen van schuldigen, maar ook in het beschermen van wie zich aan de regels houdt.

Een dolk in het vertrouwen

Dit schandaal snijdt dieper dan de betrokken personen. Justitie is de ruggengraat van een rechtsstaat. Burgers vertrouwen erop dat magistraten worden geselecteerd op basis van verdienste, niet door vriendjespolitiek of gesjoemel. Wanneer een hooggeplaatste figuur als C.B., die nota bene deel uitmaakte van de HRJ, zich schuldig maakt aan fraude, stort dat vertrouwen in. In West-Vlaanderen gaan al langer verhalen rond over nepotisme en bevoordeling. Deze zaak lijkt die geruchten alleen maar te bevestigen.

Op 4 maart 2024 sprak minister van Justitie Paul Van Tigchelt krachtige woorden. Hij noemde de fraude een klap voor de rechtsstaat en beloofde een grondig onderzoek. Maar woorden alleen zijn niet genoeg. Burgers willen daden zien. Het feit dat V.B. tijdens haar schorsing nog steeds een comfortabel loon ontvangt, voelt als een belediging voor wie eerlijk werkt. Het roept de vraag op of justitie zichzelf wel serieus neemt.

Een systeem in crisis

De fraude legt een structureel probleem bloot. Hoe kon iemand als C.B. jarenlang ongestoord kandidaten bevoordelen? Waar waren de checks and balances? De HRJ, die waakt over de integriteit van justitie, blijkt zelf niet immuun voor misstappen. Dit schandaal vraagt om meer dan sancties voor individuen; het vereist een grondige hervorming van het selectieproces voor magistraten. Transparantie, onafhankelijke controles en strengere straffen voor overtreders zijn essentieel om te voorkomen dat zoiets opnieuw gebeurt.

V.B. gaf tijdens haar zitting toe dat haar daden het vertrouwen in justitie hebben geschaad. Haar droom om magistraat te worden ligt in duigen, maar de schade reikt verder. De juridische wereld blijft verbijsterd achter, terwijl het strafrechtelijk onderzoek mogelijk nog meer pijnlijke feiten boven tafel brengt. Wat mij vooral stoort, is het gebrek aan verantwoording. Een systeem dat toelaat dat hooggeplaatste figuren de regels overtreden zonder zware gevolgen, ondermijnt zichzelf.

Een oproep tot verandering

Als burger voel ik mij machteloos. Justitie moet een baken van vertrouwen zijn, een plek waar rechtvaardigheid zegeviert. Maar deze zaak toont aan dat het systeem kwetsbaar is voor menselijke zwaktes. Ik pleit voor een herziening van de manier waarop magistraten worden geselecteerd. Laat examens worden afgenomen door volledig onafhankelijke commissies. Zorg voor digitale systemen die voorkennis onmogelijk maken. En bovenal, straf overtreders op een manier die duidelijk maakt dat integriteit geen optie is, maar een vereiste.

Dit schandaal mag niet worden weggewuifd als een incident. Het is een wake-upcall voor iedereen die gelooft in een eerlijke rechtsstaat. Laten we dit moment aangrijpen om justitie te versterken, zodat burgers weer kunnen vertrouwen op een systeem dat hen dient, niet bedriegt.