Taal en rechtspraak onder vuur in Brussel (opinie)

13 april 2025

Een recente oproep van een burger uit Deinze heeft de aandacht gevestigd op de benoeming van Laurence Massart als eerste president van het Hof van Beroep in Brussel. Het pleidooi, verzonden op 11 april 2025, richt zich op de eedaflegging van Massart op 2 april 2019. De burger stelt dat deze benoeming niet voldoet aan de Belgische wetgeving en roept op tot nietigverklaring. De kwestie raakt aan gevoelige onderwerpen zoals taalvaardigheid en de scheiding der machten, thema’s die in België vaak voor verhitte discussies zorgen.

Achtergrond van de zaak

Laurence Massart trad op 2 april 2019 aan als eerste president van het Hof van Beroep in Brussel, een functie waarin ze leiding geeft aan een van de belangrijkste rechtscolleges van het land. Haar carrière als magistraat, die begon in 1997, omvat betrokkenheid bij spraakmakende zaken, zoals het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel. Toch wierp haar benoeming in 2019 meteen vragen op. Critici betoogden dat haar beheersing van het Nederlands niet voldeed aan de eisen voor een hoge positie in het tweetalige Brussel. Deze kwestie leidde tot publieke onrust en juridische procedures, maar Massart bleef in functie en kreeg in 2023 een herbenoeming voor vijf jaar.

Oproep van een burger

Op 11 april 2025 stuurde een inwoner van Deinze een bericht naar journalisten en politieke figuren, waaronder Sophie Rohonyi, Bart De Wever, Tom Van Grieken, Georges-Louis Bouchez, Raoul Hedebouw, Conner Rousseau, Paul Magnette, Maxime Prévot, Eva De Bleeker, Bart Dhondt, Marie Lecocq, Samuel Cogolati, Sammy Mahdi, Valérie Van Peel, Peter De Roover en Stefaan Van Hecke. In het schrijven klinkt ferme kritiek op de benoeming van Massart. De burger stelt dat haar eedaflegging in strijd is met de grondwet en de wetten van België. Er wordt een opvallende vergelijking gemaakt met Paul Vanden Boeynants, een gewezen premier die bekendstond om zijn pijproken. Hiermee lijkt gesuggereerd dat ernstige problemen in de Belgische justitie te snel worden genegeerd, zoals rook die vervliegt.

Taal als twistpunt

De kern van de zaak ligt mogelijk in de taalvereisten voor magistraten in Brussel. In een stad waar Nederlands en Frans gelijkwaardig zijn, verwacht men van hoge functionarissen dat zij beide talen beheersen. Al in februari 2019 uitten critici hun bezorgdheid over de taalkennis van Massart, wat leidde tot een juridisch geschil dat werd uitgevochten tot aan de Raad van State. Hoewel deze procedure geen verandering bracht in haar positie, blijft de kwestie gevoelig. De oproep lijkt deze spanningen te willen aanwakkeren, maar concrete juridische argumenten voor het ongeldig verklaren van de eedaflegging blijven vaag.

Scheiding der machten

Een ander punt dat in het bericht wordt aangehaald, is de scheiding der machten. De burger suggereert dat de benoeming van Massart de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in gevaar brengt. Deze bewering sluit aan bij bredere zorgen over de werking van de Belgische justitie. Er wordt verwezen naar een brief die op 17 januari 2025 aan Peter De Roover, voorzitter van de Wetgevende Macht, werd gestuurd. Daarin werd betoogd dat de rechten van burgers niet geschonden mogen worden door rechters. Toch zijn er sinds 2019 geen nieuwe juridische stappen ondernomen die de eedaflegging van Massart direct betwisten. Haar herbenoeming in 2023, ondanks verzet van toenmalig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne, wijst op blijvend vertrouwen in haar functioneren.

Wie was Paul Vanden Boeynants?

De verwijzing naar Paul Vanden Boeynants verdient extra aandacht. Deze politicus was een markante figuur in de Belgische geschiedenis. Zijn bijnaam, verbonden aan zijn pijproken, komt in het betoog terug als een symbool voor het wegwuiven van problemen. Vanden Boeynants was betrokken bij controverses, zoals beschuldigingen van financiële malversaties, maar zijn naam leeft voort als een symbool van een tijd waarin politieke kwesties soms snel werden gladgestreken. Het gebruik van deze vergelijking lijkt bedoeld om de aandacht te vestigen op wat de burger ziet als nalatigheid in de huidige rechtsgang.

Huidige stand van zaken

Laurence Massart vervult nog steeds haar rol, en haar werk wordt gezien als een voorbeeld van standvastigheid, vooral na haar leiding in het proces rond de aanslagen van 2016. De kwestie blijft echter een bron van discussie over taal en recht in België.De oproep legt een dieperliggende spanning bloot in de Belgische samenleving, waar taal en identiteit nauw verweven zijn met politieke en juridische structuren. De zaak toont aan hoe gevoelig de balans is tussen Nederlandstalige en Franstalige belangen in Brussel. Of deze oproep zal leiden tot verdere actie, hangt af van de respons van politieke en juridische instanties.