Moord op Laiq Ahmed Cheema: geweld tegen Ahmadis in Pakistan escaleert
25 april 2025
Een gruwelijke gebeurtenis heeft de stad Karachi in Pakistan opgeschud. Op 18 april 2025 werd Laiq Ahmed Cheema, een 46-jarige man en lid van de Ahmadiyya Muslim Gemeenschap, op brute wijze vermoord terwijl hij onderweg was naar een gebedshuis. Deze moord vormt een nieuwe, pijnlijke illustratie van de aanhoudende geweldsgolf tegen de Ahmadiyya in Pakistan, een groep die al jarenlang te maken heeft met haat, vervolging en discriminatie.
Details van de aanslag
Laiq Ahmed Cheema, vader van zeven kinderen, was op weg naar een lokaal gebedshuis in Karachi toen hij werd aangevallen. Volgens berichten werd hij van dichtbij neergeschoten en met stokken en stenen geslagen, wat leidde tot zijn dood. De daders, die onopgemerkt bleven ondanks de aanwezigheid van politie en paramilitaire eenheden in het gebied, zijn nog niet geïdentificeerd. Het incident vond plaats in de jurisdictie van het Shahrah-e-Noor Jahan Politiebureau, waar op dat moment een verhoogde beveiliging gold vanwege de vrijdaggebeden. Deze gebedsmomenten trekken vaak anti-Ahmadi elementen aan, wat de spanningen in de regio verder opdrijft.
De moord laat een gezin in diepe rouw achter. Cheema’s twee vrouwen en vier dochters en drie zonen moeten nu verder zonder hun vader, een man die bekendstond om zijn toewijding aan zijn geloof en familie. Dit verlies benadrukt de persoonlijke tol die religieuze intolerantie eist van families in Pakistan.
Achtergrond van de vervolging
De Ahmadiyya Muslim Gemeenschap in Pakistan heeft al decennia te maken met systematische onderdrukking. In meer dan 20 steden in het land worden Ahmadis geconfronteerd met geweld door menigten, vernieling van moskeeën, intimidatie en discriminerende wetten. Extremistische groepen zoals de Tehrik e Labbaik Pakistan (TLP) spelen een actieve rol in het aanzetten tot haat tegen Ahmadis. Vaak blijven de daders van deze geweldsincidenten ongestraft, wat wordt versterkt door een maatschappelijke en juridische houding die Ahmadis marginaliseert.
Deze moord is geen op zichzelf staand incident, maar maakt deel uit van een bredere, zorgwekkende trend. De Ahmadiyya worden in Pakistan als een minderheidsgroep beschouwd en hun geloof wordt door velen niet erkend als islamitisch, wat hen tot een doelwit maakt van religieus gemotiveerde aanvallen.
Schending van rechten
De moord op Laiq Ahmed Cheema roept ernstige vragen op over de naleving van mensenrechten in Pakistan. Artikel 20 van de Pakistaanse grondwet garandeert elke burger het recht om zijn of haar religie te belijden en uit te oefenen. Daarnaast heeft Pakistan zich verbonden aan internationale verdragen, zoals het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (ICCPR), dat gelijkheid voor de wet en vrijheid van geloof waarborgt in artikelen 2, 6, 18, 25 en 26.
De realiteit voor Ahmadis in Pakistan staat echter in schril contrast met deze verplichtingen. Gerichte moorden en systematische vervolging schenden niet alleen de nationale grondwet, maar ook de internationale normen waaraan Pakistan zich heeft gecommitteerd.
Oproep tot actie
De International Human Rights Committee (IHRC) heeft de Pakistaanse autoriteiten opgeroepen om onmiddellijk in te grijpen. Er is een dringende behoefte aan een grondig onderzoek naar de moord op Laiq Ahmed Cheema en aan gerechtigheid voor de daders. Daarnaast moeten wetshandhavingsinstanties effectieve maatregelen nemen om Ahmadis en andere minderheden te beschermen tegen haatgedreven geweld.
Internationale mensenrechtenorganisaties worden eveneens aangespoord om de situatie van Ahmadis in Pakistan nauwlettend te volgen en te onderzoeken. Tot slot is het van cruciaal belang dat juridische en maatschappelijke instellingen in Pakistan de grondwettelijke waarden hooghouden en de rechten van alle burgers, ongeacht hun geloof, waarborgen.
Solidariteit en urgentie
De moord op Laiq Ahmed Cheema is een pijnlijke herinnering aan de gevaren waarmee religieuze minderheden in Pakistan dagelijks worden geconfronteerd. De IHRC benadrukt de noodzaak om in solidariteit met de Ahmadiyya Muslim Gemeenschap te staan en dringt aan op snelle actie om deze cyclus van geweld en discriminatie te doorbreken. Het is tijd dat Pakistan zijn verplichtingen nakomt en een veilige omgeving creëert voor al zijn inwoners.
Bronnen:
Website: www.hrcommittee.org
