Opiniestuk: de Belgische justitie en de historische executie van de waarheid

De Belgische justitie is geen hoeder van recht, maar een beul van waarheid. Eeuwen na de inquisitie, na de guillotines van de revolutie, na de witte mars die een natie op haar grondvesten deed schudden, moet dit systeem zichzelf een schuldig vonnis uitspreken: “Wij zijn de moordenaars.” Niet van lichamen, maar van gerechtigheid, van vertrouwen, van de ziel van een volk. Dit is geen kreet van wanhoop, maar een klaroenstoot die oproept tot een historische afrekening met een justitie die haar eigen wetten vertrapt.

Een eeuwenoude zonde

De aanklacht is zo oud als de rechtsstaat zelf. In 2009, toen het Hof van Cassatie en de Hoge Raad voor de Justitie hun maskers afwierpen, spraken ze een waarheid die nog steeds brandt: “Wij zijn de moordenaars.” Dit was geen metafoor, maar een bekentenis, bewezen in daden. In de zaak van een onschuldige politicus (2008-2009) werd de Grondwet – het heiligdom van de natie – verkracht. Een administratieve brief, doordrenkt van arrogantie en in strijd met artikel 103, veroordeelde een onschuldige zonder bewijs, zonder proces, zonder schaamte. Deze brief, een relikwie van gerechtelijke tirannie, wacht nog steeds op de bijl van vernietiging. Het Hof van Cassatie, dat zichzelf als de laatste bastion van recht ziet, kan niet langer vluchten voor de spiegel van zijn eigen falen.

Dit is geen geïsoleerd incident, maar een erfzonde die teruggaat tot de witte mars, toen een volk schreeuwde om gerechtigheid en een justitie hen antwoordde met stilte. Het is dezelfde zonde die in 2019 een jonge vrouw het leven kostte, slachtoffer van een systeem dat een dader liet lopen omdat een “staking wegens personeelstekort” belangrijker was dan een mensenleven. Het is dezelfde zonde die in 2022 een man liet sterven, en in 2023 twee buitenlandse supporters, door nalatigheid, slordigheid en een justitie die haar eigen incompetentie verdoezelt. Dit zijn geen ongelukken, maar executies door een systeem dat de waarheid als vijand ziet.

De stem van het volk

Een moeder, wier leven werd vermorzeld door de verdwijning van haar dochter, sprak woorden die als een vonnis klinken: “Het kwade is de onverschilligheid, de lafheid. De verhouding met de politie was afschuwelijk.” Haar pijn was niet alleen het verlies van haar kind, maar de vernedering door een justitie die haar behandelde als een verdachte, die haar hoop verpletterde en haar veroordeelde tot een bestaan als “levende dode.” Haar vertrek naar Canada, omdat België haar geen recht bood, is een historische aanklacht tegen een systeem dat zijn burgers verraadt. Zij is de stem van een volk dat al te lang wordt geknecht door een justitie die zichzelf boven de wet stelt.

In een gemeente waar sinds 2009 een stille tragedie woedt, wordt niet een mens, maar de rechtvaardigheid zelf gesmoord. Beelden vanuit de lucht, zwijgende maar onmiskenbare wachters van de waarheid, tonen en bewijzen een verbond van gezagsdragers—vredebrengers, “aktebezegelaars”, pleitbezorgers en een hoeder van de orde—die zich verliezen in onroerend bedrog. Deze corruptie culmineerde in 2022 in een echte moord, een gruwelijke consequentie van een justitie die weigert haar eigen misdaden te erkennen. Vandaag staat een 86-jarige vrouw, onschuldig maar vals beschuldigd, voor de correctionele rechtbank, slachtoffer van een corrupt duo dat opereert onder de mantel van gerechtelijke autoriteit. Haar familie, getekend door “legal abuse syndrome,” is het levende bewijs van een justitie die niet beschermt, maar vernietigt.

De historische plicht tot vernietiging

De weg vooruit is duidelijk: de brief van 2008, een symbool van gerechtelijke hoogmoed, moet worden vernietigd. Dit is geen verzoek, maar een historische noodzaak. De Minister van Justitie, als hoeder van de wet, moet de vraag stellen die Montesquieu eeuwen geleden voorzag: “Is deze brief in strijd met de Grondwet?” Het antwoord is een donderend “ja.” De Raadsheren van het Hof van Cassatie, gebonden door hun eed, moeten dit op papier zetten, zoals de geest van de rechtsstaat het eist: “De macht houdt de macht in toom.” Dit is geen aanval op de rechterlijke macht, maar een oproep om haar te zuiveren van de smet van corruptie.

Een oproep aan de geschiedenis

De Belgische justitie staat voor een keuze: zal ze zichzelf blijven kronen als moordenaar van de waarheid, of zal ze haar zonden belijden en hervormen? De Hoge Raad voor de Justitie moet haar rol als waakhond omarmen en magistraten die misdaden begaan – of het nu gaat om vastgoedfraude, het verkrachten van grondwettelijke procedures, of het beschermen van eigen falen – uit hun ambt zetten. De Wet, met hoofdletter W, moet zegevieren.

Een burger, die jarenlang heeft gestreden tegen dit onrecht, roept ons op: “De eed van gehoorzaamheid aan de wet is een gezworen eed.” Laten we die eed eren. Laten we de moordenaars van de waarheid ontmaskeren. Laten we, in de naam van de geschiedenis, recht doen. Want als we zwijgen, zijn wij allen medeplichtig aan de executie van gerechtigheid, aan de blijvende en nu reeds historische executie van de waarheid.

Andy Vermaut