Ouderen winnen klimaatrechtszaak: de impact op mensenrechten

De Barmhartige Samaritaan door Edward Stott (1910)
Bron: Wikimedia Commons
Een historische overwinning voor Zwitserse vrouwen in het Europese Hof
ZÜRICH, 08.06.2024 – Afgelopen april hebben een groep Zwitserse oudere vrouwen geschiedenis geschreven door de eerste klimaatrechtszaak te winnen in het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Deze vrouwen stelden dat zij door hun leeftijd en geslacht extra kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, en betoogden dat Zwitserland niet genoeg heeft gedaan om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, waardoor hun mensenrechten werden geschonden. Deze baanbrekende zaak zal waarschijnlijk een golf van soortgelijke zaken in heel Europa, waaronder Hongarije, teweegbrengen.
Daniel de Liever: een kritische blik op moderne mensenrechten
Daniel de Liever, afgestudeerd in klinische psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, biedt een diepgaande analyse van de fundamentele vraag die door deze zaak wordt opgeworpen: wat betekenen mensenrechten eigenlijk? Volgens De Liever zijn moderne mensenrechten het paradepaardje geworden van progressieve instellingen zoals universiteiten, waarbij een nadruk ligt op de dialectiek van onderdrukker en slachtoffer. Deze visie, hoewel bewonderenswaardig in zijn streven naar gerechtigheid, heeft ook onbedoelde destructieve gevolgen.
Mentale gezondheid van jongeren onder druk door mensenrechtenperspectief
De Liever wijst op het verschil tussen oudere generaties met een klassiek mensenrechtenbegrip en jongere generaties met een modern perspectief. Waar oudere generaties mentale veerkracht toonden in het gezicht van onrecht, lijken de jongere generaties die zichzelf identificeren met mensenrechtenactivisme steeds instabieler en kwetsbaarder. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door de moderne kijk op mensenrechten, die de wereld reduceert tot dynamieken van onderdrukking en slachtofferschap, wat leidt tot demotivatie, angst en depressie bij jongeren.
De opkomst van de Verlichting en mensenrechten
Tijdens de pre-Verlichting werd mensenrechten gebaseerd op natuurlijke rechten als onderdeel van de natuurlijke wet. Filosofen zoals Aristoteles en Cicero stelden dat deze rechten voortkwamen uit de natuurlijke orde en menselijke natuur. De Verlichting, met denkers als Jean-Jacques Rousseau, bracht radicale veranderingen teweeg in deze kijk op mensenrechten. De conservatieven, zoals Edmund Burke, bleven pleiten voor een meer realistische benadering, stelt De Liever.
De invloed van Hegeliaanse filosofie op mensenrechten
Hegel onderscheidde drie categorieën van rechten: abstract, moreel en ethisch, met een toenemende mate van vrijheid. Abstracte rechten, zoals negatieve vrijheid, geven ons de vrijheid onszelf van beperkingen te bevrijden, maar missen de morele inspanning die nodig is om deze rechten te verdienen. Morele rechten, gebaseerd op het individuele geweten, kunnen leiden tot destructief gedrag als ze niet worden getoetst aan de externe werkelijkheid.
Echte vrijheid door ethische wil
Echte vrijheid, volgens Hegel, wordt gevonden in de sociale instellingen. Dit betekent niet dat men blindelings elke samenleving moet volgen, maar dat de vrijheid van zelfactualisatie gerealiseerd wordt in een stabiele omgeving van wetten en instellingen. Deze balans tussen abstracte, morele en ethische rechten is cruciaal voor een gezonde samenleving, benadrukt De Liever.
Een herwaardering van klassieke mensenrechten nodig
De huidige nadruk op abstracte en morele rechten leidt tot nihilisme en mentale problemen bij jongeren. Conservatieve denkers zoals Roger Scruton en Daniel de Liever benadrukken het belang van een evenwichtige benadering die verantwoordelijkheid, matiging en vertrouwen in de instellingen bevordert. Alleen door deze balans te herstellen, kunnen we zorgen voor een generatie die werkelijk vrij en veerkrachtig is.