Utøya, 26 juli 2024 – Het eiland Utøya, dat 13 jaar geleden het toneel was van de dodelijkste schietpartij in de Noorse geschiedenis, wordt vandaag bezocht door overlevenden en hun families. Wat is er veranderd voor degenen die de tragedie hebben overleefd?
Een terugblik op de tragedie
Op 22 juli 2011 stapte Anders Breivik, vermomd als politieagent, uit een veerboot op Utøya en begon te schieten op leden van de Arbeidersjeugdbeweging (AUF). Die ochtend had hij ook een regeringsgebouw in Oslo aangevallen, waarbij acht mensen omkwamen. Op Utøya vielen nog eens 69 doden, voornamelijk tieners. Sindsdien is 22 juli een belangrijke herdenkingsdag in Noorwegen.
Nieuwe generatie leiders
Vandaag de dag zijn sommige overlevenden prominente figuren in de Noorse politiek. Ingrid Endrerud, nu directeur van Utøya AS, de organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van het eiland, herinnert zich nog levendig de gebeurtenissen van die dag. Ze was een tiener die moest vluchten voor haar leven. Drie andere overlevenden bekleden nu ministersposten in de regering van de Arbeiderspartij.
De blijvende dreiging van extremisme
Ondanks de impact van de aanslag is extreemrechts extremisme niet afgenomen. Volgens de Noorse geheime dienst (PST) zijn er sindsdien verschillende aanslagpogingen verijdeld. Astrid Hoem, de huidige leider van de AUF, benadrukt het belang van educatie om dergelijke extremistische dreigingen te bestrijden.
Herinnering en educatie
Utøya ontvangt jaarlijks schoolklassen die leren over de tragische geschiedenis van het eiland. Bezoekers kunnen nog steeds de kogelgaten in de muren van de kantine zien en de bloemen lezen die door familieleden zijn achtergelaten. Het doel is om toekomstige generaties bewust te maken van de verschrikkingen van extreemrechtse ideologieën en het belang van vrede en tolerantie te benadrukken.
Foto’s bron Commons Wikimedia