Praktijken van een Antwerpse vrederechter onder de loep

Een Antwerpse vrederechter is recentelijk in opspraak gekomen vanwege partijdigheid, familiale inmenging en conflicten in de rechtszaal. Hier onderzoekt Indegazette.be deze situatie aan de hand van vier aspecten: (1) de juridische context en bevoegdheden van het vredegerecht, (2) de rechtsgang en mogelijke invloeden op de onpartijdigheid, (3) de rol van familiale machtsdynamieken en eventuele fraude, en (4) de bredere gevolgen voor het justitiële systeem. Indegazette.be analyseert relevante wetgeving uit het Belgisch Staatsblad, jurisprudentie en auditverslagen om te beoordelen in hoeverre deze zaak structurele problemen blootlegt binnen onze Belgische rechterlijke macht. Ten slotte kijkt indegazette.be verder en onderzoeken we mogelijke oplossingen om de onafhankelijkheid en integriteit van de rechtspraak terug groot te maken, of om het Trumpiaans uit te drukken: make our justice system great again.
Indegazette.be heeft ook ruim met een betrokkene in dit dossier gesproken en beschikt ook over een correspondentie over deze zaak, waar wij er nu nog zelf voor kiezen om deze omwille van allerlei privacyredenen en ook de bescherming van de bronnen deze voorlopig niet bekend te maken.
RRol en bevoegdheden van het vredegerecht in België

Het vredegerecht is in België een laagdrempelige rechtbank die dicht bij de burger staat. Ieder gerechtelijk kanton (ca. 50.000 inwoners) heeft een vredegerecht. De vrederechter behandelt voornamelijk burgerlijke zaken van beperkte omvang. Volgens artikel 590 van het Gerechtelijk Wetboek is de vrederechter in algemene zin bevoegd voor alle vorderingen met een betwist bedrag tot € 5.000. Dit omvat diverse geschillen, zoals onbetaalde rekeningen, kleine schadeclaims en burenruzies. Daarnaast heeft de vrederechter een uitgebreide bijzondere bevoegdheid, ongeacht het bedrag van de eis, onder meer voor:
- Huurconflicten: alle geschillen over de huur van onroerende goederen (woninghuur, handelshuur, pacht), inclusief uitzettingen.
- Burenrecht: geschillen over erfdienstbaarheden of verplichtingen tussen naburige eigenaren.
- Mede-eigendom: conflicten over het gebruik, beheer en onderhoud van gemeenschappelijke delen (zoals in appartementen).
- Bescherming van personen: maatregelen voor minderjarigen zonder ouders (voogdij) en meerderjarigen die hun belangen niet zelf kunnen behartigen (bewindvoering).
De vrederechter wordt daarom ook wel de “nabijheidsrechter” genoemd, die lokale problemen met gezond verstand probeert op te lossen. Vonnissen van het vredegerecht worden doorgaans binnen 8 dagen uitgesproken en kunnen meestal in hoger beroep worden gebracht bij de rechtbank van eerste aanleg.
Bewindvoering en bescherming van personen
Een belangrijke taak van de vrederechter is het instellen van gerechtelijke bescherming voor personen die hun eigen belangen niet (meer) kunnen behartigen. Krachtens de Wet van 17 maart 2013 kan de vrederechter een meerderjarige onder bewind plaatsen als diens gezondheidstoestand ertoe leidt dat hij zijn financiële belangen niet zelfstandig kan beheren. Op basis van medische en sociale verslagen stelt de vrederechter vast of iemand wilsonbekwaam is om bepaalde beslissingen te nemen. Vervolgens benoemt de rechter een bewindvoerder die namens de beschermde persoon optreedt. Dit kan een familielid of een professionele bewindvoerder zijn; de voorkeur gaat vaak uit naar iemand uit de directe omgeving.
De vrederechter bepaalt nauwkeurig welke handelingen de betrokkene niet meer zelf mag verrichten en waarvoor de bewindvoerder bijstand of vertegenwoordiging moet bieden. Deze maatwerkbenadering moet de waardigheid en autonomie van de beschermde persoon zoveel mogelijk respecteren.
De bewindvoerder is verplicht alle beslissingen in het belang van de beschermde persoon te nemen, zoals het beheren van diens inkomen en vermogen, het betalen van rekeningen en het verzorgen van het dagelijks levensonderhoud. Als de bewindvoerder faalt in deze taken – bijvoorbeeld door rekeningen niet te betalen of de persoon zonder middelen achter te laten – kan dit ernstige gevolgen hebben. Daarom zijn er controlemechanismen: de vrederechter kan naast de bewindvoerder een vertrouwenspersoon aanstellen die als waakhond fungeert. Deze vertrouwenspersoon onderhoudt contact met de beschermde persoon en overlegt met de bewindvoerder. Bij ernstige tekortkomingen moet de vertrouwenspersoon de rechter informeren.
De vrederechter heeft bovendien de bevoegdheid om op eigen initiatief of op verzoek de opdracht van de bewindvoerder aan te passen, de bewindvoerder te ontslaan of een nieuwe aan te stellen. Op deze manier is er juridische controle om misbruik of nalatigheid bij bewindvoering te voorkomen of te corrigeren.

Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Belgische rechters genieten een verregaande onafhankelijkheid, die grondwettelijk is verankerd. Artikel 151 §1 van de Grondwet bepaalt uitdrukkelijk: “De rechters zijn onafhankelijk in de uitoefening van hun rechtsprekende bevoegdheden.” Dit principe garandeert dat een rechter zijn oordeel uitsluitend baseert op feiten en recht, zonder onderhevig te zijn aan ongepaste invloeden. Rechters worden bovendien voor het leven benoemd (Grondwet art. 152) en kunnen niet zomaar worden overgeplaatst of ontslagen, wat politieke inmenging moet voorkomen.
Daarnaast vereist het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) dat elke rechtzoekende een onafhankelijk en onpartijdig gerecht krijgt. Onpartijdigheid houdt in dat de rechter geen vooroordelen mag hebben en alle partijen gelijk moet behandelen. Het is essentieel dat niet alleen recht wordt gedaan, maar ook dat de schijn van partijdigheid wordt vermeden.
In de praktijk betekent dit dat een rechter terughoudend moet zijn met opmerkingen of gedragingen in de rechtszaal die bij partijen de indruk van bevooroordeling kunnen wekken. Zo mag een rechter bijvoorbeeld geen uitspraken doen die suggereren dat hij een zaak al heeft beoordeeld voordat alle argumenten zijn gehoord. Deze principes gelden voor alle rechtbanken, inclusief het vredegerecht.
Belangrijk is ook dat de rechterlijke macht in België gescheiden is van de uitvoerende macht. Een vrederechter houdt zich niet bezig met politieke beleidsdoelen, zoals het vreemdelingen- of terugkeerbeleid; zijn taak beperkt zich tot het toepassen van de wet in individuele geschillen. Iedere vreemdeling op Belgisch grondgebied geniet dezelfde wettelijke bescherming als Belgische burgers (Grondwet art. 191). De rechter moet alle personen, ongeacht hun achtergrond of status, op gelijke wijze behandelen.
De Antwerpse vrederechter: mogelijke beïnvloeding en gedrag

Binnen dit juridische kader zijn berichten over de Antwerpse vrederechter zorgwekkend. Er zijn signalen dat deze rechter mogelijk onder invloed staat van externe factoren en zich bevooroordeeld opstelt in bepaalde zaken. De vermeende problemen lijken zich te concentreren op twee domeinen: enerzijds zaken rond het vreemdelingen- of terugkeerbeleid, en anderzijds een familiaal conflict over een bewindvoering. In beide gevallen zou de rechter gedrag hebben vertoond dat strijdig lijkt met de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
Zo is er gesuggereerd dat de rechter beïnvloed wordt door persoonlijke relaties, bijvoorbeeld via een familielid, waardoor zijn oordeel zou kunnen vertroebelen. Dit kan ertoe leiden dat hij zich laat leiden door emoties in een familiedrama of door externe agenda’s. Een rechter mag zich echter nooit laten sturen door familiebanden of politieke voorkeuren, omdat dit zijn neutraliteit ondermijnt. Indien de Antwerpse vrederechter bewust kiest voor een strenger terugkeerbeleid in vreemdelingenzaken, terwijl dit niet op feiten is gebaseerd, overschrijdt hij zijn bevoegdheden. Beslissingen op basis van persoonlijke voorkeuren in plaats van objectieve feiten zijn in strijd met de rechterlijke onafhankelijkheid en het gelijkheidsbeginsel.
Daarnaast is er melding gemaakt van opvallend gedrag in de rechtbank, zoals spanningen met bepaalde advocaten. In de volgende sectie wordt de rechtsgang geanalyseerd waarbij advocaten van de verdediging in conflict kwamen met deze vrederechter, om te beoordelen of er een schijn van partijdigheid is ontstaan.
Conflicten tussen de rechter en verdediging

Uit de context blijkt dat er meerdere incidenten plaatsvonden tijdens zittingen bij het Antwerpse vredegerecht, waarbij advocaten van de verdediging in conflict kwamen met de vrederechter. De rechter zou zich in woord en houding hebben opgesteld op een manier die verdedigingsadvocaten belemmert in hun werk. Voorbeelden hiervan zijn het systematisch onderbreken van pleidooien, het afwijzen van verdedigingsargumenten zonder duidelijke grond, of het uiten van scherpe opmerkingen richting advocaten.
Conflicten van deze omvang zijn ongebruikelijk in een rechtszaal, waar doorgaans een respectvolle dialoog tussen rechter en advocatuur essentieel is. Elke partij – en zeker de verdediging in zaken waarbij fundamentele rechten op het spel staan – heeft het recht om haar standpunt volledig uiteen te zetten. Het contradictoire debat is immers een hoeksteen van een eerlijk proces. Als een rechter advocaten openlijk vijandig of minachtend behandelt, ontstaat de indruk dat hun argumenten bij voorbaat minder serieus worden genomen. In de beschreven situatie lijkt de vrederechter herhaaldelijk in onmin te zijn geraakt met verdedigingsadvocaten, wat kan wijzen op een verstoorde neutraliteit. Zo zou de rechter bijvoorbeeld een advocaat van de beklaagde hebben onderbroken of hebben gezegd dat een pleidooi zinloos is, nog voordat alle feiten zijn besproken. Dit wekt redelijke twijfel over zijn onbevangenheid.
Een concreet gevolg van dergelijke wrijvingen is dat advocaten de onpartijdigheid van de rechter in twijfel kunnen trekken. Het Belgisch procesrecht biedt in extreme gevallen de mogelijkheid tot wraking (Gerechtelijk Wetboek art. 828 e.v.): een procedure waarbij een partij vervanging van de rechter vraagt vanwege schijn van partijdigheid of belangenconflicten. Als een rechter bijvoorbeeld via woorden of daden duidelijk maakt een afkeer te hebben van de verdediging of al een oordeel klaarlijkt te hebben, kan dit een grond voor wraking vormen. Zelfs zonder formele wraking kan de verdediging haar bezwaren tijdens de zitting kenbaar maken en deze later in hoger beroep of via een klacht aankaarten. Dergelijke conflicten ondermijnen bovendien de verdedigingsrechten van justitiabelen: cliënten kunnen het gevoel krijgen dat hun advocaat niet vrijuit hun zaak kan bepleiten, wat indruist tegen het recht op een eerlijk proces.
Schending van onpartijdigheid en juridische consequenties

Als de geschetste gedragingen daadwerkelijk voorkomen, kunnen deze worden gezien als een schending van de onpartijdigheid. Het recht vereist niet alleen dat de rechter subjectief neutraal is, maar ook dat hij objectief gezien geen aanleiding tot twijfel geeft. Uit Belgische rechtspraak blijkt dat zelfs het optreden van een rechter – zoals het doen van bepaalde uitspraken tijdens of buiten de zitting – dat de indruk van vooringenomenheid wekt, onaanvaardbaar is. In de Antwerpse casus zou men kunnen stellen dat de rechter vooroordelen vertoont, bijvoorbeeld ten nadele van de verdedigende partij of ten aanzien van een specifieke groep (zoals vreemdelingen).
De juridische consequenties van partijdigheid kunnen ernstig zijn. Ten eerste kunnen uitspraken van de vrederechter worden aangevochten vanwege zijn gedrag. Een vonnis dat onder omstandigheden van partijdigheid tot stand kwam, schendt artikel 6 EVRM (recht op een eerlijk proces) en kan in hoger beroep worden vernietigd of via cassatie worden verworpen wegens procedurefouten. Daarnaast kunnen betrokkenen een klacht indienen over de rechter. In België kunnen dergelijke klachten worden gericht aan de korpsoverste (voor vrederechters is dit de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg) of aan de Hoge Raad voor de Justitie, die klachten over de rechtspraak onderzoekt. Bij ernstige vermoedens van partijdigheid of wangedrag kan ook het Openbaar Ministerie worden ingeschakeld; een rechter kan dan strafrechtelijk of tuchtrechtelijk worden vervolgd.
Een specifieke procedure is de eerder genoemde wraking. Als een partij tijdens het proces tijdig de onpartijdigheid van de rechter betwist, moet een andere rechter oordelen over de gegrondheid hiervan. Bij een gegrondverklaring wordt de rechter vervangen. Al deze instrumenten dienen om objectieve rechtspraak te waarborgen. Tegelijkertijd illustreren ze hoe uitzonderlijk het is dat een zittende rechter van partijdigheid wordt beschuldigd – iets wat juist het vertrouwen in de rechtsstaat kan schaden.
Impact op zaken betreffende vreemdelingen- en terugkeerbeleid
Bijzonder opvallend zijn de meldingen dat de betrokken vrederechter invloed zou uitoefenen op dossiers rond het vreemdelingen- en terugkeerbeleid. Het vredegerecht is normaliter niet direct bevoegd voor migratie- of asielzaken (deze behoren tot de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen of de Dienst Vreemdelingenzaken voor administratieve besluiten). Toch kan een vrederechter zijdelings met vreemdelingen te maken krijgen, bijvoorbeeld in huurgeschillen met niet-Belgische huurders of in bewindvoeringsdossiers van personen met een migratieachtergrond. In dergelijke gevallen moet de rechter strikt de individuele rechten en plichten toepassen, zonder zich te laten leiden door algemene beleidsstandpunten over migratie.
Indien de Antwerpse vrederechter proactief zou handelen om het terugkeerbeleid (het terugsturen van migranten zonder papieren) te faciliteren, overschrijdt hij zijn bevoegdheden. Stel bijvoorbeeld dat een kwetsbare vreemdeling zonder wettig verblijf onder bewindvoering staat; de vrederechter mag zich dan enkel over de bewindvoering uitspreken, niet over verblijfs- of uitzettingskwesties. Mocht de rechter op eigen initiatief contact zoeken met immigratiediensten of besluiten nemen die het vertrek van de betrokken persoon bespoedigen, dan mengt hij zich in het uitvoerend beleid. Dit zou een schending van de scheiding der machten zijn en de wettelijke rechten van de betrokkene aantasten. Iedere vreemdeling heeft immers recht op een individuele behandeling en mag niet louter op basis van zijn status anders worden behandeld dan een burger, op straffe van discriminatie (Grondwet art. 10, 11 en 191).
Een concreet gevolg kan zijn dat deze rechter stelselmatig uitspraken doet die nadelig uitpakken voor vreemdelingen in civiele zaken. Hij zou bijvoorbeeld in een huurconflict sneller de kant van de verhuurder kiezen als de huurder een uitgeprocedeerde asielzoeker is, met als verborgen doel de persoon dakloos te maken om terugkeer te bevorderen. Of in een bewindvoeringsdossier zou hij familieleden in het thuisland buiten de normale procedures om repatriëring proberen te regelen. Dergelijke handelingen ondermijnen het vertrouwen van minderheden in de rechterlijke macht en kunnen leiden tot selectieve rechtspraak. Indien advocaten dit opmerken, kunnen zij aanvoeren dat de rechter discriminerend handelt. Dit is niet alleen onwettig, maar kan ook internationaal worden aangekaart, aangezien België gebonden is aan mensenrechtenverdragen.
De invloed van de vrederechter op vreemdelingen- en terugkeerdossiers is uiterst zorgwekkend. Het illustreert hoe persoonlijke overtuigingen of druk van buitenaf de neutrale rechtspraak kunnen verstoren. In de volgende sectie bekijken we de familiale dimensie van deze zaak, waarbij mogelijk sprake is van machtsmisbruik binnen een bewindvoering en de rol van de rechter.
Familiale betrokkenheid en juridische gevolgen
Een tweede pijler van de situatie betreft de familiale machtsdynamiek rond een beschermde persoon (bijvoorbeeld een oudere of kwetsbare volwassene onder bewind). Uit de context leiden we af dat er binnen de familie van de beschermde persoon spanningen bestaan en dat één of meerdere familieleden hun invloed proberen aan te wenden via de wettelijke bescherming. Het lijkt erop dat een familielid als bewindvoerder is aangesteld en deze positie mogelijk gebruikt om andere familieleden buitenspel te zetten of controle uit te oefenen over de persoon en diens middelen.
Soortgelijke familiale conflicten komen vaker voor bij bewindvoering. De wetgever gaat ervan uit dat familieleden vaak de voorkeur krijgen als bewindvoerder om de continuïteit van zorg te waarborgen. Echter, de keerzijde is dat familiale vetes kunnen escaleren wanneer één familielid macht krijgt over iemands financiën. In de geschetste situatie lijkt de bewindvoerder (bijvoorbeeld een ouder, broer of zus van de beschermde) de toegang tot leefgeld te controleren en mogelijk te misbruiken om zijn eigen belangen door te drukken. Leefgeld is het bedrag dat de beschermde periodiek ontvangt voor zijn levensonderhoud. Als een bewindvoerder dit bewust achterhoudt of minimaliseert, kan dit de beschermde afhankelijk en onder druk houden. Het niet verstrekken van voldoende leefgeld brengt bovendien de gezondheid en het welzijn van de beschermde in gevaar, wat strijdig is met de plicht van de bewindvoerder om in diens belang te handelen.
De familie heeft mogelijk ook via brieven aan de rechtbank geprobeerd invloed uit te oefenen. Uit de term “valse verklaringen” blijkt dat deze brieven onwaarheden zouden bevatten, waarschijnlijk om de rechter te sturen in zijn besluitvorming (bijvoorbeeld door een ander familielid in een kwaad daglicht te plaatsen of de toestand van de beschermde verkeerd voor te stellen). Hier zien we een machtsdynamiek: de bewindvoerder en/of medestanders binnen de familie proberen de perceptie van de rechter te beïnvloeden met onjuiste informatie. Als de rechter deze informatie aanneemt zonder grondige verificatie, kan hij besluiten nemen ten nadele van de beschermde of andere familieleden op basis van een onvolledig beeld. Zo zou een bewindvoerder bijvoorbeeld kunnen beweren dat de beschermde persoon niet met geld om kan gaan vanwege zogenaamde gokproblemen, terwijl dit verzonnen is om het achterhouden van leefgeld te rechtvaardigen. Ook kunnen valse beschuldigingen worden ingediend tegen een familielid dat de beschermde probeert te bezoeken, zodat de rechter denkt dat contact niet in het belang van de beschermde is. Dit soort praktijken ondermijnt de waarheidsvinding.
In zo’n giftige familiale context wordt de positie van de vrederechter precair. De rechter moet in principe boven de partijen staan en het belang van de beschermde centraal houden. Maar als één partij hem manipuleert, bestaat het risico dat de rechter indirect partij kiest. De term “familiale machtsdynamiek” suggereert dat de bewindvoerder nauwe banden heeft met de rechter of invloedrijke derden, wat de objectiviteit kan aantasten. De rechter zou bijvoorbeeld kunnen denken dat “alles onder controle is” binnen de familie en signalen van misbruik negeren.
Juridische status van valse verklaringen aan de rechtbank

Een ernstig punt van zorg is het indienen van brieven met valse verklaringen bij de rechtbank. Het verstrekken van onjuiste informatie aan een rechter in het kader van een gerechtelijke procedure kan juridische gevolgen hebben. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen verklaringen onder ede en verklaringen zonder ede. Een valse getuigenis onder ede (meineed) is strafbaar en wordt zwaar bestraft (tot 5 jaar gevangenisstraf in burgerlijke zaken). In deze context gaat het echter vermoedelijk om brieven van familieleden of betrokkenen die niet onder ede zijn afgelegd. Toch kan ook het opzettelijk verstrekken van onjuiste informatie in rechte strafbaar zijn, bijvoorbeeld als iemand de waarheid verdraait ten voordele of nadele van een partij.
Bovendien kan een brief met leugens worden beschouwd als valsheid in geschrifte indien deze rechten of plichten creëert met bedrieglijk opzet. Als een familielid bijvoorbeeld een document vervalst of een vals attest gebruikt om de rechter te beïnvloeden, valt dit onder zware strafbepalingen. Zelfs zonder formeel bewijs van meineed zal een rechter die ontdekt dat hij is misleid, hier afkeurend op reageren. Misleiding van de rechter getuigt van slechte trouw en kan leiden tot procedurele sancties, zoals het verlies van rechten of een veroordeling tot proceskosten.
In de geschetste zaak lijken brieven met valse informatie te zijn gestuurd over de beschermde persoon of diens situatie. Juridisch gezien hebben dergelijke verklaringen geen bewijskracht tenzij ze door objectieve stukken of onafhankelijke bronnen worden gestaafd. De vrederechter zou zich bewust moeten zijn van dit risico en behoedzaam om moeten gaan met eenzijdige informatie. Als hij beslissingen baseert op niet-geverifieerde verklaringen van de bewindvoerder of diens entourage, verzaakt hij aan zijn plicht om de feiten grondig te onderzoeken. In extreme gevallen kan dit leiden tot een onherstelbare rechterlijke beslissing. De benadeelde partij (zoals een ander familielid of de beschermde zelf via een advocaat) kan dan hoger beroep instellen om de beslissing te laten herzien vanwege nieuw gebleken bedrog.
Fraude, financiële malversaties en belemmering van leefgeld

De term “fraude en financiële malversaties” impliceert dat er aanwijzingen zijn van onregelmatigheden in het beheer van het vermogen van de beschermde persoon. Fraude door een bewindvoerder kan verschillende vormen aannemen, zoals verduistering van gelden of misbruik van bevoegdheden. Een klassiek voorbeeld is dat de bewindvoerder geld van de beschermde gebruikt voor persoonlijke doeleinden of uitgaven die niet in diens belang zijn. Ook het doorberekenen van persoonlijke kosten of het verkopen van eigendommen onder de marktwaarde aan bekenden valt hieronder.
In dit geval is er expliciet sprake van obstructie van leefgeld. Dit houdt vermoedelijk in dat de bewindvoerder het wekelijkse of maandelijkse leefgeld niet (volledig) uitkeert aan de beschermde. Dit kan op zichzelf al een indicatie van misbruik zijn: als het geld beschikbaar is maar niet bij de beschermde terechtkomt, rijst de vraag waar het blijft. Het achterhouden van leefgeld kan duiden op verduistering of op een ongeoorloofde strafmaatregel. Beide scenario’s zijn onwettig en schenden de fiduciaire plicht van de bewindvoerder.
Bij vermoedens van fraude moet de vrederechter direct actie ondernemen: hij kan de bewindvoerder oproepen om rekenschap af te leggen, bankafschriften opvragen en zo nodig de bewindvoerder ontslaan. Als de vrederechter ondanks duidelijke signalen niets onderneemt, roept dit vragen op over zijn eigen nalatigheid of partijdigheid. In de Antwerpse casus lijkt de rechter echter betrokken bij het in stand houden van de situatie, mogelijk door de kant van de bewindvoerder te kiezen. Dit is zorgwekkend: de rechter die de beschermde moet beschermen, wordt dan medeverantwoordelijk voor diens benadeling.
De rol van de bewindvoerder en de rechter

In deze familiale saga is het belangrijk de rolverdeling te benadrukken. De bewindvoerder is een uitvoerend beheerder: hij beheert het vermogen, maar altijd onder toezicht van de vrederechter. De rechter fungeert als toezichthouder en moet ingrijpen bij misstanden. In gezonde situaties werken bewindvoerder en rechter samen in het belang van de beschermde. In dit geval lijkt echter sprake van een ongezonde alliantie tussen beiden, ten koste van de beschermde en andere familieleden.
De vraag rijst waarom een rechter zou meewerken met een bewindvoerder die fout handelt. Mogelijke verklaringen zijn:
- Misleiding: De rechter is door valse verklaringen overtuigd dat de bewindvoerder juist handelt.
- Partijdigheid: De rechter heeft een persoonlijke band met de bewindvoerder (familie, vriendschap) en vertrouwt hem ten onrechte.
Beide scenario’s wijzen op falende waarborgen. In het eerste geval is de rechter mogelijk naïef of onvoldoende kritisch; hij had signalen van de vertrouwenspersoon moeten onderzoeken. In het tweede geval is er sprake van belangenverstrengeling, wat de integriteit van de rechtspraak aantast.
De wet verplicht bewindvoerders jaarlijks rekenschap af te leggen over hun beheer. Onregelmatigheden zouden hierbij aan het licht moeten komen. Het feit dat de situatie langdurig heeft kunnen voortduren, suggereert dat dit toezicht heeft gefaald. Mogelijk zijn de rekeningen van de bewindvoerder nooit grondig gecontroleerd of kritiekloos goedgekeurd.
De familiale machtsdynamiek heeft geleid tot een situatie waarin de kwetsbare persoon rechteloos dreigt te worden: zijn middelen worden onttrokken, zijn stem wordt verdraaid, en hij kan niet rekenen op bescherming door de rechter. Dit roept ernstige vragen op over de werking van justitie. In de volgende sectie bespreken we bredere implicaties en mogelijke oplossingen.
Gevolgen voor het justitiële systeem

De situatie binnen het Antwerpse vredegerecht staat niet op zichzelf, maar lijkt te wijzen op structurele tekortkomingen in het Belgische justitiële systeem, met name op het vlak van bewindvoering en rechterlijke controle. In het verleden zijn problemen met bewindvoering vaker aan het licht gekomen. België telt ongeveer 140.000 beschermde meerderjarigen met een bewindvoerder. In de meeste gevallen verlopen dossiers goed dankzij plichtsbewuste bewindvoerders (familie of professionals). Maar er is sprake van een kleine groep die misbruik maakt van de situatie.
Cases zoals in Antwerpen – zij het vaak minder extreem – hebben beleidsmakers gewezen op lacunes: onvoldoende toezicht, gebrek aan transparantie, en een onevenwicht tussen vertrouwen in familie en bescherming tegen misbruik.
Een audit uit 2019 signaleerde tal van wantoestanden in bewindvoeringsdossiers. Zo bleek dat beschermde personen en hun naasten vaak onvoldoende inzicht hadden in de beslissingen van de bewindvoerder, dat professionals soms ten onrechte werden verkozen boven capabele familieleden, en dat er misbruiken waren qua vertragingen en kostenafhandeling. Deze bevindingen wijzen op een systeemfout: controlemechanismen grepen niet tijdig in. In het Antwerpse geval zien we vergelijkbare elementen: de familie van de beschermde voelt zich buitenspel gezet, terwijl de bewindvoerder te weinig verantwoording aflegt. Bovendien lijkt de onafhankelijkheid van de rechter hier ondermijnd door externe invloeden.
Een ander structureel probleem is het gebrek aan transparantie bij beslissingen van de vrederechter. Lange tijd verliep bewindvoering zeer lokaal en papiergericht. Recent is er een digitaliseringsgolf ingezet, zoals het centrale digitale bewindvoerdersportaal Just-on-web, dat families inzage geeft in beslissingen. Dit had als doel transparantie te vergroten. Als de Antwerpse casus zich (deels) afspeelde vóór deze modernisering, kan het gebrek aan transparantie hebben bijgedragen aan escalatie: familieleden wisten bijvoorbeeld niet wat er beslist was of konden fouten niet signaleren.
Daarnaast verdient het fenomeen van rechterlijke onpartijdigheid aandacht. Hoewel Belgische rechters deskundig en integer zijn, is geen enkel systeem immuun voor menselijk falen. De combinatie van een onafhankelijke rechter en een discretionaire bevoegdheid (zoals bewindvoering, waar zittingen vaak niet publiek zijn) kan leiden tot gebrek aan verantwoording. Dit geval illustreert dat controle en feedback cruciaal blijven, zelfs op lokaal niveau.
Hervormingsvoorstellen en preventieve maatregelen

Gelukkig zijn er hervormingen in gang gezet. Eind 2023 is een wetswijziging goedgekeurd die het statuut van bewindvoerders hervormt en het toezicht verscherpt. De belangrijkste maatregelen zijn:
- Ondersteuning van familiale bewindvoerders: Vrederechters moeten eerst onderzoeken of een geschikt familielid als bewindvoerder kan optreden. Deze persoon krijgt betere begeleiding en opleiding, zodat professionals alleen ingezet worden waar nodig.
- Nationaal register van professionele bewindvoerders: Alleen erkende professionals met strenge toelatingscriteria (geen straf- of tuchtgeschiedenis) mogen nog optreden.
- Versterkt toezicht en tucht: Controles worden geïntensiveerd, en vrederechters moeten fraudesignalen melden. Bij misbruik kan een bewindvoerder uit het register worden geschrapt.
- Transparante tarieven: Het vergoedingssysteem wordt hervormd naar een basisbedrag met beperkte opslag voor complexe dossiers, om excessen te voorkomen.
Deze hervormingen zijn een direct antwoord op situaties zoals in Antwerpen. Ze zorgen voor snellere signalering van misstanden en verplichten bewindvoerders en rechters tot meer verantwoording. Digitalisering via Just-on-web geeft families inzage in dossiers, zodat zij sneller kunnen reageren.

Daarnaast zijn er andere preventieve ideeën:
- Versterkte ethiektraining voor rechters: Casestudies over integriteitsdilemma’s (bv. omgaan met familie-invloed) kunnen rechters weerbaarder maken.
- Intervisie tussen vrederechters: Regelmatige peer reviews van dossiers helpen blinde vlekken te signaleren.
- Toegankelijke klachtenprocedures: Duidelijke communicatie over hoe burgers klachten kunnen indienen (bv. via de Hoge Raad voor Justitie) bevordert tijdige signalering.
De gebeurtenissen in het Antwerpse vredegerecht onthullen problemen op zowel individueel als structureel vlak. Juridisch kader en controlemechanismen bleken onvoldoende om ontsporingen te voorkomen. In deze casus leidde een combinatie van persoonlijke invloed (familiale druk, rechterlijke partijdigheid) en systeemtekorten (gebrek aan transparantie) tot een situatie die haaks staat op rechtstatelijke principes.
De gevolgen reiken verder dan dit dossier: het vertrouwen in justitie komt op het spel. Gelukkig hebben hervormingen – zoals strenger toezicht en digitalisering – de pijnpunten aangepakt. Toch blijft waakzaamheid nodig. Rechters dragen een persoonlijke verantwoordelijkheid om vooroordelen te weerstaan, terwijl burgers en advocaten misstanden moeten durven aankaarten.
Dit voorval is een wake-up call. Gerechtigheid vereist voortdurend onderhoud: onafhankelijkheid, onpartijdigheid en robuuste controlemechanismen zijn essentieel om het vertrouwen van burgers te behouden – ook in gevoelige dossiers zoals bewindvoering en migratie.

Andy Vermaut
Bronnen met hyperlinks in het vet
- Belgische Grondwet, art. 151-152 en 191: onafhankelijkheid rechterlijke macht en rechten van vreemdelingen belgischegrondwet.be belgischegrondwet.be.
- Gerechtelijk Wetboek, art. 590-591: materiële bevoegdheid van de vrederechter (vorderingen tot €5.000 en bijzondere bevoegdheden) tribunaux-rechtbanken.betribunaux-rechtbanken.be.
- FOD Justitie – Gerechtelijke bescherming : toelichting bij bewindvoering en aanstelling bewindvoerder, voorkeur voor familie justitie.belgium.be.
- Team Justitie (2023) – Hervorming moet einde maken aan problemen bij bewindvoering : overzicht wetsontwerp Van Quickenborne met maatregelen tegen wanpraktijken teamjustitie.be teamjustitie.be.
- Team Justitie (2023) – idem: detail van versterkt toezicht, nationaal register en tuchtsancties voor bewindvoerders teamjustitie.be teamjustitie.be.
- Cassatie (30 april 1986) – principe: rechter moet elke schijn van partijdigheid vermijden juridischforum.be.
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Buscemi t. Italië, 16/09/1999) – rechter mag vooraf geen indruk van vooroordeel geven juridischforum.be.
- Bannister Advocaten – Vals getuigenis en meineed : onderscheid valse verklaring (zonder eed) vs. meineed destrafrechtspecialist.be.
- Pro Deo Advocaten – Fraude door een bewindvoerder : omschrijving fraude (verduistering, misbruik van macht) en stappen bij vermoeden pro-deo-advocaten.compro-deo-advocaten.com.
- Hoge Raad voor de Justitie – Audit bewindvoeringen 2019 : bedenkingen over gebrekkig toezicht en aanbevolen (vermeld in Team Justitie artikel) teamjustitie.be