Slavica Singer: de onvergetelijke oproep tot wederopbouw in het hart van Europa

Het is een vroege zomerochtend, 6 september 2024, we zijn in Osijek, en de zon werpt haar eerste stralen over de oude stad. Binnen in een klassieke hal van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde verzamelt een kleine groep journalisten zich, onbewust van de gedenkwaardige les die hen te wachten staat. Ze zijn hier om te leren over de impact van het cohesiebeleid van de Europese Unie, maar wat hen werkelijk zal raken, is het verhaal van een vrouw die de ziel van een verscheurd land belichaamt.

Om 09:00 uur stapt Professor Emeritus Slavica Singer de zaal binnen. Haar verschijning is kalm, haar blik doordrongen van wijsheid en ervaring. Dit is niet zomaar een toespraak. Dit is een oproep. Een krachtig, onverbloemd verhaal over oorlog, overleven, en de onstuitbare menselijke drang om te vernieuwen, te genezen en vooruit te kijken.

De kamer ademt stilte wanneer ze begint te spreken.

“Dit is niet alleen mijn verhaal”

Met een zachte, maar vastberaden stem zet Slavica de toon.

“Dit is niet alleen mijn verhaal, het is een verhaal van velen. Een verhaal van een land dat zijn eigen demonen heeft verslagen, van mensen die ondanks alles weigerden te breken.” De woorden komen met een zeldzame, stille intensiteit, alsof elke zin met zorg is uitgekozen om diep door te dringen in de harten van de toehoorders.

“Ik wil jullie meenemen naar het Kroatië van de jaren ’90. Naar het moment waarop we alles verloren en toch besloten dat verlies geen optie was.” Ze haalt adem, de kamer hangt aan haar lippen. “Ik geloofde niet dat oorlog mogelijk was in mijn thuisland. Onze diversiteit leek onze kracht. Maar ik had het mis. Wat volgde, was iets dat ik nooit had kunnen voorzien.”

De eerste krachtige slag

In juli 1991, ver van haar geboorteland, bevindt Slavica zich op een conferentie in het Verenigd Koninkrijk, terwijl de eerste tekenen van oorlog zich in Kroatië beginnen te manifesteren. Ze vertelt het verhaal alsof ze het gister nog beleefde.

“Een BBC-journalist vroeg me om commentaar op wat er gaande was in Joegoslavië. Ik kon het niet geloven – niet echt. De eerste beschietingen waren begonnen, nog niet in Osijek, maar dichtbij. Ik belde mijn vader. Wat hij zei, zou ik nooit vergeten: ‘Op een postkantoor in een nabijgelegen stad hebben ze geschreven: ‘Dit is Servië’. Daaronder stond: ‘Idioot, dit is een postkantoor.’’”

Ze laat de woorden even hangen in de lucht. Het absurde, het irreële van het begin van een oorlog komt binnen bij de luisteraars. Maar wat ze daarna vertelt, voelt als een ijzige wind door de zaal.

“In december 1991 was Osijek een spookstad. 120.000 mensen waren geslonken tot amper 10.000. De stilte… die stilte. Geen vogels, geen kinderen op straat. Alleen de echo’s van beschietingen. De stad was doodstil.”

De kamer voelt even die stilte, als Slavica terugdenkt aan de tijd waarin alles stilviel. Maar waar anderen misschien zouden vastlopen in pijn, ging zij verder, dreef ze zichzelf voort met een bijna onmogelijke kracht.

Het verzet van hoop

Maar Slavica gaf zich niet over aan wanhoop.

“Toen de beschietingen begonnen, vroeg ik mezelf af: wat kan ik doen? Wat kan ik bijdragen in een wereld vol puin en verbrijzelde hoop?” Haar ogen lichten op. Dit is waar het echte verhaal begint.

“En ik besloot: ik ga de burgermaatschappij helpen herbouwen. Ik richtte me op de mensen, de gemeenschappen. Want als we onze samenleving konden herstellen, dan konden we misschien ooit onze dromen herstellen.”

“Ik sloot me aan bij het Kroatisch Helsinki Comité voor de Rechten van de Mens en werkte samen met de VN. Maar er waren momenten waarop ik versteld stond van de reacties van mensen. Een man zei ooit tegen me tijdens een diner: ‘Het is goed dat mijn kinderen de ruïnes zien. Ze moeten weten wat oorlog is.’” Haar stem stokt even. “Ik kon het niet bevatten. Hoe kunnen we verwoesting normaliseren?”

Maar Slavica liet zich niet ontmoedigen. Ze zag in dat mensen niet alleen geld nodig hadden om weer op te bouwen.

“We richtten een microfinancieringsinstelling op, NOA, en een Centrum voor Ondernemerschap. Maar geld alleen was niet genoeg. Mensen hadden kennis nodig, vaardigheden. Hoop. Het was mijn missie om die hoop terug te brengen, stap voor stap.”

De EU: een bondgenoot in wederopbouw

Het gesprek verschuift naar de rol van de Europese Unie. Wanneer ze de EU aanhaalt, klinkt er een fonkeling van trots in haar stem.

“Zonder de Europese Unie zou Kroatië vandaag niet hetzelfde zijn. De EU heeft onze infrastructuur herbouwd, onze toeristische sector laten bloeien en ons geholpen de natuur te herstellen die we bijna verloren waren.”

Ze zucht kort, niet uit vermoeidheid, maar als iemand die weet dat er nog steeds obstakels te overwinnen zijn.

“Corruptie blijft een uitdaging. Een oud-minister gebruikte EU-geld voor zijn eigen wijngaard, en dat is slechts één voorbeeld. Maar dat betekent niet dat we moeten opgeven. Integendeel, het toont aan hoe belangrijk onze gezamenlijke inspanningen zijn.”

Slavica’s woorden klinken als een onmiskenbare oproep. Ze laat geen ruimte voor twijfel over haar overtuigingen:

“De EU is een uniek project. Het stelt ons in staat om samen te werken, onze samenleving te verbeteren. Waarom zou iemand zich daartegen keren? Samen staan we sterker.”

De weg naar verzoening

Slavica’s stem wordt zachter, maar de kracht in haar woorden blijft voelbaar.

“Toch zijn er nog wonden die geheeld moeten worden. Vooral met Servië, onze buur. Ondanks alles geloof ik dat de Westelijke Balkan een plek heeft in de EU, maar verzoening komt niet vanzelf. In steden zoals Vukovar zijn de scholen nog steeds gescheiden. Hoe kunnen we vooruitgaan als we niet eerst onze kinderen leren samen te leven?”

De kamer voelt de gewichtige ernst van haar woorden. Hier is een vrouw die de toekomst in haar handen heeft gehouden en wist dat het echte werk nog maar net begonnen is. Maar ze spreekt niet vanuit wanhoop. Ze spreekt vanuit een diep geworteld geloof in de kracht van de mensheid om te herstellen.

“De oorlog mag nooit vergeten worden,” zegt ze, haar stem trillend van emotie. “Maar we moeten ook naar voren kijken. Het is tijd dat we een nieuw verhaal schrijven, één van vooruitgang, innovatie en samenwerking. We moeten de pijn van het verleden omvormen tot de brandstof voor onze toekomst.”

Het onuitwisbare baken van hoop

Slavica Singer eindigt haar verhaal met een glimlach. Niet een glimlach van verlichting, maar een van vastberadenheid.

“Als ik één ding heb geleerd in de donkerste momenten van ons land, is het dat licht altijd terugkomt. En soms,” ze pauzeert kort, haar ogen vol vuur, “moeten wij dat licht zelf zijn. We kunnen, we móéten, samenwerken om iets moois te bouwen uit de puinhopen.”

De stilte in de zaal is bijna tastbaar, maar dit keer is het een stilte vol reflectie, vol hoop. Een stilte die de diepe impact van haar woorden weerspiegelt. De journalisten zitten roerloos, doordrongen van het besef dat wat ze net hebben gehoord meer is dan een verhaal. Het is een oproep tot actie, een dringende herinnering dat de toekomst altijd nog kan worden herschreven, ongeacht de duisternis die eraan voorafging.

Wanneer de journalisten hun pennen weer oppakken, weten ze dat wat ze gaan schrijven niet alleen feiten zullen zijn. Ze zullen het verhaal van Slavica Singer delen, het verhaal van een land dat zichzelf heeft heropgebouwd vanuit de as, en van een vrouw die weigerde toe te geven aan wanhoop, zelfs toen de stilte om haar heen leek te schreeuwen.

De slag om Osijek: de vergeten strijd in de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog

De slag om Osijek vond plaats van augustus 1991 tot juni 1992 en was een van de meest intense en verwoestende gebeurtenissen tijdens de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog. De Kroatische stad Osijek, gelegen in het oosten van het land, werd maandenlang gebombardeerd door het Joegoslavische Volksleger, ondersteund door Servische paramilitairen. Het beleg van Osijek kwam onmiddellijk na de val van Vukovar, wat de focus van het Joegoslavische Volksleger verschoof naar de volgende strategische stad in hun poging om Kroatië te destabiliseren.

Gedurende deze maanden was Osijek niet alleen het toneel van hevige artilleriebeschietingen, maar ook van luchtaanvallen en grondoffensieven. Het resultaat was verwoestend: duizenden beschietingen troffen de stad, honderden burgers verloren het leven, en de meerderheid van de bevolking vluchtte. Ondanks deze aanvallen slaagde het Kroatische leger erin om Osijek te behouden, wat een belangrijke overwinning bleek in de bredere strijd om Kroatische onafhankelijkheid.

De opkomst van de oorlog

De oorlog in Kroatië vond zijn oorsprong in de groeiende etnische spanningen tussen de Kroaten en de Serviërs in het gebied, verergerd door de politieke veranderingen na de val van het communisme. Toen Kroatië zich in 1991 afscheidde van Joegoslavië, was de reactie van het Joegoslavische Volksleger hard en snel. In veel delen van het land brak openlijk geweld uit, waarbij de Kroatische Serviërs, gesteund door Servië en het Joegoslavische Volksleger, in opstand kwamen tegen de nieuwe Kroatische autoriteit.

Osijek bevond zich in het epicentrum van de gevechten in oostelijk Slavonië, een regio van groot strategisch belang voor zowel Kroatië als Servië. Terwijl de troepen van het Joegoslavische Volksleger zich mobiliseerden en nabijgelegen steden zoals Vukovar onder zware aanvallen kwamen te staan, werd Osijek al snel een belangrijk doelwit.

De bombardementen op de stad

De eerste beschietingen van Osijek begonnen in de zomer van 1991. Tegen eind november van dat jaar waren de aanvallen opgevoerd tot hun meest verwoestende niveau. “In november en december 1991 bereikte het aantal beschietingen zijn hoogtepunt, met soms wel een granaat per minuut,” aldus lokale bronnen. De burgers van Osijek, die ooit een bloeiende stad bewoonden, moesten hun toevlucht zoeken in schuilkelders. Tegen het einde van de zwaarste bombardementen waren naar schatting nog slechts 10.000 inwoners in de stad overgebleven.

Naast de artilleriebeschietingen voerde het Joegoslavische Volksleger verschillende luchtaanvallen en grondoffensieven uit op strategische locaties rond de stad. Kroatische troepen bleven echter standhouden en wisten het Joegoslavische Volksleger uit de stad te houden, ondanks herhaalde pogingen van de vijand om de stad volledig in te nemen.

Grondoffensief en de operatie Devil’s Beam

Nadat het Joegoslavische Volksleger Vukovar had veroverd, verschoof hun aandacht naar Osijek. In december 1991 begonnen ze met nieuwe grondoffensieven, waarbij ze kleine maar belangrijke dorpen ten zuiden van de stad innamen. Het gevaar voor Osijek was op dat moment groot, met de dreiging van een volledige omsingeling van de stad door het Joegoslavische Volksleger.

Op 17 en 18 december lanceerde het Kroatische leger een tegenoffensief genaamd “Operatie Devil’s Beam”. Dit was een van de belangrijkste militaire inspanningen om de troepen van het Joegoslavische Volksleger terug te dringen en de stad te verdedigen. De operatie was succesvol en dwong het Joegoslavische Volksleger om zich terug te trekken uit posities ten noorden van Osijek. Dit voorkwam dat de stad verder in de tang werd genomen en gaf de Kroatische verdediging de tijd om hun linies te versterken.

De nasleep van de slag

Tegen de zomer van 1992 waren de bombardementen op Osijek grotendeels gestopt. In de nasleep van het conflict werd de schade aan de stad geschat op meer dan 1,3 miljard Amerikaanse dollar. Osijek had zwaar geleden onder de langdurige beschietingen en aanvallen. “Meer dan 800 burgers en soldaten verloren hun leven tijdens de slag om Osijek, en de wonden van de oorlog zouden nog jaren zichtbaar blijven,” aldus de lokale autoriteiten.

Hoewel de strijd om Osijek weinig aandacht kreeg in vergelijking met andere veldslagen in Kroatië, zoals de belegering van Vukovar, blijft het een cruciale gebeurtenis in de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog. Het behoud van Osijek door de Kroatische troepen werd gezien als een strategische overwinning die de westelijke opmars van het Joegoslavische Volksleger stopte.

Oorlogsmisdaden

Na de oorlog werden zowel Servische als Kroatische militaire leiders aangeklaagd voor oorlogsmisdaden gepleegd tijdens de slag om Osijek. Twaalf officieren van het Joegoslavische Volksleger werden aangeklaagd voor hun betrokkenheid bij de beschietingen en de dood van honderden burgers. Tegelijkertijd werden ook Kroatische soldaten veroordeeld voor hun rol in de moord op Servische burgers die gevangen waren genomen tijdens de verdediging van de stad.

De processen voor deze oorlogsmisdaden zijn een voortdurende herinnering aan de donkere dagen van de oorlog, en benadrukken het belang van gerechtigheid voor de slachtoffers van deze wrede periode in de geschiedenis van de stad.

Osijek vandaag

Hoewel Osijek zwaar beschadigd werd tijdens de oorlog, heeft de stad zich de afgelopen decennia langzaam hersteld. De littekens van het conflict zijn nog steeds zichtbaar, zowel fysiek als in de herinneringen van de mensen die er doorheen hebben geleefd. Toch is Osijek vandaag de dag een stad van hoop, waar wederopbouw en vooruitgang centraal staan.

De kracht van professor Singer: een diep ontroerende sessie

De sfeer in de zaal was vanaf het begin geladen met een bijna tastbare energie. Terwijl professor Slavica Singer haar verhaal deelde, werd elke woord uitgesproken met de overtuiging en passie van iemand die niet alleen geschiedenis had meegemaakt, maar die ook vastberaden was om de lessen ervan door te geven. Haar stem trilde soms van emotie, maar nooit van onzekerheid. Elke journalist, elke aanwezige in de zaal, voelde zich meegezogen in haar verhaal over hoop, wederopbouw, en de onverzettelijke kracht van de mensheid om te overleven en te groeien, zelfs na de diepste tegenslagen.

Vanuit Denemarken waren Lise Kristensen van Gråsten Avis en Kurt Nielsen, een ervaren freelancejournalist, diep geraakt door de persoonlijkheid van Slavica Singer. Lise, bekend om haar scherpe observaties, leek even verlamd door de kracht van Slavica’s woorden. Kurt, een man die al vele verhalen had geschreven over menselijke tragedies, leek stilletjes te beseffen dat dit verhaal anders was – het was niet alleen een getuigenis van leed, maar ook van verlossing.

Uit Duitsland waren Stefan Rochow en Benedikt Dario Rochow van Schwerin Lokal aanwezig. Beide journalisten keken elkaar stilletjes aan, onder de indruk van de diepe emoties die in de ruimte hingen. Stefan, met zijn jarenlange ervaring in lokale verslaggeving, leek te beseffen dat de stad Osijek, ondanks zijn fysieke afstand, een diepe connectie met hem maakte. Benedikt, jonger en vol enthousiasme, leek vastbesloten om dit verhaal niet alleen op papier te krijgen, maar het te laten weerklinken in de harten van zijn lezers.

De Italiaanse journalisten Andrea Denaro en Claudia Mangano van Lettera Emme keken elkaar regelmatig aan, duidelijk onder de indruk van de veerkracht van de stad en haar inwoners. Claudia, die haar notitieboekje nauwelijks leek aan te raken, leek vastbesloten om elk woord in zich op te nemen, terwijl Andrea op een bedachtzame manier probeerde de parallellen te trekken tussen de Italiaanse naoorlogse wederopbouw en wat hij nu hoorde in Kroatië.

En daar, in een hoek van de zaal, zat Rutger van den Hoofdakker, een freelancejournalist uit Nederland. Hoewel hij stilletjes zijn notities maakte, was het duidelijk dat ook hij diep onder de indruk was van de professor. Zijn aantekeningen waren sporadisch; het leek alsof hij vooral wilde luisteren, de kracht van het moment wilde absorberen en pas later de woorden wilde vinden om de essentie van dit verhaal over te brengen aan zijn publiek.

De Hongaarse delegatie, bestaande uit Miklos Barabas, Emese Barabas en Hanga Istvan, was even stil als aandachtig. Miklos, directeur van European House Budapest, wisselde af en toe een blik met zijn collega Emese, terwijl buschauffeur Hanga Istvan naar voren leunde in zijn stoel. Hoewel hij niet van de pers was, leek het verhaal van professor Singer hem net zo diep te raken als de journalisten. Het was het soort verhaal dat generaties verbindt, ongeacht beroep of achtergrond.

De aanwezigen luisterden ademloos. Andy Vermaut, van het Belgische Indegazette.be, noteerde ijverig elk detail, zijn blik gefixeerd op de professor terwijl hij probeerde de betekenis van haar woorden vast te leggen voor zijn lezers. Zijn ogen lichtten op bij haar woorden over hoop en veerkracht, en het was duidelijk dat hij zich persoonlijk betrokken voelde bij de boodschap die ze overbracht.

Elke persoon in de zaal voelde de impact van de woorden van professor Singer. De diepe stilte die volgde op haar slotwoorden, sprak boekdelen. De passie en toewijding van deze mensen, die elk hun eigen weg in het journalistieke veld hadden gekozen, werd gevoed door het buitengewone verhaal van veerkracht dat zij net hadden gehoord. Terwijl de sessie tot een einde kwam, was er een gedeelde overtuiging onder hen: dit verhaal moest verteld worden, met de kracht en de integriteit die professor Singer erin had gelegd.