Turkse aanvallen verwoesten civiele infrastructuur en veroorzaken burgerslachtoffers in noordoost-Syrië

28 oktober 2024

Een tragische escalatie van geweld in Syrië

Van 23 tot 26 oktober 2024 heeft Turkije in een reeks intensieve luchtaanvallen en artilleriebeschietingen zwaar toegetakeld op de noordoostelijke regio van Syrië. De aanvallen, uitgevoerd zonder onderscheid te maken tussen militaire en civiele doelen, hebben grote schade aangericht aan essentiële infrastructuur en een aanzienlijk aantal burgerslachtoffers geëist. In deze gewelddadige campagne, die door Turkije wordt gerechtvaardigd als reactie op een aanval van PKK-strijders in Ankara, werden met name kwetsbare bevolkingsgroepen getroffen, waaronder kinderen, vrouwen, ontheemden en werkenden. De schokkende schade en het verlies aan mensenlevens hebben diepe littekens achtergelaten bij de getroffen gemeenschappen.

Burgerslachtoffers: Een zware tol voor families

De aanvallen hebben tot nu toe 62 burgers gedood en tientallen anderen verwond, terwijl ook 18 leden van de interne veiligheidstroepen omkwamen of gewond raakten. De meest tragische verhalen komen uit steden zoals Tal Rifaat en Manbij, waar huizen, bedrijven en zelfs vluchtelingenkampen onder vuur kwamen te liggen. Onder de dodelijke slachtoffers waren kinderen van slechts vijf en elf jaar oud, die tijdens de aanvallen in hun huizen verbleven. In Tal Rifaat stierven bijvoorbeeld een moeder en haar dochter in hun eigen huis, terwijl andere kinderen en familieleden ernstig gewond raakten. In andere gevallen verloren mensen het leven tijdens hun werk, zoals een zeventienjarige jongeman die omkwam terwijl hij in de gasfabriek van Swaidiya werkte.

De impact op gezondheid en basisvoorzieningen

De Turkse aanvallen hebben daarnaast ernstige schade toegebracht aan de gezondheidszorg en andere essentiële diensten. Ziekenhuizen en medische faciliteiten werden getroffen, waardoor de zorg voor de gewonden ernstig werd belemmerd. Gezondheidswerkers en vrijwilligers die gewonde burgers probeerden te evacueren, werden zelf doelwit van verdere beschietingen. In Amuda, waar gewonde burgers en hulpverleners zich hadden verzameld, kwamen ziekenhuizen onder vuur te liggen, wat leidde tot verdere chaos en angst onder de lokale bevolking.

Daarnaast heeft het Turkse leger 205 strategische locaties aangevallen, waaronder elektriciteitscentrales, watervoorzieningen, bakkerijen en brandstofdepots. Deze voorzieningen waren al fragiel door jaren van conflict, en de aanvallen hebben de leefomstandigheden verder verslechterd. Veel inwoners zitten zonder elektriciteit, water en andere basisbehoeften. Bakkers die brood produceren voor de gemeenschap konden hun werk niet voortzetten, wat leidde tot schaarste en prijsstijgingen van brood en andere basisvoedingsmiddelen in de regio. De vernietiging van vier elektriciteitscentrales treft naar schatting 150.000 gezinnen die nu zonder stroom zitten, terwijl de gasvoorzieningen, waarvan veel huishoudens afhankelijk zijn voor koken, ernstig zijn verstoord.

Getroffen economie en werkgelegenheid in de regio

Naast de directe aanvallen op burgers en infrastructuur heeft Turkije ook economische doelwitten beschadigd, met grote gevolgen voor de werkgelegenheid en het dagelijks leven van ontheemde Syriërs. Zo werd de Zozan-zuivelfabriek in Derik door een drone-aanval getroffen, waarbij drie vrouwen gewond raakten. Deze fabriek biedt werk aan tientallen ontheemde vrouwen die de enige kostwinnaars van hun gezin zijn. Het verlies van hun inkomen betekent niet alleen persoonlijk leed, maar versterkt ook de economische afhankelijkheid van buitenlandse hulp, die in de regio al schaars is.

Scholen, kampen en ontheemden onder vuur

De schade blijft niet beperkt tot huizen en bedrijven. Scholen zijn noodgedwongen gesloten, en de educatie van honderden kinderen wordt verstoord door de voortdurende aanvallen. In Tal Rifaat werden onderkomens voor ontheemden verwoest, waarbij families uit Afrin, die al sinds 2018 ontheemd zijn door eerdere Turkse militaire operaties, opnieuw slachtoffer werden van het geweld. In kampen zoals Sardam en Newroz, die tijdelijk onderdak bieden aan duizenden vluchtelingen, werd schade aangericht aan de schaarse voorzieningen. Een getuige beschrijft hoe een gezin in Tal Rifaat werd getroffen terwijl ze schuilden in hun woning, wat opnieuw de onveiligheid benadrukt waarmee ontheemde gezinnen in deze conflictzone worden geconfronteerd.

Internationale oproep voor gerechtigheid en bescherming

INSIGHT, het monitoringteam dat de gebeurtenissen in detail documenteerde, dringt aan op internationale actie om Turkije ter verantwoording te roepen voor de schendingen van internationaal humanitair recht, die volgens hen neerkomen op oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Ze roepen op tot diplomatieke druk om de aanvallen op Noordoost-Syrië te stoppen en tot de oprichting van een onafhankelijke onderzoekscommissie die de gebeurtenissen onderzoekt en de verantwoordelijken identificeert.

Aanbevelingen voor internationale en humanitaire actie

INSIGHT heeft een lijst van aanbevelingen gepubliceerd, gericht aan de internationale gemeenschap en humanitaire organisaties, om het lijden van de getroffen Syriërs te verlichten. Ze pleiten voor dringende humanitaire hulp, inclusief alternatieve energiebronnen en basisbehoeften zoals voedsel, water en medische zorg, alsook technische en financiële steun voor de wederopbouw van vernietigde infrastructuur. De aanbevelingen benadrukken de noodzaak van internationale bescherming voor burgers in de regio en roepen op tot meer diplomatieke inspanningen om de Syrische bevolking te vrijwaren van verder geweld.