Dina-Perla Portnaar: Een scherpe terugblik op 2024

Psychologische oorlogsvoering en het kleine, grijze kwaad
Als ik terugkijk op het jaar 2024, valt het me op hoezeer psychologische oorlogsvoering – soms zelfs intellectueel terrorisme – werd ingezet door middel van het kleine, grijze kwaad. Terwijl op mondiaal niveau oorlogshaarden het vuur bleven aanwakkeren, zag ik op lokaal niveau steeds meer mensen op subtiele wijze het grote kwaad ondersteunen. Niet alleen door groteske daden, zoals openlijke nazi’s die via sociale media ideologisch gif verspreiden of in het echte leven aanvallen uitvoeren, maar juist ook door vermeend geaccepteerde verschuivingen. Hier bespreek ik twee voorbeelden.
Wat ik in 2024 online heb gezien, zal ik nooit vergeten. Ik zocht het kwaad digitaal op en keek niet weg. Het ging om beelden van antisemitische demonstraties, complottheorieën die viraal gingen, en duizenden online berichten die haat zaaiden. Voor het eerst in mijn leven doorgrondde ik bijna zesduizend jaar Joodse geschiedenis tot diep in mijn wezen – en vooral hoe weinig Joden er nog zijn, terwijl aantallen duidelijk van belang blijken.
Ik dacht dat ons collectieve bewustzijn verder was. Dat we klaar waren om de realiteit van gesloten gemeenschappen onder ogen te zien en zelfs open te breken. Maar toen kwam 7 oktober. Alles wat ik voorspelde, en erger, kwam uit.
Achter mijn werk blijven staan
Ik sta nog altijd voor één miljard procent achter mijn werk. Het is de weg vooruit. Ik blijf erbij dat antisemitisme nooit mag worden gebruikt om integriteitsschendingen binnen een gemeenschap te camoufleren. Toch heb ik onderschat hoe antisemitisme anno nu weer zou oplaaien en zich opnieuw zou openbaren.
Het is ‘not done’ om dit uit te spreken, maar juist daarom doe ik het: het is zwaar om geboren te worden in een Joods gezin. Het is een taboe, net zoals het ‘not done’ is om als Joodse vrouw te spreken over hoe we geprogrammeerd zijn om kinderen te baren voor de gemeenschap. Anderen halen hier meer vreugde uit; zij zijn trotser op hun identiteit en ervaren meer sociale, culturele, religieuze en spirituele verbondenheid dan ik. In jaren zoals 2024 ervaar ik dat de lasten zwaarder wegen dan de lusten. Het draait voor mij meer om het gevoel van volledig thuishoren, een idee dat moeilijk tastbaar is. Ik voel me enigszins versnipperd, maar in een positieve zin. Hierdoor voel ik me niet volledig thuis in één specifieke omgeving.
Als ik het in wat spirituelere termen zou uitleggen, ervaar ik wel een gevoel van verbondenheid, maar ik heb de vrijheid nodig om ongedwongen te bewegen. Op 24 december kan ik bijvoorbeeld bij Mozaiek 020 zijn, op een ander moment verdiept in A Course in Miracles, en dan weer terug naar mijn roots of het boeddhisme. Toch lukt het me niet om volledig te landen en me thuis te voelen in de Joodse wereld.
Wat ik wél kan, is zaken benoemen met een kritische, maar zachte houding. In 2024 werd ik me bijvoorbeeld bewust van hoe subtiele verschuivingen, die ogenschijnlijk geaccepteerd worden, in werkelijkheid blijven bijdragen aan het voortbestaan van grotere problemen.

Geschiedenis: de vrucht van macht
De vervalsing van geschiedenis is gevaarlijk. Het kan een domino-effect veroorzaken dat fascistische praktijken rechtvaardigt. Psychologie is immers de heksenketel van de geschiedenis. Een herhaalde onjuiste uitspraak kan onredelijk veel macht geven aan dat wat minder of geen macht zou moeten krijgen.
Geschiedenis is de vrucht van macht en bepaalt het verhaal van de winnaar. Neem bijvoorbeeld hoe in veel landen geschiedenisboeken selectief feiten benadrukken die een bepaalde nationale trots bevorderen, terwijl cruciale andere gebeurtenissen worden genegeerd of verdraaid. Dit illustreert hoe macht bepaalt wat we onthouden en hoe we het interpreteren. Maar wat als dat verhaal verkeerd wordt verteld? Mijn grootste angst is dat het Joodse verhaal niet meer wordt verteld, met alle mogelijke oorzaken en gevolgen. Mijn hoop is dat we elkaar vinden en leren kennen voorbij rivaliteit. Co-existentie – leven en laten leven – is slechts het begin. Bestaan naast elkaar moet bestaan met elkaar worden.
De uitspraak:Jezus was Palestijn
Een simplistisch voorbeeld van deze dynamiek is de uitspraak:Jezus was Palestijn. Deze uitspraak is controversieel omdat ze niet alleen de historische realiteit van Jezus als Jood negeert, maar ook gebruikt wordt in politiek geladen discussies die afbreuk doen aan een genuanceerd begrip van de geschiedenis. Het draagt bij aan het vervagen van culturele en religieuze grenzen en voedt vaak spanningen in plaats van begrip. Jezus was Joods, punt. Google maar. Als het niet zo tragisch was, zou het lachwekkend zijn. Geschiedenis herhalen of verdraaien is geen kwestie van simplistische uitspraken. Iedereen hoort een plek aan tafel te krijgen. Dat is de enige weg vooruit: een verbindingstrein met open coupés, in plaats van bestaansrecht af te pikken.
Het hakenkruis en de swastika
Een ander sprekend voorbeeld is het gebruik van de swastika, een symbool dat in de oosterse tradities diep geworteld is en staat voor levenskracht, geluk en heiligheid. In veel culturen heeft dit teken een rijke en positieve betekenis, die eeuwen teruggaat. Toch is het belangrijk om te erkennen dat de swastika in de westerse context onlosmakelijk verbonden is geraakt met de gruwelen van het nazisme. Deze historische beladenheid heeft het symbool een totaal andere lading gegeven, een die niet zomaar kan worden geneutraliseerd of hergebruikt zonder het risico op pijnlijke associaties.
Zolang de weerklanken van het grote kwaad – zoals de ideeën en geschriften van het naziregime, waaronder Mein Kampf – blijven voortleven in onze wereld, is de tijd nog niet rijp voor een herwaardering of rebranding van dit symbool. Het bewaren, lezen of verspreiden van dergelijke teksten roept niet alleen herinneringen op aan het verleden, maar kan ook de voedingsbodem vormen voor nieuwe vormen van extremisme. Daarom is het essentieel om duidelijke grenzen te stellen en deze thema’s met zorg en verantwoordelijkheid te benaderen.
Dit betekent niet dat dialoog uitgesloten is. Integendeel, open gesprekken zijn een cruciaal instrument om begrip te bevorderen en spanningen te verminderen. Maar voordat we kunnen praten over rebranding of een andere interpretatie van beladen symbolen, moeten we ervoor zorgen dat ontsporingen worden voorkomen. Dat vereist een voortdurende waakzaamheid en een gedeeld bewustzijn van de mogelijke impact die deze beelden en ideeën hebben, zowel in het heden als in de toekomst.
Vooruitblik op 2025
In 2025 moeten we de trein weer proberen te vergroten. Nieuwe wielen installeren. Het spoor blijft de enige constante waarop ik vertrouw. Mijn deur gaat later wel weer open, vanuit dat gevoel. Voor het eerst snap ik Het – met een hoofdletter. En in 2025 word ik nog geen veertig. Het is wat.
