Groeiende onrust in de Westhoek na debat over uitbreiding kerncentrale Gravelines
28 november 2024
Plannen voor uitbreiding en bijbehorende controverse
Tijdens een drukbezochte bijeenkomst in CC Kruispunt werd meer informatie gegeven over de uitbreiding van de kerncentrale in Gravelines, gelegen op slechts 50 kilometer van Diksmuide. Deze uitbreiding, met twee nieuwe reactoren, wordt door Frankrijk gepresenteerd als een stap richting meer energiezekerheid en technologische vernieuwing. De centrale is al de grootste van Frankrijk en de op één na grootste ter wereld, maar ook een bron van zorg vanwege de veroudering van de zes bestaande reactoren. De bijeenkomst bood inzicht in de geplande investeringen en veiligheidsprocedures, maar bracht tegelijkertijd nieuwe vragen en zorgen aan het licht.
Historische context en internationale verplichtingen
Gravelines, gebouwd in de jaren ’70 en ’80, heeft een belangrijke rol gespeeld in de nucleaire energievoorziening van Frankrijk. De Franse overheid benadrukt dat de uitbreiding past binnen de internationale verplichtingen van de Aarhus-conventie. Deze conventie, ondertekend door 28 Europese landen, verplicht staten tot transparantie en publieke betrokkenheid bij nucleaire projecten. De lokale informatiecommissie van Gravelines, opgericht in 1981, speelt hierbij een sleutelrol. Deze commissie informeert het publiek over de werking van de centrale en controleert of veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.
Franse vertegenwoordigers, zoals Edith Barret, voorzitter van de commissie voor bevolkingsveiligheid, onderstreepten tijdens de bijeenkomst het belang van transparantie en onafhankelijke monitoring. Zij legden uit dat de commissie bestaat uit vertegenwoordigers van lokale overheden, milieuorganisaties, vakbonden en experts. Sinds 2006 is de transparantie rondom nucleaire installaties zelfs wettelijk vastgelegd in de Franse wetgeving. Voor Gravelines betekent dit dat ook Belgische vertegenwoordigers, zoals Anne Martens, actief betrokken zijn bij de informatievoorziening.
België en Frankrijk: samenwerking en grensoverschrijdende impact
Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) legde tijdens de bijeenkomst uit dat het toezicht houdt op de nucleaire veiligheid in België, maar ook nauw samenwerkt met Franse collega’s. Deze samenwerking omvat onder andere kennisuitwisseling en gezamenlijke veiligheidsanalyses. Toch is er een beperking: FANC heeft geen directe bevoegdheid over buitenlandse reactoren zoals die in Gravelines. Wel monitort het agentschap de mogelijke radiologische impact op Belgisch grondgebied en adviseert het de Belgische overheid hierover.
De grensoverschrijdende risico’s blijven echter een gevoelig punt. Oostenrijkse wetenschappers hebben eerder berekend dat een ramp in Gravelines kan leiden tot grootschalige besmetting met radioactief cesium in de Westhoek, een scenario dat tijdens de bijeenkomst opnieuw werd aangehaald. Vooral de overheersende westenwind maakt de Belgische kust en West-Vlaanderen kwetsbaar.
Zorgen over bestaande reactoren
Hoewel de Franse autoriteiten de voordelen van de nieuwe reactoren benadrukten, bleef de discussie over de zes bestaande reactoren overheersen. Deze reactoren, gebouwd in de jaren ’80, hebben slechts een enkel beschermend omhulsel, wat in het verleden al kritiek opleverde van milieuorganisaties zoals Greenpeace en Natuurpunt. Daarnaast zijn er meldingen van slijtageproblemen, die de veiligheid in twijfel trekken. Ondanks eerdere plannen om de centrale te sluiten, heeft Frankrijk nu gekozen voor uitbreiding.
Tijdens de bijeenkomst werd de rol van sabotage, zoals eerder in Doel, en externe dreigingen zoals cyberaanvallen ook besproken. Het Franse veiligheidsagentschap ASN (Autorité de Sûreté Nucléaire) legde uit hoe zij met geavanceerde technologieën en internationale samenwerking proberen deze risico’s te minimaliseren. Er werd benadrukt dat nucleaire veiligheid een grensoverschrijdend goed is, maar dat incidenten zoals die in Fukushima aantonen dat er altijd risico’s blijven.
Transparantie en onafhankelijk toezicht
De aanwezige Franse en Belgische autoriteiten benadrukten het belang van transparantie. Zo publiceert Frankrijk maandelijks gegevens over de radioactieve uitstoot van Gravelines, die volgens de autoriteiten binnen de wettelijke limieten blijven. Daarnaast voeren onafhankelijke laboratoria zoals het Conservatorium voor Radioactiviteit in het Westen (CRAO) regelmatig tests uit op lucht, water en voedsel in de regio.
Critici, waaronder milieuorganisaties, roepen echter op tot meer onafhankelijk toezicht. Zij benadrukken dat de betrokkenheid van onafhankelijke experts essentieel is om het vertrouwen van het publiek te behouden. Er werden vragen gesteld over de invloed van EDF, de exploitant van de centrale, op het toezichtproces en de noodzaak van meer kritische stemmen in discussies zoals deze.
Economische en maatschappelijke aspecten
Een ander onderwerp van discussie was de economische impact van de uitbreiding. Bewoners van de omliggende gebieden vroegen zich af of er financiële compensatie komt voor de potentiële risico’s die zij lopen. Hoewel Frankrijk eerder heeft geïnvesteerd in lokale infrastructuur en werkgelegenheid rondom Gravelines, blijft een duidelijk beleid voor compensatie bij incidenten uit. Ook werden vragen gesteld over de hoge kosten van de uitbreiding en de transparantie hierover richting consumenten.
Besluit en vervolg
Hoewel de bijeenkomst veel informatie bood, blijft de onzekerheid over de bestaande reactoren en de bredere gevolgen van de uitbreiding groot. Belgische en Franse vertegenwoordigers blijven samenwerken om risico’s te minimaliseren en het publiek beter te informeren.