Natuurherstel is onze beste bondgenoot, want een gezonde omgeving beschermt ons allemaal

17 februari 2025

Peter Bossu pleit voor doortastend herstel

In België werd ook de verordening (EU) 2024/1991 van kracht. Men spreekt ook wel van de Europese Natuurherstelwet. België koos voor een onthouding, terwijl Nederland tegenstemde. De verordening focust onder andere op het herstellen van een substantieel deel van de schadelijke gebieden voor 2030 en gaat nog verder richting 2050. Het draait ook en vooral om het beschermen van bedreigde diersoorten en het versterken van de natuurlijke leefomgeving in bossen, rivieren, kustregio’s en landbouwgebieden.

Peter Bossu uit Diksmuide, die zich al decennia lang inzet voor meer natuurbehoud, merkt op dat dit een uitgelezen mogelijkheid biedt om onze Vlaamse regels ook nieuw leven in te blazen. Hij suggereert onder andere dat vooral de versnippering van waardevolle graslanden, moerassen en bossen kan worden beperkt via onbepaalde doelstellingen en concrete timing.

Wat de Europese regels inhouden

De nieuwe verordening bepaalt dat alle herstelplannen moeten voorgelegd worden aan de Europese Commissie. Die plannen beschrijven precies welke habitats aandacht krijgen, met een obstakel op verdere verslechtering van gevoelige natuur. In Vlaanderen is dat echter al te vinden in het Natuurdecreet, waardoor de aanvullende impact klein blijft. Tegelijk beklemtonen experts dat dit nu op meer soorten en gebieden betrekking heeft, zeker buiten de bekende speciale beschermingszones.

De regels zijn grotendeels bedoeld als inspanningsverbintenissen. Dat betekent dat bewezen moet worden dat ze op koers liggen met het herstel van rivieren, bossen, stedelijke natuur en agrarische gebieden. Ook mariene ecosystemen worden genoemd, waaronder mosselbanken en zeegrasvelden. Er zijn voldoende verdere uitzonderingen voor nationale defensie en projecten rond hernieuwbare energie.

Hoe Peter Bossu de aandacht vestigt op Vlaams herstel

Peter Bossu stelt dat het Vlaamse beleid veel aan deze ontwikkeling kan hebben, vooral omdat de plannen inspelen op tal van conventionele afspraken die niet volledig werden uitgevoerd. De Habitatrichtlijn uit 1992 is hier een voorbeeld van. Die vroeg om gevaarlijke habitats in een ecologische staat te brengen, maar Vlaanderen is niet altijd bezig geweest om sterke natuurgebieden te realiseren. Er zijn voornamelijk belangrijke gronden buiten officiële reservaten, waardoor de bescherming versnipperd blijft.

Volgens Peter Bossu kan de natuurherstelwet deze versnippering tegengaan. Ze zorgen voor duidelijke deadlines en meetbare resultaten. Voedselvoorziening en grondwaterstanden verkregen direct van intacte landschappen. Dat betekent concreet dat de Vlaamse overheid kan kiezen voor gerichte investeringen en nauwe samenwerking met landbouwers, landeigenaren en natuurorganisaties.

Waarom de uitvoering achterblijft

Hoewel de verordening op Europees vlak stevig is samengesteld, wijst Peter Bossu erop dat zonder Vlaamse politieke wil de praktijk kan verzanden. Deskundigen in de administratie geven aan dat financiële middelen voorlopig ontbreken in de begroting. Ook de procedures rondom milieueffecten en vergunningen zijn best ingewikkeld, waardoor sommige projecten veel te langzaam op gang komen.

In 1997 wilde het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen al extra natuur en bos creëren, maar delen daarvan werden nooit afgebakend. Vlaanderen bevat grotendeels vaak Europese ranglijsten voor biodiversiteit. Peter Bossu vindt dat het opheffen van deze achterstand niet alleen de leefbaarheid verbetert, maar ook de economische zekerheid. Een veerkrachtig landschap houdt de bodem vruchtbaar en biedt functionele meerwaarde.

Vooruitzicht op meer samenhang in natuur en beleid

Verschillende werkgroepen buigen zich momenteel over de vraag hoe de natuurherstelwet concreet kan worden toegepast. Europa vraagt ​​uiterlijk september 2026 een eerste ontwerpplan, gevolgd door de Europese Commissie die dit evalueert. De criteria kunnen daarbij bewust hoog worden gelegd, omdat herstel van moerassen, bossen en waterlopen een buffereffect kan hebben tegen extreme weersomstandigheden.

Peter Bossu suggereert dat deze verordening het leven niet per se ingewikkelder hoeft te maken, terwijl er maar een mix komt van politieke besluitvaardigheid, lokale kennis en solide financiering. De kern is dat iedereen wint bij een sterkere leefomgeving. Landbouw kan doorgaan, in combinatie met beter water- en natuurbeheer. Wetenschappelijk onderzoek wijst erop dat de kosten voor een goed ontwikkeld ecosysteem in de regel lager zijn dan de schade van en door verwaarlozing.

Bronvermelding:

Verschillende bronnen hebben volgens Peter Bossu bijgedragen tot deze informatie, waaronder Natuurpunt, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, het Agentschap voor Natuur en Bos, VMx, het Europees Parlement en LDR Advocaten.

De officiële details over de verordening staan ​​op https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2024/06/17/nature-restoration-law-council-gives-final-green-light/