Onverwachte wending in bouwgeschil: Hof van Beroep spreekt zich uit over architectenovereenkomst

25 augustus 2024

Een juridisch geschil dat al geruime tijd speelt binnen de bouwsector heeft recent een opmerkelijke wending genomen. Het Hof van Beroep in Gent heeft een uitspraak gedaan die verstrekkende gevolgen kan hebben voor architecten en opdrachtgevers. De zaak draait om de interpretatie van een architectenovereenkomst en de daarbij behorende facturatie. De betrokkene, wiens identiteit bekend is bij de redactie van indegazette.be, bevond zich in het middelpunt van deze juridische strijd.

Achtergrond van de Zaak

In juli 2019 werd een architectenovereenkomst gesloten tussen een gerenommeerd architectenbureau en een particuliere opdrachtgever voor de bouw van een woning in Heist. De overeenkomst, aanvankelijk bedoeld voor een water- en winddichte ruwbouw, escaleerde al snel toen onenigheid ontstond over de omvang van de werkzaamheden en de bijbehorende kosten.

De opdrachtgever betwistte de facturatie en de berekening van het ereloon, wat leidde tot een complex juridisch geschil. Het architectenbureau claimde dat de overeenkomst betrekking had op een volledige afwerking van de woning, inclusief binnenwerk en afwerking. De opdrachtgever daarentegen bleef bij zijn standpunt dat de afspraken enkel betrekking hadden op de ruwbouw.

De Juridische Strijd

De zaak werd aanvankelijk voorgelegd aan de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge, die de vordering van het architectenbureau afwees. Het bureau liet het daar echter niet bij zitten en ging in hoger beroep. In het beroep probeerde het architectenbureau aan te tonen dat de interpretatie van de overeenkomst breder was dan alleen de ruwbouw.

Het Hof van Beroep in Gent moest zich buigen over de vraag of de oorspronkelijke overeenkomst duidelijk genoeg was in haar omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden. Volgens het architectenbureau was de overeenkomst niet beperkt tot de ruwbouw, maar omvatte deze ook de volledige afwerking van de woning.

De Uitspraak

Na een grondige analyse van de documenten en verklaringen oordeelde het Hof van Beroep dat de overeenkomst inderdaad enkel betrekking had op de ruwbouw van de woning. De beweringen van het architectenbureau dat er sprake was van een bredere opdracht, werden als ongegrond verworpen. Het Hof benadrukte dat contractuele duidelijkheid van essentieel belang is om dergelijke geschillen te voorkomen.

Daarnaast werd het architectenbureau veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, en werden eerdere claims voor aanvullende vergoedingen afgewezen. De uitspraak is een belangrijke waarschuwing voor architecten om zeer nauwkeurig te zijn in de opstelling van hun contracten en duidelijkheid te scheppen over de omvang van hun opdrachten.

Gevolgen voor de Bouwsector

Deze uitspraak kan mogelijk als precedent dienen voor toekomstige geschillen in de bouwsector. Het onderstreept het belang van zorgvuldig opgestelde contracten waarin de reikwijdte van de werkzaamheden ondubbelzinnig wordt vastgelegd. Zowel architecten als opdrachtgevers worden aangespoord om grondige documentatie en duidelijke communicatie als prioriteit te beschouwen bij het opstellen van overeenkomsten. Voor de Belgische bouwsector, en wellicht zelfs breder, markeert deze uitspraak een cruciaal moment dat een impact kan hebben op hoe architectenovereenkomsten in de toekomst worden geformuleerd en geïnterpreteerd. Het juridische geschil tussen een architect en zijn opdrachtgever heeft geleid tot een belangrijke uitspraak van het Hof van Beroep. De uitspraak bevestigt het belang van contractuele helderheid en kan een blauwdruk vormen voor de manier waarop dergelijke zaken in de toekomst worden behandeld.