Spookarrest van de Raad van State werpt schaduw over Belgische rechtspraak

18 oktober 2024

Een arrest van de Raad van State, dat op 4 juni 2020 werd uitgesproken, blijft de gemoederen binnen de juridische wereld verhitten. Het arrest, dat nooit officieel werd gepubliceerd, heeft geleid tot bezorgdheid over mogelijke rechtsweigering en juridische manipulaties. Dit arrest, nr. 247.709, lijkt zonder volledige behandeling of openbaarheid te zijn afgesloten, wat de promotie van Laurence Massart als eerste voorzitter van het Hof van Beroep in Brussel in stand hield. Het dossier roept ernstige vragen op over de integriteit van het Belgische rechtssysteem en mogelijke samenspanning tussen juridische en politieke machtsstructuren.

Het spookarrest en de schijn van rechtsweigering

Het arrest nr. 247.709 werd uitgesproken zonder verdere behandeling, en er werd geen formele uitspraak openbaar gemaakt. Dit voedt beschuldigingen van rechtsweigering, een term die verwijst naar het opzettelijk nalaten van een rechter om uitspraak te doen in een zaak die aan hem is voorgelegd. De zaak werd afgesloten met de vaststelling van een afstand van geding, zonder dat de inhoudelijke juridische kwesties werden behandeld.

De betrokkenheid van topfiguren uit het Belgische rechtssysteem, en de politieke context waarin dit arrest plaatsvond, versterken de indruk dat er mogelijk meer aan de hand is. Het arrest werd nooit gepubliceerd op de officiële website van de Raad van State, en de vraag die voorgelegd had moeten worden aan het Grondwettelijk Hof, werd nooit doorgestuurd. Dit roept fundamentele vragen op over de naleving van de wettelijke procedures en de transparantie van het rechtsproces in België.

De “contra legem”-promotie van Laurence Massart

Een centraal punt in deze zaak is de promotie van Laurence Massart als eerste voorzitter van het Hof van Beroep in Brussel. De promotie vond plaats ondanks serieuze juridische obstakels en de complexe toepassing van de taalwetgeving, die de benoeming van hoge magistraten regelt. De vraag of deze promotie in strijd was met de geldende wetgeving – een “contra legem”-handeling – werd nooit aan het Grondwettelijk Hof voorgelegd, hoewel dit wel de intentie leek te zijn. Het arrest van de Raad van State dd. 3 januari 2020 suggereerde dat de kwestie zou worden doorgestuurd naar het Grondwettelijk Hof, maar deze cruciale stap werd nooit genomen.

Dit wekt de indruk dat de promotie van Massart ondanks de juridische onzekerheden doelbewust werd gehandhaafd. De beslissing om de zaak zonder uitspraak af te sluiten kan wijzen op een poging om verdere publieke en juridische aandacht te vermijden. Dit heeft geleid tot ernstige vragen over de invloed van politieke en juridische actoren in het besluitvormingsproces, en de manier waarop de Belgische rechtsstaat functioneert.

De rol van voormalig minister van Justitie Koen Geens

Een belangrijke speler in dit verhaal is voormalig minister van Justitie Koen Geens, die volgens sommige bronnen betrokken was bij de promotie van Laurence Massart. Er wordt gesuggereerd dat Geens, samen met bepaalde advocaten en magistraten, een belangrijke rol speelde in het waarborgen van haar benoeming. Deze beschuldigingen van politieke inmenging in de rechterlijke macht roepen vragen op over de onafhankelijkheid van het Belgische rechtssysteem, en hoe politieke belangen het verloop van juridische procedures kunnen beïnvloeden.

Hoewel het arrest van 4 juni 2020 cruciaal was voor de bevestiging van Massarts promotie, werd de zaak abrupt afgesloten zonder verdere behandeling. Dit leidde ertoe dat Massart haar positie kon behouden, zonder dat de wetgeving waarop haar benoeming gebaseerd was, volledig getoetst werd door het Grondwettelijk Hof. Dit creëert de schijn dat er op hoog niveau juridische afspraken zijn gemaakt om deze uitkomst te waarborgen, wat het vertrouwen in de rechtsstaat ondermijnt.

Afsluiting van het dossier: een juridische doofpot?

De afhandeling van het arrest nr. 247.709 is exemplarisch voor een groter probleem binnen de Belgische rechtspraak: de schijn van een doofpotoperatie. In latere juridische documenten, zoals arrest nr. 258.071 van 30 november 2023, wordt het spookarrest van 2020 kort genoemd, waarbij wordt verwezen naar de vaststelling van de afstand van geding. Verdere details over de inhoud van het dossier blijven echter uit, en het gebrek aan transparantie roept ernstige vragen op over de waarborgen die zouden moeten bestaan binnen het Belgische rechtssysteem.

Deze gang van zaken versterkt de indruk dat er binnen de Belgische rechterlijke macht juridische obstakels werden omzeild om bepaalde promoties en benoemingen door te drukken. Het gebruik van niet-gepubliceerde arresten, en het onttrekken van zaken aan de openbaarheid, doet vermoeden dat er sprake is van systematische manipulaties van het rechtssysteem.

Wat betekent dit voor de rechtsstaat in België?

Het spookarrest nr. 247.709 is een duidelijke illustratie van de uitdagingen waarmee het Belgische rechtssysteem te kampen heeft. Wanneer een arrest op het hoogste niveau van de rechtspraak zonder formele uitspraak of publieke bekendmaking kan verdwijnen, roept dit ernstige vragen op over de naleving van wettelijke procedures en de rol van de rechterlijke macht. Het feit dat een cruciale vraag over de benoeming van Massart nooit het Grondwettelijk Hof bereikte, doet twijfelen aan de integriteit van het systeem.

Bovendien versterkt de betrokkenheid van hoge politieke en juridische figuren, zoals voormalig minister Koen Geens, de indruk dat er een vorm van machtsmisbruik plaatsvindt binnen het Belgische rechtssysteem. Wanneer juridische beslissingen kunnen worden beïnvloed door politieke belangen, komt de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht onder druk te staan. Dit heeft niet alleen gevolgen voor het vertrouwen in het rechtssysteem, maar ook voor de rechtszekerheid en het geloof in de objectiviteit van de Belgische rechtsstaat.

Nood aan hervormingen en transparantie

De zaak rond het spookarrest van 2020 onderstreept de dringende noodzaak voor hervormingen binnen het Belgische rechtssysteem. Er moet meer transparantie komen bij het publiceren van gerechtelijke uitspraken, en het proces van benoemingen binnen de rechterlijke macht moet grondig worden herzien om te voorkomen dat politieke inmenging de overhand krijgt. Alleen door structurele hervormingen en een hernieuwde inzet voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht kan het vertrouwen in de Belgische rechtsstaat worden hersteld.