Van conflict naar vrede: Aluda Goglichidze’s strijd voor niet-geweld in het onderwijs op Justice Conference

21 april 2025

Op 20 april 2025 om 17.00 uur bracht Aluda Goglichidze, een Georgische expert in vredesopbouw, een inspirerende boodschap tijdens de Justice Conference in Nijmegen. Zijn presentatie, getiteld ‘Peacebuilding – Removing Systematic Barriers to Peacebuilding through Education in Conflict Management and Formation of a Non-Violent Environment’, draaide om het idee dat vrede begint met onderwijs. Met een leven vol ervaringen in conflictgebieden, een systemische aanpak en een visie op niet-gewelddadige omgevingen, liet Goglichidze zien hoe onderwijs de sleutel kan zijn tot wereldwijde vrede. Zijn werk, geworteld in persoonlijke betrokkenheid en onderbouwd met alarmerende statistieken, biedt hoop voor een toekomst zonder geweld.

De historische context van Georgië

Goglichidze begon zijn presentatie met een indringende schets van Georgië’s geschiedenis, een land dat de waarde van vrede diep heeft leren kennen door decennia van strijd. In 1918 verklaarde Georgië haar onafhankelijkheid, maar slechts drie jaar later, in 1921, werd het bezet door de Sovjet-Unie onder communistisch bewind. Pas in 1991 werd het land opnieuw onafhankelijk, een moment dat nieuwe uitdagingen met zich meebracht. Kort na deze herwonnen vrijheid werd Georgië getroffen door een burgeroorlog en bloedige etnische conflicten in Abchazië en de Tskhinvali-regio, beter bekend als Zuid-Ossetië. De oorlog van 2008 met Rusland liet diepe sporen na: nog steeds is 20 procent van Georgië’s grondgebied bezet door Rusland, en leeft het land in een voortdurende staat van hybride oorlogvoering. Deze persoonlijke ervaringen met conflict hebben Goglichidze’s levenslange toewijding aan vredesopbouw gevormd.

Een pionier in vredesinitiatieven

Al sinds 1992 is Goglichidze actief betrokken bij vredesopbouw. Hij nam deel aan een reeks trainingen en seminars over conflictbeheersing, waaronder een seminar in 1992 in Kliazma, Rusland, georganiseerd door de UN University, International Alert en de Academy of Sciences of Russia. In 1993 volgde hij een internationaal seminar over de oplossing van chronische conflicten in Moskou, georganiseerd door het Youth Institute, de International Federation of Peace and Consent en de Academic Complex EDP. Datzelfde jaar nam hij deel aan een training over het oplossen van etnische conflicten in de post-Sovjetregio in Lesnie Daly, Rusland, een samenwerking tussen Harvard University en de Academy of Sciences of Russia, en aan een seminar over conflictpreventie in Pyatigorsk, Rusland, georganiseerd door International Alert en de Academy of Sciences of Russia.

Naast deze trainingen speelde Goglichidze een actieve rol in de Kaukasus-brede jongeren-vredesbeweging. Hij nam deel aan conferenties zoals ‘Building Peace in the Caucasus – I’ in Nunspeet, Nederland, en ‘Building Peace in the Caucasus – II’ in Yalta, Oekraïne, beide georganiseerd door de UNOY Foundation met steun van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook was hij aanwezig bij een conferentie in Grozny, Tsjetsjenië, getiteld ‘Peace in Chechnya, Peace in the Caucasus, Universal Peace’, georganiseerd door de Peace Building Youth Organization.

Zijn inspanningen leidden tot tastbare resultaten. In 1994 sloten Georgische en Abchazische jongeren tijdens de conferentie in Nunspeet een overeenkomst om hun samenwerking voort te zetten, een kleine maar betekenisvolle stap in een regio vol spanningen. Deze overeenkomst vormde de basis voor een volgende conferentie in Yalta in 1996, waar een groep van Georgische, Abchazische en Ossetische jongeren een memorandum van samenwerking ondertekende. Het document werd in Tbilisi gedrukt en naar de ondertekenaars gestuurd, een symbool van hoop op verzoening in een tijd waarin conflict de boventoon voerde.

De wereldwijde crisis van geweld tegen kinderen

Goglichidze bracht alarmerende wereldwijde statistieken over geweld tegen kinderen naar voren, die de urgentie van zijn werk onderstrepen. Jaarlijks ervaren 1 miljard kinderen – ongeveer de helft van alle kinderen wereldwijd – een vorm van geweld, of dat nu fysiek, emotioneel of seksueel is. Drie op de vier kinderen tussen 2 en 4 jaar worden regelmatig onderworpen aan fysieke straffen of psychologische agressie door hun verzorgers. Een op de drie scholieren tussen 13 en 15 jaar wordt gepest, en een op de vijf vrouwen en een op de dertien mannen meldt seksueel misbruik te hebben meegemaakt als kind. Meisjes zijn bijzonder kwetsbaar, vooral in conflictgebieden en tijdens migratie, waar seksueel geweld een groot risico vormt.

Wereldwijd worden 12 miljoen meisjes per jaar uitgehuwelijkt voor hun 18e, en hebben 200 miljoen vrouwen en meisjes in 30 landen in Afrika, het Midden-Oosten en Azië genitale verminking ondergaan. Ongeveer 160 miljoen kinderen zijn betrokken bij kinderarbeid, vaak onder gevaarlijke omstandigheden. Kinderen vormen 30 procent van de slachtoffers van mensenhandel, voornamelijk voor seksuele uitbuiting. Met de toename van digitale toegang groeit ook het online geweld: een op de drie internetgebruikers wereldwijd is een kind, wat hen blootstelt aan cyberpesten, online grooming en seksuele uitbuiting. In 2019 werden 45.000 kinderen en jongeren slachtoffer van moord, vooral in lage- en middeninkomenslanden. Kinderen met een beperking lopen bijna vier keer zoveel kans op geweld, en vluchtelingen- en migrantenkinderen worden voortdurend met geweld geconfronteerd, van hun thuisland, tijdens hun reis, tot aan hun bestemming.

Geweld en pesten in Georgische scholen

De situatie in Georgië weerspiegelt deze wereldwijde crisis. Een onderzoek uit 2020 toonde aan dat 70 procent van de kinderen tussen 1 en 14 jaar in de voorafgaande maand een vorm van gewelddadige discipline had ondergaan. Van hen ervoer 66 procent psychologische agressie, zoals schreeuwen, en 31 procent fysieke straffen, waaronder 5 procent ernstige vormen zoals hard slaan. Meer dan de helft van de huishoudens meldde dat er tegen kinderen werd geschreeuwd, en 20 procent van de kinderen werd geslagen of kreeg een klap. Hoewel niet-gewelddadige methoden, zoals uitleggen waarom gedrag fout is, vaak worden gebruikt, gaan deze meestal gepaard met gewelddadige praktijken. Slechts 28 procent van de kinderen ervoer uitsluitend niet-gewelddadige discipline.

Goglichidze wees ook op de impact van pesten in scholen, met gegevens uit het TIMSS 2019-onderzoek naar wiskunde- en natuurwetenschappelijke prestaties. In de vierde klas had 87 procent van de meisjes en 74 procent van de jongens nooit pesten meegemaakt, maar 12 procent van de meisjes en 20 procent van de jongens werd minstens maandelijks gepest, en 1 procent van de meisjes en 6 procent van de jongens wekelijks. In de achtste klas had 48 procent van de meisjes en 52 procent van de jongens nooit pesten ervaren, terwijl 17 procent van de meisjes en 83 procent van de jongens wekelijks werd gepest, en 54 procent van de meisjes en 46 procent van de jongens maandelijks. Scholieren die regelmatig worden gepest, behalen significant lagere resultaten in wiskunde en natuurwetenschappen. In scholen met weinig of geen disciplinaire problemen presteren leerlingen beter, maar dit verschil is niet altijd statistisch significant.

Goglichidze benadrukte dat zelfs milde vormen van fysieke straffen risico’s met zich meebrengen voor de mentale gezondheid van kinderen, en negatieve gevolgen hebben voor hun cognitieve, gedragsmatige, sociale en emotionele ontwikkeling. Dit geweld schaadt niet alleen het individu, maar ondermijnt ook de bredere samenleving en de arbeidsmarkt, omdat scholen met hoge niveaus van geweld consistent lagere academische resultaten laten zien.

Een visie op vrede via niet-geweld

Goglichidze’s visie is helder en ambitieus: vrede begint met het creëren van een niet-gewelddadige omgeving, en onderwijs is de sleutel om dit te bereiken. Hij pleit voor een aanpak op meerdere niveaus – individueel, interpersoonlijk, organisatorisch en beleidsmatig – om systematische barrières voor vredesopbouw weg te nemen. Op individueel niveau wil hij kinderen en leraren vaardigheden aanleren om conflicten te beheersen door empathie en actieve luistertechnieken. Op organisatorisch niveau streeft hij naar inclusieve scholen waar rechtvaardigheid, democratie en participatie centraal staan. Op beleidsniveau werkt hij aan curricula die toekomstige generaties voorbereiden op een vreedzamere wereld. Hij gelooft dat scholen niet alleen een veilige plek moeten zijn, maar ook een instrument om de bredere samenleving te beïnvloeden, een ‘bron van verandering’ in plaats van een geïsoleerd eiland van niet-geweld.

Een systemische aanpak in het onderwijs

Goglichidze heeft zijn visie al decennialang in de praktijk gebracht. Sinds 1995 faciliteert hij trainingen voor diverse groepen, zoals journalisten en leiders, waarbij hij vaardigheden zoals onderhandelen en empathie benadrukt. In 1997 introduceerde hij als eerste het vak onderhandelen in het Georgische hoger onderwijs, een belangrijke stap om conflictbeheersing structureel te verankeren. Als schooldirecteur van 2007 tot 2012 voegde hij lessen over management en conflictbeheersing toe aan het curriculum, en als viceminister van Onderwijs en Wetenschap van 2012 tot 2013 integreerde hij deze onderwerpen in het nationale onderwijssysteem. In 2013 initieerde hij veranderingen in het nationale curriculum om niet-gewelddadige principes te verankeren, een prestatie die nog steeds impact heeft.

Sinds 2019 leidt hij programma’s aan de Caucasus University, waar hij het vak ‘Conflict Management and the Formation of a Non-Violent Environment’ heeft opgenomen in het Integrated Bachelor’s/Master’s teacher training programme voor basisschoolleerlingen van de eerste tot en met de zesde klas, evenals in masterprogramma’s voor onderwijsmanagers en beleidsanalisten. Zijn aanpak is gebaseerd op rechtvaardigheid: gelijke behandeling is niet genoeg; iedereen moet de ondersteuning krijgen die nodig is om gelijke kansen te hebben. Hij illustreerde dit met een metafoor: drie mensen van verschillende lengtes proberen over een hek naar een wedstrijd te kijken. Gelijke behandeling – iedereen een even hoog krukje geven – helpt niet iedereen; rechtvaardigheid betekent dat de kleinste persoon een hoger krukje krijgt, zodat iedereen kan zien. Uiteindelijk moet het hek – de systematische barrière – worden verwijderd, zodat niemand ondersteuning nodig heeft.

Vaardigheden voor een niet-gewelddadige toekomst

In zijn programma’s traint Goglichidze toekomstige leraren, managers en beleidsmakers in twaalf essentiële vaardigheden om conflicten te beheren en een niet-gewelddadige omgeving te creëren. Deze vaardigheden omvatten het begrijpen van conflicten, het toepassen van een win-win-benadering, het ontwikkelen van een creatieve respons, empathie tonen, actief luisteren, assertief communiceren, samenwerkende macht gebruiken, emoties beheren, bereidheid tonen om te verzoenen, conflicten in kaart brengen, opties ontwerpen, en bemiddelen. Hij stelt vragen die studenten aanzetten tot zelfreflectie: hoe kan ik reageren in plaats van impulsief handelen? Hoe kan ik communiceren zodat ik echt wordt gehoord? Hoe kan ik macht gebruiken om samen te werken in plaats van te domineren? Hoe kan ik mijn emoties inzetten voor positieve verandering? En hoe kan ik vergeving bevorderen en persoonlijke issues loslaten?

Kerncompetenties voor levenslang leren

Het curriculum dat Goglichidze heeft ontwikkeld, legt een sterke nadruk op kerncompetenties voor levenslang leren, gebaseerd op aanbevelingen van de Europese Unie. Deze competenties omvatten geletterdheid in lezen en schrijven, meertaligheid, wiskundige en technische vaardigheden, digitale vaardigheden, persoonlijke en sociale vaardigheden, burgerschapsvaardigheden, ondernemerschap, en cultureel bewustzijn. Hij definieert een competentie als een combinatie van kennis, vaardigheden en houdingen: kennis omvat feiten, concepten en theorieën die bijdragen aan het begrijpen van een onderwerp; vaardigheden stellen iemand in staat om processen uit te voeren en resultaten te behalen; en houdingen bepalen hoe iemand reageert op ideeën, mensen en situaties. Door deze competenties te ontwikkelen, wil hij toekomstige leraren en leiders in staat stellen om transformerende vredesprocessen te leiden en een niet-gewelddadige omgeving te creëren, zowel in scholen als daarbuiten.

Obstakels en toekomstige vragen

Ondanks zijn successen ziet Goglichidze nog aanzienlijke obstakels. Er is een gebrek aan flexibel maar consistent beleid in Georgië, evenals onvoldoende onderzoek naar geweld in scholen en de effectiviteit van vredesprogramma’s, zowel in de plannings- als in de uitvoerings- en evaluatiefase. Het blijft een uitdaging om een nieuwe generatie leraren op te leiden die daadwerkelijk verandering kunnen brengen in een onderwijssysteem dat vaak vastzit in oude patronen. Hij droomt van scholen die niet alleen een veilige haven zijn, maar ook een bron van verandering in de samenleving, waar inclusie, rechtvaardigheid en niet-geweld de norm zijn.

Tijdens de discussie in Nijmegen stelde hij twee centrale vragen aan het publiek: wat is nodig om van scholen een plek van niet-geweld, inclusie en rechtvaardigheid te maken die de samenleving beïnvloedt? En hoe kunnen toekomstige leraren worden empowered om echte verandering te leiden, niet alleen in hun klaslokalen, maar ook in de bredere maatschappij? Deze vragen onderstrepen zijn overtuiging dat vrede een langetermijnproject is dat begint met onderwijs, maar dat samenwerking en innovatie op alle niveaus vereist.