Milieuhandhaving in Vlaamse gemeenten vraagt om meer structuur

16 april 2025

Tussen oktober 2023 en juni 2024 onderzocht Audit Vlaanderen hoe tien Vlaamse gemeenten omgaan met de handhaving van milieuvoorschriften in omgevingsvergunningen. De focus lag op Beringen, Berlare, Bierbeek, Bornem, Diepenbeek, Kampenhout, Kaprijke, Kortemark, Oostkamp en Westerlo. Het resultaat, vastgelegd op 28 januari 2025, toont dat veel gemeenten worstelen met een gebrek aan beleid en middelen. Toch zijn er ook lichtpunten, zoals goede samenwerking tussen diensten.

Handhavingsbeleid vaak afwezig

In meer dan de helft van de onderzochte gemeenten ontbreekt een duidelijk handhavingsbeleid. Zonder prioriteitenkader werken milieutoezichthouders vaak reactief, vooral op basis van klachten over geluid of geur. Dit laat risico’s zoals PFAS-vervuiling of broeikasgassen onopgemerkt. Een goed beleid zou niet alleen helpen om doelen te stellen, maar ook om de onafhankelijkheid van toezichthouders te waarborgen. Gemeenten die wel een beleid hebben, handhaven systematischer, al blijft proactieve controle beperkt door tijdgebrek.

Organisatie van handhaving verschilt sterk

Gemeenten kiezen verschillende manieren om handhaving te organiseren. In Beringen en Diepenbeek doet de gemeente het werk zelf, terwijl Kampenhout en Kaprijke samenwerken met intergemeentelijke verbanden. Oostkamp en Westerlo leunen deels op de lokale politie. Deze keuzes ontstaan vaak toevallig, niet na een bewuste analyse. Samenwerking met externe partners, zoals in Berlare en Kortemark, zorgt voor meer continuïteit, maar heldere afspraken ontbreken soms. Dit kan leiden tot onduidelijkheid over wie wat doet.

Te weinig tijd voor handhaving

In veel gemeenten besteden milieutoezichthouders minder dan twee uur per week aan handhaving. Dit komt doordat zij vaak ook vergunningen verlenen, zoals in Bornem en Bierbeek. De beschikbare capaciteit wordt zelden bewust bepaald, wat systematische controles moeilijk maakt. In dringende gevallen, zoals vervuiling buiten kantooruren, is er vaak niemand beschikbaar. Gemeenten erkennen het probleem, maar concrete oplossingen blijven uit.

Werkmiddelen meestal voldoende

Milieutoezichthouders beschikken over basisuitrusting, zoals camera’s en geluidmeters. In Kaprijke en Oostkamp wordt apparatuur gedeeld met de politie, wat kosten bespaart. Financiële middelen zijn aanwezig, maar in vijf gemeenten niet specifiek toegewezen aan handhaving. Dit maakt het lastig om in te spelen op onverwachte noden, zoals analyses van bodemstalen. Persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals veiligheidsschoenen, zijn beschikbaar, maar vaak zonder overleg over wat echt nodig is.

Klachtenbeheer kan beter

Klachten over milieuovertredingen bereiken gemeenten via websites, e-mail of telefoon. In Westerlo en Beringen verloopt registratie soms chaotisch, waardoor signalen verloren gaan. Slechts enkele gemeenten, zoals Kortemark, gebruiken IT-systemen om klachten te volgen. Criteria om klachten te prioriteren ontbreken overal, wat de aanpak inconsequent maakt. Een gestroomlijnd proces zou milieuproblemen sneller aan het licht brengen.

Samenwerking binnen en buiten de gemeente

Binnen gemeenten wisselen milieutoezichthouders en vergunningverleners vaak informatie uit, vooral in Bierbeek en Bornem, waar dezelfde persoon beide rollen combineert. Dit bevordert begrip, maar beperkt de tijd voor handhaving. Contact met andere handhavers, zoals provinciale toezichthouders, verloopt vlot via netwerken zoals Vlinter. Toch blijft samenwerking op het terrein sporadisch, en sommige gemeenten weten niet altijd welke informatie ze moeten delen.

Kennis is er, maar integriteit vraagt aandacht

Milieutoezichthouders zijn goed opgeleid, met toegang tot bijscholingen en netwerken. In Berlare en Kampenhout blijft kennis up-to-date door regionale overleggen. Maar op het vlak van integriteit schieten gemeenten tekort. Geen enkele gemeente heeft richtlijnen voor gevoelige situaties, zoals handhaving bij vrienden of bij eigen activiteiten. In Kortemark en Berlare worden deontologische codes wel actief besproken, maar elders blijven ze onbekend. Kwaliteitscontroles op het werk van toezichthouders ontbreken bijna overal, wat risico’s op fouten vergroot. De audit in Beringen, Berlare, Bierbeek, Bornem, Diepenbeek, Kampenhout, Kaprijke, Kortemark, Oostkamp en Westerlo maakt duidelijk dat milieuhandhaving structureler moet. Een doordacht beleid, meer capaciteit en betere klachtenafhandeling zijn cruciaal. Gemeenten die nu actie ondernemen, kunnen niet alleen overtredingen aanpakken, maar ook het vertrouwen in hun milieubeleid versterken.

www.auditvlaanderen.be

Bronnen
Inspiratierapport Thema-audit Handhaving milieuaspecten van de omgevingsvergunning, Audit Vlaanderen, 28 januari 2025.