Verborgen geschiedenis: Twee Oostendse leraren worden spionnen en veranderen de geschiedenis in nieuw boek
12 juli 2024 – Oostende
De geheime levens van Oostende’s meest onwaarschijnlijke verzetshelden
Een nieuw boek, “De tekenaar van het verzet” door Kathelijn Vervarcke, brengt het verbazingwekkende verhaal van twee gewone leraren die uitgroeiden tot onverschrokken verzetshelden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Honoré Houvenaghel en Emile Fryns, twee mannen die niemand zou verdenken, riskeerden alles om geheime informatie door te spelen aan de Britten – verstopt in simpele wiskundeboeken!
Oostende: Het verborgen strijdtoneel van een clandestiene oorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Oostende niet alleen de meest gebombardeerde stad van België met 407 geallieerde bommen, maar ook een centrum van verzetsactiviteiten. Kathelijn Vervarcke, lerares Nederlands aan GO! Athena, brengt dit explosieve verhaal tot leven in een boek dat leest als een bloedstollende spionagethriller.
Geheimen verstopt in wiskundeboeken
Houvenaghel en Fryns ontwikkelden een briljant plan om geheime informatie over de Atlantikwall door te geven. Fryns, met zijn fotografisch geheugen, tekende de nauwkeurige locaties van bunkers en landmijnen. Deze tekeningen werden vervolgens gecodeerd door Houvenaghel in wiskundeboeken en via een ondergronds netwerk naar de Britten gesmokkeld.
Een verbijsterende ontdekking in stoffige schoolarchieven
Vervarcke stuitte op dit ongelooflijke verhaal in de archieven van haar school. Het manuscript “Legendarische leerkrachten uit de oude doos” beschreef de heroïsche daden van Houvenaghel en Fryns en zette Vervarcke op het spoor van een diepgravend onderzoek. Wat ze vond, was niets minder dan een verborgen geschiedenis die smeekt om verteld te worden.
Vrijdenkers en helden: De ware drijfveren achter hun gedurfde acties
Deze twee leraren waren meer dan verzetshelden; ze waren ook strijders voor rechtvaardigheid. Hun acties werden mede ingegeven door de uitsluiting van Joodse kinderen uit scholen in 1942. Verraden door een collega, werden beide mannen gearresteerd en gedeporteerd. Houvenaghel stierf in een kamp, terwijl Fryns terugkeerde naar een land dat hem eerst wantrouwde voordat hij erkenning kreeg.
Hierboven zie je een foto van de Opname podcast ‘De dartele dames en de historicus’ over de totstandkoming van Sporen van Spiro en De tekenaar van het verzet waar Kathelijn Vervarcke te horen zal zijn.
Laat eerherstel voor vergeten helden
Pas in 1947 kregen Houvenaghel en Fryns de eer die hen toekwam. Houvenaghel werd postuum geridderd in de Leopoldorde. Vervarcke, diep geraakt door hun verhaal, werkt nu aan een podcast om hun daden verder te eren en het verhaal levend te houden.
Historische context: Oostende in de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Oostende het toneel van hevige strijd en strategische militaire operaties. De stad werd niet alleen de meest gebombardeerde stad van België, met maar liefst 407 geallieerde bommen die haar troffen, maar ook een cruciaal knooppunt voor de Duitse oorlogsvoering. De haven van Oostende was van vitaal belang voor de Nazi’s vanwege haar strategische ligging aan de Noordzee, wat de stad tot een fort van Duitse soldaten maakte.
De Atlantikwall, een immense verdedigingslinie die zich uitstrekte van het zuiden van Frankrijk tot het noorden van Noorwegen, liep langs de kust van Oostende. Deze linie, bestaande uit bunkers, mijnenvelden en antitankversperringen, was bedoeld om een geallieerde invasie te voorkomen. De bouw en het onderhoud van deze verdedigingswerken werden scherp bewaakt, en de kustzone was voor de meeste burgers verboden terrein.
In deze moeilijke omstandigheden leefde een bloeiende Joodse gemeenschap die zwaar getroffen werd door de vervolgingen van de Nazi’s. Sinds 1942 werden Joodse kinderen uitgesloten van scholen en veel Joodse families werden gedeporteerd naar concentratiekampen. De onderdrukking en terreur die de bevolking ondervond, wekte echter ook een vastberadenheid om weerstand te bieden tegen de bezetters.
Het is in deze historische context dat Kathelijn Vervarcke het ongelooflijke verhaal van Honoré Houvenaghel en Emile Fryns tot leven brengt. Deze twee mannen, een wiskundeleraar en een meetkundig tekenaar, gebruikten hun positie en vaardigheden om geheime informatie over de Atlantikwall door te spelen aan de geallieerden. Fryns, met zijn fotografisch geheugen, maakte gedetailleerde tekeningen van de Duitse verdedigingswerken, terwijl Houvenaghel deze informatie codeerde in wiskundeboeken en via een ondergronds netwerk naar de Britten stuurde.
Vervarcke’s boek, “De tekenaar van het verzet,” is het resultaat van jarenlang gedegen onderzoek. Ze dook in de archieven van haar school, raadpleegde documentatiecentra zoals CegeSoma en het Studiecentrum Oorlog en Maatschappij in Brussel, en sprak met ooggetuigen en nakomelingen van de betrokkenen. Haar vermogen om historische feiten te verweven met persoonlijke verhalen maakt het boek niet alleen een waardevol historisch document, maar ook een meeslepende leeservaring. Vervarcke slaagt erin om de vaak grimmige realiteit van het leven in bezet Oostende op een levendige en toegankelijke manier te presenteren, waardoor de heldendaden van Houvenaghel en Fryns eindelijk de eer krijgen die ze verdienen.
Door deze diepgravende benadering heeft Vervarcke een werk gecreëerd dat zowel informeert als inspireert, en dat de lezer meeneemt naar een tijd waarin gewone mensen buitengewone moed toonden in het aangezicht van overweldigende vijandigheid.